Vóór bedrijven uit andere sectoren met unieke opschaalbare proposities, werd het op de tuinbouw (kassen) en inmiddels ook op teelt in de bedekte en zelfs open vollegrondsteelt gerichte bedrijf onder de rook van Rotterdam de onbetwiste nummer één.
Koppert richt zich op het ontdekken en toepassen van natuurlijke bestrijders in cultuurteelten. Het bedrijf is een pionier op het gebied van moderne agro-ecologie. Het begon zo'n 50 jaar geleden toen oprichter Jan Koppert zich realiseerde dat het gebruik van gifstoffen uiteindelijk tot een cascade van problemen leidt. Beter zou het zijn de weg terug te vinden naar natuurlijke evenwichten - de natuur hoeft niet te 'spuiten' omdat ze naar een natuurlijke balans streeft tussen samenwerkende dier- en plantensoorten en micro-organismen - die toch kunnen worden toegepast in moderne, efficiënte teeltvormen.
Het door het FD samengevatte oordeel van de jury luidt: Schitterend snelgroeiend bedrijf dat met biologische gewasbescherming op duurzame wijze bijdraagt aan oplossing van het wereldvoedselprobleem en op de markt van microbiologie potentieel disruptief kan zijn.
Koppert heeft inmiddels 35 vestigingen in 27 landen. Het bedrijf verkoopt ruim tachtig ‘natuurlijke vijanden’ tegen plagen en ziekten in de tuinbouw en realiseert een jaarlijkse omzetgroei van 12,5%. In 2015 zette Koppert €160 miljoen om bij een winst van €6,5 miljoen. 10% van de omzet wordt ingezet als R&D om nieuwe producten te ontwikkelen.
Koppert is marktleider op zijn gebied. Internationaal moet het bedrijf, schrijft het FD, "opboksen tegen chemiereuzen als Monsanto en BASF, die behalve de gifspuit ook steeds vaker biologische oplossingen zoeken. Maar Koppert heeft een halve eeuw ervaring in wat volgens kenners de toekomst heeft: plaagbestrijding met levende organismen."
Voorlopig zou het met zo'n voorsprong nog een flinke hap moeten kunnen nemen uit de markt die door de genoemde traditionele 'gifspuiters' wordt bediend.
Op 30 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Na 49 jaar bouwen aan biologische bestrijding, beginnen we pas net. (Voor wie dat niet wist, ik leid de sales en marketing voor Nederland bij Koppert). Inderdaad, de grote multinationals bewegen ook richting 'biologicals', biobased middelen. Er is plenty ruimte en brood voor iedereen, de beweging moet groter worden en versnellen. Koppert is de enige die die middelen combineert met insecten en mijten en bestuivers maar vooral met kennis hoe al die dingen (en chemische middelen) met elkaar te combineren zijn. Dat is de kracht. Veel telers en bkeren denken nog in chemisch en kunstmest. Echter, onze grootste natuurlijke vijand is de wetgeving die het moeilijk maakt voor organische, laag-risico middelen om snel en betaalbaar een toelating te krijgen.
Hier hebben wij een vergelijkbaar soort bedrijf die haar diensten levert aan ook ons, de De Groene Vlieg, die o.a. met steriele mannetjes techniek in uien werkt. De larven doen de schade. Elke week komt dan iemand langs met nieuwe (steriele) vliegen. Er vind dus amper tot geen bevruchting plaats, zodat er geen larven de kans kunnen krijgen. De Groene vlieg bestond al toen ik stage liep, zo'n 30 jaar geleden. Het is inderdaad concurrerend met gecoat zaad met insecticiden.
Jack, ook simpele Nederlandse tuinders denken eerst aan de portemonnee. Biologisch bestrijden is gewoon goedkoper, zeker op de lange termijn.
Ik ben overigens helemaal niet bang voor een overname door Syngenta of aanverwant bedrijf. Er is geld te verdienen met biologische bestrijders, dus die trein gaat gewoon door, onder welke vlag dan ook.
Hoe lang voordat Monsanto of Syngenta met een vette buidel wappert? Ik hou m'n hart vast.
Mooi. En Koppert gefeliciteerd. Ik heb het artikel in grote lijnen vertaald voor onze veehouders. Die begrepen er niets van, ik kreeg namelijk een antwoord 'het gebruiken van natuurlijke stoffen of dieren (zoals bijen voor bestuiving) is toch altijd goedkoper dan synthetische middelen?'
Zo zie je maar weer. Wij willen de wereld proberen te redden en er aan verdienen, een simpele Uruguyaanse veehouder denkt eerst aan zijn portemonnee voordat hij - per ongeluk - probeert de wereld te redden. Daar 0,9 inwoners per km2, hier iets meer. Dat verklaart veel.