De bevindingen van de onderzoekers, een groep onafhankelijke deskundigen onder wie ook 2 Nederlandse experts, zijn gerapporteerd door The International Commission on Microbiological Specifications for Foods (ICMSF), een non-gouvernementele organisatie.

'Miljarden maaltijden'
Er blijkt geen enkel gedocumenteerd bewijs te zijn dat voedsel of verpakkingen SARS-CoV-2 kunnen overdragen, laat staan dat ze Covid-19 hebben veroorzaakt. Expliciet zeggen de onderzoekers dat "ondanks de vele miljarden maaltijden die mensen hebben gegeten" en voedselverpakkingen die ze in handen hebben gehad, er tot op heden geen bewijs is dat voedsel, voedselverpakkingen of voedselverwerking een bron of belangrijke transmissieroute is voor SARS-CoV-2, die geresulteerd heeft in Covid-19.

De aanwezigheid van een virus (een 'infectious agent') op een levensmiddel betekent nog niet dat het eten of drinken daarvan tot een infectie leidt. In de publicatie wijzen de onderzoekers op het verschil tussen 'hazard' en 'risk'. Het virus kán op levensmiddelen zoals varkensvlees voorkomen, dat werd eerder deze week nog eens bevestigd: ook na 3 weken koeling of diepvries was het virus nog intact op varkensvlees, kip en zalm. Maar tot op heden is er nog niemand door het eten van die levensmiddelen ziek geworden.

Toch hebben verschillende landen, met name China, nadat het coronavirus werd aangetroffen op geïmporteerde levensmiddelen, de import stopgezet. Dat gebeurde onder meer met de import van zalm uit Noorwegen, kip uit Brazilië, garnalen uit Ecuador en varkensvlees uit verschillende delen van de wereld. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) was dat niet nodig geweest, omdat de eventuele overdracht van het virus via voedsel onwaarschijnlijk was. Ook de EFSA durfde in de begindagen van de pandemie al te zeggen dat er weinig aanwijzingen zijn dat eten of drinken tot Covid-klachten kunnen leiden.

'Weggegooid geld'
Nu ook uit dit nieuwste onderzoek blijkt dat SARS-CoV-2 geen voedselveiligheidsrisico met zich mee brengt, raadt ICMSE aan levensmiddelen niet te testen op het virus, schrijft VMT. De ICMSE vindt testen weggegooid geld; bovendien leiden importstops wat de organisatie betreft tot ernstige verstoringen in de wereldwijde handelsstromen van levensmiddelen.

Desalniettemin moeten voedselveiligheidsautoriteiten en de levensmiddelenindustrie alert zijn op nodeloze verspreiding van SARS-CoV-2 virus in omgevingen waar met voedsel gewerkt wordt en de kans op besmetting van de werknemers onderling groot is. Dat is bijvoorbeeld het geval in slachthuizen over de hele wereld, waar slechte ventilatie, lage temperaturen en onvoldoende afstand aan de bron bleken te staan van grootschalige besmettingen. Dergelijke situaties komen ook voor in de visverwerkende industrie.
Dit artikel afdrukken