Het leek er even op dat er een einde was gekomen aan het door nutriënten gedomineerde debat over voedsel. Niet meer die eindeloze discussies over een bepaald stofje. Ik noem maar iets: sulforafaan in broccoli. Of dat nu wel of geen gunstig effect op het ontstaan van kanker heeft.

In plaats daarvan zou er vanaf nu gesproken worden over voedingspatronen, leefstijlen en andere omgevingsfactoren. Het debat verplaatste zich van het laboratorium naar de straat. Een goede ontwikkeling, als het de bedoeling is tot nuttige inzichten te komen over voeding en gezondheid. Vooral in een tijd waarin voeding de gezondheid bedreigt.

De nutriënten slaan terug
‘De laatste jaren zijn wetenschappers minder naar afzonderlijke voedingsstoffen gaan kijken, maar meer naar de relatie tussen voedingsmiddelen, voedingspatronen en gezondheid. De voedingsstoffen zijn natuurlijk nog steeds van belang, maar het geheel is meer dan de som der delen.’ Dat zegt de eminente voedingswetenschapper Daan Kromhout in zijn hoedanigheid als voorzitter van de Beraadsgroep Voeding van de Gezondheidsraad, in een persbericht.

De Gezondheidsraad, een adviesorgaan van de overheid, is bezig de nieuwe Richtlijnen Goede Voeding op te stellen, die in 2015 zullen verschijnen. Het beleid van het zo geplaagde Voedingscentrum zal op die nieuwe benadering gebaseerd worden. De Schijf van Vijf gaat op de schop, dat is beloofd.

De sterren staan gunstig voor een holistischer debat over voeding. Er is dit jaar nog geen dieetboek met restrictieve opvattingen over bepaalde voedingsstoffen verschenen, geen opvolger van de Voedselzandloper dus. Zonder zijn succesvolle eiwitrijke dieet te verlaten, richt Dr. Frank van Berkum zich in zijn nieuwe boek op een ander aspect van obesitas, het Hongerige Brein. Dat is ook meteen de titel van het boek dat in het najaar verschijnt.

Maar onderschat nooit een goed laboratorium. Of een academische werkgroep epidemiologie. De nutriënten slaan terug als je ze het minst verwacht. En ze nemen de hele discussie over.

Het A-woord
De afgelopen week viel in de pers, ook op Foodlog, het gevreesde A-woord weer: antioxidanten. Amerikaanse onderzoekers beweren dat supplementen met een antioxidante werking, en dat zijn er nogal wat, niet helpen tegen het voorkomen van kanker. In de eerste plaats omdat die stoffen niet doordringen tot waar ze zouden moeten werken, in de mitochondriën van elke cel. In de tweede plaats omdat het oxidatieproces in de (kanker)cel een delicate balans is tussen antioxidanten en oxidanten, die door de cel zelf worden aangemaakt en verbruikt. In de kankercel werken antioxidanten juist hard mee aan de celgroei.

Die bevindingen komen overeen met wat we zo langzamerhand wel weten. Alleen orthomoleculaire behandelaren geloven nog dat voedingssupplementen met hoge doseringen antioxidanten werken, maar die zijn dan ook erg hardleers. Het Voedingscentrum heeft in een recente publicatie over superfoods weer eens korte metten gemaakt met de antioxidantenmythe.

Maar zo gemakkelijk geven de antioxidanten zich niet gewonnen.

Gif, geen speld tussen te krijgen
‘Toch duidelijk meer antioxidanten in biologische groente,’ luidde de kop boven een kort nieuwsbericht op Foodlog op 14 juli. Dat was de uitkomst van een literatuurstudie door statistici van de Universiteit van Newcastle. 343 academische werkstukken werden vergeleken en de uitkomst was duidelijk: biologisch geteelde groente bevat meer gezonde plantaardige chemicaliën dan conventionele.

