Het Krefeld-onderzoek vestigde de aandacht op de onzekerheid over de wereldwijde insectenstand. Alle reden dus voor een nieuw onderzoek. Wetenschappers van het Duitse Centre for Integrative Biodiversity Research (iDiv) pakten het groots aan. Ze plozen 166 lange termijnstudies uit die op 1.676 verschillende plekken de insectengezondheid in kaart hadden gebracht, sommige al vanaf 1925.

Het resultaat van het grootste metaonderzoek naar insectensterfte aller tijden is gepubliceerd in Science: "De wereldwijde gezondheid van insectenpopulaties is veel gecompliceerder dan eerder werd gedacht," schrijft de BBC.

Het is niet overal ter wereld zo alarmerend als in Krefeld. Regionaal zijn er belangrijke verschillen: "in Noord-Amerika boeren insecten al heel lang achteruit, maar het tempo waarin dat gebeurt lijkt niet toe te nemen, integendeel zelfs. In Europa is de teruggang van insecten recenter begonnen, maar gaat die nu steeds sneller," denkt Trouw.

Landinsecten: achteruitgang
Gemiddeld blijkt er sprake te zijn van een achteruitgang van 0,9% per jaar - onder landinsecten. "Dat is zeer ernstig," zegt hoofdauteur Roel van Klink. "Over meer dan 30 jaar betekent het een kwart minder insecten. En omdat het een gemiddelde is, zijn er plaatsen waar het veel erger is dan dat." De sterkste achteruitgang was te zien in het westen en midden-westen van de Verenigde Staten en in Europa, met name in Duitsland.

Het leuke aan insecten is dat de meeste soorten ongelooflijk veel nakomelingen hebben, dus als je het leefgebied op de juiste manier verandert, zullen we ze heel snel zien herstellen
Zoetwaterinsecten: groei
Met het aantal zoetwaterinsecten (denk aan eendagsvliegen of haften) gaat het juist goed, dat laat een groei zien van 1,08% per jaar. De meeste vooruitgang was te zien in noord-Europa, het westen van de VS en, sinds 1990, in Rusland. De verklaring is volgens de wetenschappers te vinden in het feit dat het wettelijk aanpakken van vervuilde rivieren en meren zijn vruchten begint af te werpen.

Geen reden om ons rijk te rekenen. De waterinsecten kunnen de achteruitgang van de landinsecten niet goed maken. "Ze zijn maar een fractie van de insecten op het land", aldus Van Klink. "Hooguit 10%." Ze spelen geen rol als bestuivers. En zoetwater maakt maar 2,4% van 's werelds aardoppervlak uit, rekent The Conversation voor.

Geen eenduidige oorzaak
Uit het onderzoek komt niet één duidelijke oorzaak naar voren. Wel wijzen de onderzoekers op het verlies van habitats door voortschrijdende verstedelijking. Het totaalbeeld is complex. Zo kan het in vlak bij elkaar gelegen geografische gebieden gebeuren dat sommige insecten het goed doen naast leden van dezelfde soort die het moeilijk hebben.

Van Klink besluit op een bemoedigende noot: als het voor waterinsecten gelukt is de neerwaartse trend om te buigen, kan dat voor landinsecten, met de juiste maatregelen, vast ook. "Het leuke aan insecten is dat de meeste soorten ongelooflijk veel nakomelingen hebben, dus als je het leefgebied op de juiste manier verandert, zullen we ze heel snel zien herstellen."
Dit artikel afdrukken