1 min
Milieuorganisaties en wetenschappers praten vandaag in Utrecht voor het eerst met boeren en landbouworganisaties over de toekomst van het natuurbeheer na een wetenschappelijke analyse door de Nijmeegse Radbouduniversiteit van een insectenonderzoek door Duitse amateur-onderzoekers. Daaruit bleek een spectaculaire teruggang in de insectenstand met driekwart in een periode van een kwart eeuw.
Pers en politiek mogen er niet bij zijn omdat, zo zegt de Groningse hoogleraar ecologie Han Olff, “iedereen vrijuit moet kunnen praten. Het is best een ingewikkeld overleg.” Olff is één van de initiatiefnemers van het besloten biodiversiteitsdebat, waaraan 35 beleidsmakers, bestuurders en directeuren deelnemen.
Op het onderzoek is inmiddels kritiek vanuit zowel Duitse statistici als Nederlandse onderzoekers van de Wageningse Universiteit. Olff wuift die kritiek weg als 'flinterdun'. Hij sneert naar zijn Wageningse collega's: "Wageningse entomologen, van wie je zo’n studie zou verwachten, waren kennelijk druk met andere dingen. Maar: de Nederlandse natuur verdient nu biodiversiteitsherstel, niet dit soort pogingen elkaar vliegen af te vangen – want die zijn er toch echt steeds minder."
Professor Frank Berendse, emeritus hoogleraar natuurbeheer in Wageningen, is nog stelliger. "Voor zover ik kan zien", zegt hij, "is het onderzoek statistisch op een doeltreffende manier uitgevoerd. Dit soort datasets die een periode van bijna 30 jaar beslaan, zijn nu eenmaal zeer zeldzaam. Als je die niet gebruikt, gooi je zeer waardevolle informatie weg."
De Duitse kritiek richt zich tegen de schijnprecisie waarmee de onderzoeksgegevens naar buiten zijn gebracht. De Wageningse tegen evidente methodologische gebreken. De uitspraken over het onderzoek doen alsof er een zorgvuldige langjarige monitoring over een breed verspreid aantal gebieden is gedaan. Dat is niet het geval. Kennelijk was er altijd iets bekend dat niettemin door 'slecht' onderzoek nu pas tot een overleg leidt tussen boeren, natuurorganisaties en bezorgde wetenschappers.
Daar is uiteraard een goede reden voor: al vele jaren valt bijvoorbeeld te constateren dat de ruiten van auto's in de zomer nauwelijks meer vuil worden. De vraag luidt dan ook wanneer we bewijs voldoende overtuigend vinden om in actie te komen en waarom schone voorruiten niet motiveerden, maar het amateuronderzoek - met zijn uiteraard vele onvolkomenheden - wel.
Op 29 november aanstaande vindt een openbare hoorzitting in de Tweede Kamer plaats over de insectensterfte.
UPDATE (22 november, 8:45 uur):
Dit artikel afdrukken
Op het onderzoek is inmiddels kritiek vanuit zowel Duitse statistici als Nederlandse onderzoekers van de Wageningse Universiteit. Olff wuift die kritiek weg als 'flinterdun'. Hij sneert naar zijn Wageningse collega's: "Wageningse entomologen, van wie je zo’n studie zou verwachten, waren kennelijk druk met andere dingen. Maar: de Nederlandse natuur verdient nu biodiversiteitsherstel, niet dit soort pogingen elkaar vliegen af te vangen – want die zijn er toch echt steeds minder."
Professor Frank Berendse, emeritus hoogleraar natuurbeheer in Wageningen, is nog stelliger. "Voor zover ik kan zien", zegt hij, "is het onderzoek statistisch op een doeltreffende manier uitgevoerd. Dit soort datasets die een periode van bijna 30 jaar beslaan, zijn nu eenmaal zeer zeldzaam. Als je die niet gebruikt, gooi je zeer waardevolle informatie weg."
De Duitse kritiek richt zich tegen de schijnprecisie waarmee de onderzoeksgegevens naar buiten zijn gebracht. De Wageningse tegen evidente methodologische gebreken. De uitspraken over het onderzoek doen alsof er een zorgvuldige langjarige monitoring over een breed verspreid aantal gebieden is gedaan. Dat is niet het geval. Kennelijk was er altijd iets bekend dat niettemin door 'slecht' onderzoek nu pas tot een overleg leidt tussen boeren, natuurorganisaties en bezorgde wetenschappers.
