Bijna eenderde van de volle zaal in de Rode Hoed was gisteren gevuld met bezoekers uit de agribusiness en food industry, een record in de geschiedenis van de debatreeks "It's the food, my friend". Het thema, "Kan onze voedselproductie zonder chemie?" was kennelijk prikkelend. De drie hoofdsprekers waren allemaal wetenschappers: hoogleraar plantenfysiologie Michel Haring, diergeneeskundige Johanna Fink-Gremmels, en plantenziektekundige Corné Pieterse. Hun antwoord op de hoofdvraag luidde, in essentie, "ja".

CRISPR-Cas9
Michel Haring wees als alternatieven voor chemie op plantbiologische oplossingen (zoals intercropping), biologische bestrijding, natuurlijke bestrijdingsmiddelen en nano-partikels. Veredeling is daarbij belangrijk, want in de afgelopen tachtig jaar is de meeste veredeling gericht geweest op het gebruik van chemie. Willen we andere middelen inzetten, dan vraagt dat om andere veredeling. Haring ziet ook mogelijkheden in de zeer precieze CRISPR-Cas9 gentechnologie, maar dan moet die wel open source worden, zodat de hele mensheid er wat aan heeft en zijn studenten ermee aan de slag kunnen. Tot nu toe heeft de inzet van gentechnologie vooral geleid tot een explosieve stijging van het gebruik van glyfosaat, laat hij zien met een grafiekje.

Net zoals mensen veel baat kunnen hebben bij poeptransplantatie, kun je in de landbouw de grond verbeteren met grondtransplantatie
Het microbioom
Johanna Fink-Gremmels en Corné Pieterse hielden een duopresentatie over de grote rol van het microbioom bij de gezondheid en groei van planten en dieren. Zowel bij dieren als planten blijkt het microbioom een doorslaggevende rol te spelen bij stressbestendigheid, ziekteresistentie en de nutriëntenopname. Pieterse liet met onderzoeksresultaten zien hoe planten beter presteren bij een gezond microbioom in de bodem.
Zowel in veehouderij als de akkerbouw kun je daarom probiotica en prebiotica inzetten om de chemie terug te dringen, stellen de twee wetenschappers, bijvoorbeeld met bacteriële zaadcoatings of bacteriënspray in de varkensstal. Net zoals mensen veel baat kunnen hebben bij poeptransplantatie, kun je in de landbouw de grond verbeteren met grondtransplantatie, laat Pieters zien.
Volgens Fink-Gremmels is het van belang om de chemie terug te dringen, omdat deze, net als de antibiotica in de artsenij, op den duur vooral resistente ziektekiemen oplevert. En de resistente ziektekiemen komen in het milieu en veranderen daar op grote schaal het microbioom.
Een goede bestrijding van ziekten en plagen is in elk geval van groot belang als we wereldvoedselproductie willen opkrikken, zegt Pieterse. Want 25% van alle productie gaat hieraan nog voor de oogst verloren.

it's the food, my friend 27 maart 2018
Michel Haring


De wereld voeden zonder chemie
De tegengeluiden kwamen deze avond vooral uit de zaal, van de boeren, van Agrifirm en zelfs een lobbyist van Bayer. Dick Veerman, hoofdredacteur van Foodlog, vervulde glansrijk de rol van moderator. Met zijn bronzen stemgeluid en een interactieve aanpak wist hij een levendig debat tussen zaal en sprekers tot stand te brengen, waarbij hij vrijwel alle boeren in de zaal actief betrok.
Veerman voelde eerst Haring aan de tand over het voeden van de wereld zonder chemie. Van de drie sprekers was Haring het meest expliciet over landbouwbeleid, met een duidelijke voorkeur voor een chemievrije aanpak. Als je de chemie wilt beperken, is het huidige topsectorenbeleid contraproductief, zei hij, want dat kijkt vooral naar het verdienmodel, en niet naar duurzaamheid.
Na enige druk beaamde Haring, naar aanleiding van een vraag van een van zijn eigen studenten in de zaal, dat in ontwikkelingslanden met sterk verarmde bodems en een tekort aan mest, de landbouw niet kan zonder aanvoer van nutriënten van buiten. "Dan moet je misschien toch een beetje chemie toevoegen."

De praktijk
De boeren in de zaal waren verdeeld. Rob van de Lindeloof van Agrifrim stond op het standpunt dat we gedeeltelijk zonder chemie kunnen, maar voorlopig niet. "We kunnen de efficiëntie van chemie nog niet missen. Van A naar Z komen kost tijd. We moeten eerst van A naar B. Er moet ook een verdienmodel voor de boeren zijn."
Heleen Lansink uit Haaksbergen vertelde dat haar man, officieel gediplomeerd kroosteler, bezig is het restproduct van eendenkroos - dat een plaatsgenoot gebruikt voor het maken van plastic - toe te passen in de eiwittransitie voor hun koeien. Verder willen ze koolstof toe gaan voegen aan de mest om die te laten rijpen waardoor de kunstmest achterwege kan blijven. Ook een melkveehouder uit Friesland geeft aan dat hij er samen met zijn buurman naar streeft om de kringloop meer te sluiten, de mest beter te benutten en daarmee de kunstmest af te bouwen. "We zijn op de goede weg."
Zijn buurman, de akkerbouwer, voegde toe, desgevraagd door Dick Veerman, dat de antibiotica in de mest van de koeien daarbij wel een zorgpuntje is. Hij heeft daarom om strorijke, composteerbare mest gevraagd. Maar het is nog niet zover. "De stal moet er nog komen. Dat is een gewaagde sprong. Maar ik ben ervan overtuigd: hoe gezonder de bodem, hoe gezonder de plant."