Die uitkomst sprak aan. Want natuurlijk maakt het uit hoe groente geteeld wordt, dat snapt iedereen. Een belangrijke andere conclusie van de literatuurvergelijking was dat er in biogroente minder landbouwgif zit. Ook dat snapt iedereen.

Daarmee werd een groot onderzoek van de Universiteit van Stanford uit 2012 weersproken. Dat onderzoek had als teneur dat er geen noemenswaardig verschil in voedingsstoffen tussen biologisch en conventioneel geteelde groente is. Dat inzicht gold tot deze week als een valide ontkrachting van de biomythe.

Waarom zou broccoli ineens meer gezonde voedingsstoffen bevatten als het door een biologische boer wordt geteeld? Maken die beetjes kunstmest en pesticide, allemaal binnen strenge normen toegevoegd, echt zoveel uit?

Wie niet wil dat er landbouwgif, zoals cadmium, ophoopt in de lichaampjes van onze kinderen, geeft zijn of haar kroost voor de zekerheid biologische groente te eten. Daar is geen speld tussen te krijgen. Maar verder moet de kritische consument het vooral van zijn geloof hebben. Want of de sulforafaan in de broccoli van hun moeder de mannelijke kinderen tegen prostaatkanker zal beschermen als ze ouder zijn, is onmogelijk te bewijzen.

De logica leert dan dat het ook niet uitmaakt of die broccoli van biologische of van conventionele herkomst is. Beide zijn even onbewijsbaar wel of niet gezond. Als de restaurantcriticus van de Volkskrant van zijn hoofdredacteur onbeperkte ruimte krijgt zich te profileren als biologische broccoli-activist, kan dat hooguit als een poging tot culinaire camp gewaardeerd worden. Kletspraat blijft het.

Biolobby
Helaas zijn we nog niet van de antioxidanten af. Ze zoeken het hogerop, waar ze verdeeldheid zaaien.

De Amerikaanse voedingsdeskundige Marion Nestle houdt een zeer leesbaar en informatief blog bij, Food Politics. Zij schrijft daarop geregeld over zaken die zich onttrekken aan het oog van de consument, maar ook die van de journalist, die geen toegang tot alle feiten heeft. Ze leest de kleine lettertjes van de onderzoeken. In die uit Newcastle stuitte ze op iets opmerkelijks: de studie was niet onafhankelijk gefinancierd.

Een van de geldschieters was de Sheepdrove Trust, dat onderzoek naar biologische en duurzame landbouw en veeteelt sponsort. Dat fonds is ingesteld door de Sheepdrove Organic Farm, een biologische boerderij, webwinkel, conferentieoord en trouwlocatie in Berkshire, Engeland. De organisatie heeft mooie doelen, puike producten en een professionele pr. De ronkende Wikipediapagina hebben ze door een in biocommunicatie gespecialiseerd bedrijf laten schrijven.

Bestaat er dan zoiets als een biolobby? Maar natuurlijk. Marion Nestle twijfelt daar niet aan. Het is bijna een economische wet dat waar geld te verdienen valt, gelobbyd wordt. Die wet geldt ook voor de snel groeiende biologische markt.

So what?
Nestle merkt op dat onderzoekers altijd schrijven dat de subsidiegevers geen invloed hadden op de opzet, uitvoering en gepubliceerde resultaten van hun studie. Maar ‘het is een verbazingwekkend toeval dat de uitkomsten van gesponsorde onderzoeken bijna altijd gunstig uitpakken voor de belangen van de sponsor.’

Of dat nou Coca-Cola is of een biologische superboer.

Los van het twijfelachtige uitgangspunt en de verdachte financiering blijft er nog een vraag hangen over de uitkomst van dit Engelse onderzoek: ‘So what?’ Wat maakt het uit of biologische broccoli meer antioxidanten bevat, als die al gezond zouden zijn? Eet een stronkje conventionele broccoli extra en het probleem is opgelost.

Fotocredits: Kellogg's Chocolatey Peanut Butter Fiber Plus Antioxidants Chewy Bars, uitsnede, The Impulsive Buy
Dit artikel afdrukken