Daar is uiteraard een goede reden voor: al vele jaren valt bijvoorbeeld te constateren dat de ruiten van auto's in de zomer nauwelijks meer vuil worden. De vraag luidt dan ook wanneer we bewijs voldoende overtuigend vinden om in actie te komen en waarom schone voorruiten niet motiveerden, maar het amateuronderzoek - met zijn uiteraard vele onvolkomenheden - wel.
Op 29 november aanstaande vindt een openbare hoorzitting in de Tweede Kamer plaats over de insectensterfte.
UPDATE (22 november, 8:45 uur):
Intentieverklaring tot gezamenlijke aanpak voor herstel biodiversiteit platteland: 18 organisaties uit wetenschap, landbouw, natuurbeheer, retail en agroindustrie zijn het eens dat er een #Deltaplan_Biodiversiteitsherstel moet komen! https://t.co/E4NLGDtV3f
— Han Olff (@hanolff) November 22, 2017
Nog 5
Je hebt 0 van de 5 kado-artikelen gelezen.
Op 11 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 11 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Lourens, dat is een leuke. Dank! Er zijn dringend old timers uit de jaren '70-'90 van de vorige eeuw nodig die naast zo'n modern ding door de polder rijden.
Twee weekjes testen en we zijn eruit. Het is een supersimpel comparatief testje. Ogen leveren het bewijs.
Tsjonge, wat had mijn vader altijd een poetswerk na zo'n ritje vanuit ons dorp Huizen naar Almere in de zomer.
Conclusies trekken n.a.v. insecten op autoruiten blijkt nog niet zo eenduidig. Dat auto's steeds gestroomlijnder zijn geworden, maakt veel verschil, maar blijkbaar vooral de snelheid.
De Beierse Rundfunk wijdde er een item aan: Warum kleben keine Insekten mehr auf der Windschutzscheibe?
De Duitse bioloog Josef Settele beschrijft hoe er bij 30 km snelheidsverhoging (100-->130), tien keer zoveel insecten op z'n voorruit bleven plakken: 'Ich war mit einem Opel Ascona dieselbe Autobahnstrecke von 2-300 km an zwei aufeinanderfolgenden Tagen unter praktisch identischen Witterungsbedingungen gefahren, einmal mit ca. 100 km/h und einmal mit ca. 130 km/h. Die 'Einschläge' bei der höheren Geschwindigkeit waren mehr als 10mal so hoch wie die bei der niedrigeren."
Dat lijkt bevestigd door de uitkomsten van de Nederlandse Splashtest die laat zien dat de meeste insecten op het kenteken komen bij ritten van of naar Groningen, Friesland, Drenthe, Zeeland. Aangezien landbouw als hoofdschuldige voor insectensterfte wordt gezien, zou men daar juist de minste 'splashers' verwachten. Of kunnen de auto's daar gewoon lekker door-racen en rijden ze in de (rand)steden meestal stapvoets in de file? (onbegrijpelijk dat men dat blijft doen, maar dat is een ander verhaal)
Zelfs Duitse politici constateren al dat hun dienstauto(in dit geval Mercedes-Benz S-Klasse 300 Bluetec Hybrid). Die trägt genau schoner blijft, en vergelijkt de verdwijnende insecten met het eerdere 'Waldsterben'. Schuld zijn Gif, mest, landbouw, en natuurlijk de Klimawandel.
#14-17 Als we het eens kunnen worden over de urgentie van het probleem, dat wordt veroorzaakt door het gebruik van bestrijdingsmiddelen, is het van groot belang dat de toelatingsprocedures voor bestrijdingsmiddelen grondig worden herzien, en toxicologen worden betrokken bij de plannen voor herstel van biodiversiteit. Het Deltaplan moet naar mijn overtuiging in een groter kader worden geplaatst, en er zouden duidelijk omschreven uitgangspunten moeten worden geformuleerd, die veel verder moeten gaan dan vrome intentieverklaringen.
Reinout, dank. Dat is boeiend onderzoek. Vandaag zou je het met sensoren en een GPS'je kunnen doen.
Heel waardevol om de effecten van het Deltaplan te meten en nu een 0-meting op die manier te doen.
Dick, ik kwam deze link tegen wat betreft je insectenloze autoruit. Kan iemand mij vertellen hoe serieus dit onderzoek te nemen is?
De splashsteller