Johanna Fink-Gremmel
Johanna Fink-Gremmels


Wat ik in de praktijk zie, is dat er steeds meer chemie wordt gebruikt, ook door biologische boeren. Het gaat dan niet om synthetische chemie, maar om organische chemie. Die middelen zijn ook giftig. Vaak zijn ze giftiger en minder effectief, zodat ze vaker worden gespoten
Biologische boeren gebruiken ook steeds meer chemie
Michiel van Andel, die een gangbaar akkerbouwbedrijf in de Noordoostpolder heeft, kwam met een sterker tegengeluid. "Ik werk samen met biologische boeren en een van mijn beste vrienden is een biologische boer. Maar wat ik in de praktijk zie, is dat er steeds meer chemie wordt gebruikt, ook door biologische boeren. Het gaat dan niet om synthetische chemie, maar om organische chemie. Die middelen zijn ook giftig. Vaak zijn ze giftiger en minder effectief, zodat ze vaker worden gespoten. Ik heb het dan over een middel als Spinosad. Op dit moment kunnen we niet zonder chemie."

Geen boer is blij als hij de spuit pakt
Een andere jonge boer, Johan Barendregt uit Schermer, stelde dat alle boeren wel van de chemie afwillen, maar de praktijk is weerbarstig: "Of je als boer nu gangbaar of bio bent, je bent niet blij als je de spuit pakt. Het is een kostenpost. Ik denk dat er veel te winnen is met het microbioom, maar hoe lang duurt het om dat uit te dokteren? Corné Pieterse vertelde dat je maar 10% goede grond bij slechte grond hoeft te mengen om het microbioom ervan te veranderen. Maar ik heb 150 hectare grond. Dan ben ik de rest van mijn carrière bezig om grond te verplaatsen. Het wordt gepresenteerd alsof het makkelijk is. Maar het is zo verdomd moeilijk."
Barendregt wijst er ook op dat het economische verdienmodel, waar Haring op afgeeft, niet alleen iets van de agrochemische sector is: "Dat geldt ook voor de biologische middelen, voor de producten van Koppert. Die vertegenwoordiger van Koppert trekt een plant uit de grond en zegt: kijk eens wat een mooie wortels. Maar daarmee heb ik er nog geen zicht op, hoe dat bij mij op het land gaat uitpakken. Het maakt mij niet uit of ik chemie of biologie gebruik, ik wil het gewoon snappen."

Corné Pieters
Corné Pieterse


Niet domineren, maar faciliteren
Een duidelijk pro-geluid kwam van Arnold van Woerkom, die aardappelen en uien teelt in de Noordoostpolder. Hij noemt zichzelf een "ecologisch teler", ofschoon hij niet officieel biologisch werkt. "Ik heb mijn eigen kennisnetwerk gecreëerd en ben in de grond gedoken. Ik heb de bodemecologie beter leren begrijpen. Het communicatienetwerk van schimmels is bijvoorbeeld heel belangrijk. Wat wij op het bedrijf doen is: niet chemisch domineren, maar faciliteren met natuurlijke hulpstoffen. Aan de boeren die ermee worstelen zeg ik: kom maar bij ons kijken."
Dick Veerman: "Haal je net zo veel van je akkers als een gangbare boer?"
Arnold: "Ja, zeker weten!"

De rol van de lobby
De laatste vragensteller, Willem Koopman, komt met kritiek op de agrochemische lobby. Hij heeft een veredelingsbedrijf en werkt met schimmels en bacteriële coatings. Koopman: "Ik zit in de gewasbeschermingscommissie van Plantum en daar merk ik dat de lobby voor chemische middelen zeer sterk is. Als we toelating willen voor tijmolie of bier als natuurlijke bestrijding, mag dat in Nederland eventjes, maar vervolgens gaat de chemische lobby er met EU-regels voor liggen. De Nederlandse overheid laat dat gewoon gebeuren. We mogen dus geen bier gebruiken op het land, maar wel chemische middelen."
Michel Haring voegt toe: "Ik ben betrokken bij een onderzoek naar het gebruik van natuurazijn tegen onkruiden. Mijn studenten waren stomverbaasd toen Nefyto een lobby op gang bracht om azijn te onderwerpen aan Europese toelatingsverplichtingen. Alles wordt met hand en tand van veld gehouden."
Hinse Boonstra, Public Government Affairs Manager bij Bayer, reageert na afloop op de aanval van Koopman. Hij stelt dat we in de toekomst alle aanpakken nodig hebben: chemie, biologie en precisielandbouw. Die nuance in het debat miste hij een beetje, zegt hij. "In de publieke opinie bestaat het idee dat alles wat natuurlijk is, beter is dan chemie. Maar er zijn genoeg voorbeelden van biologische stoffen die net zo gevaarlijk of gevaarlijker zijn. Wij hebben ook producten met een heel laag risico, bijvoorbeeld Contans, en dat moeten we ook aan alle toetsingen onderwerpen. Je kunt niet bij voorbaat zeggen dat een product als bier, waar alcohol inzit, onschadelijk is. Er zijn veel stoffen waarvan we vroeger dachten: dat is prima. En later kom je erachter dat het negatieve bijeffecten heeft. De voorzorgsmaatregelen die voor chemische middelen gelden, moeten ook voor andere middelen gelden."



Op 24 april vindt het 3e debat van "It's the food, my friend" plaats, over de technologische revolutie in de voedselketen. Gespreksleider is deze keer Joszi Smeets. Met: Melanie Peters, Paul van Ham en Anne Bruinsma
Dit artikel afdrukken