"Il faut penser printemps" (we moeten net doen of het al voorjaar is), zei Emmanuel Macron twee weken geleden in een van zijn lange speeches bestemd voor Franse boeren. Hij was in Saint-Genès-Champanelle (Puy-de-Dôme), ten zuiden van Clermont-Ferrand en citeerde de in de eerste helft van de 20e eeuw populaire filosoof Alain die met de metafoor 'in januari alvast doen alsof het voorjaar is' zei dat wie wil slagen zich vroeg en goed moet voorbereiden.

Liberaal, sociaal en lokaal
Macron was net terug uit Davos, waar hij de bovenbazen van andere landen en de grootste bedrijven in de wereld toesprak. Daar legde hij in het Engelse deel van zijn speech uit dat we een liberale wereld nodig blijven hebben. In het Franse deel zei hij even nadrukkelijk dat we een sociale wereld met nieuwe, internationaal verbindende spelregels nodig hebben. Voor de Franse boeren, in het hart van de provincie, zei hij dat er ook lokale spelregels nodig zijn. Wat bedoelt Macron, die zich niet alleen nadrukkelijk als Franse president maar ook als moreel en visionair leider van een nieuwe Europese Unie krachtig doet gelden?

Budget GLB naar defensie, immigratie en het Britse gat
Onlangs lekte een vertrouwelijk memo uit waarin de Franse regering zich aanpakkend en positief opstelt ten aanzien van het verdampen van de Europese landbouwsubsidies.

Dat is een novum, want Frankrijk is van oudsher het land dat altijd sterk pro subsidies was om zijn weinig efficiënte landbouw met compensaties concurrerend te houden. Het nieuwe Franse beleid keert zich tegen Eurocommissaris Phil Hogan (Landbouw) die ijvert voor het zoveel mogelijk intact laten van het budget van Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).

Eurocommissaris Oettinger (Begrotingszaken) omarmde het Franse voorstel gretig. Hij liet weten dat er alvast 5-10% van het landbouwbudget af zal moeten omdat de als gevolg van brexit wegvallende bijdrage van de Britten aan het EU-budget opgevangen moet worden.Logisch, want de Europese landen willen niet meer belastingen heffen die naar Brussel vloeien, maar er is wel geld nodig om immigratie vanuit landen rond de Middellandse zee in goede banen te leiden en terrorisme tegen te gaan. Dat kost veel geld en zal betaald moeten worden vanuit het grootste budget dat Brussel beschikbaar heeft: dat van landbouw (ruim €400 miljard over de periode 2014-2020). Deze onvermijdelijke ontwikkelingen vinden plaats op een moment waarop de landbouw in crisis is.

Economisch gezien is 'eerlijke prijs' wartaal. Er zijn marktprijzen en gereguleerde prijzen. Bij overaanbod het verlies van een boer op zijn kostprijs dekken door een subsidie heeft niets met 'eerlijke prijzen' te maken, maar met het laten voortbestaan van een systeemfout: overproductie
Brussels oplossing kan 'te groot aanbod' niet oplossen
Boeren verdienen niet genoeg. Brussel denkt dat probleem op te lossen door boeren zich beter te laten verenigen. Onder de titel De boer slaat terug maakte het FD afgelopen weekend duidelijk dat klagende boerenorganisaties door hun lobby sympathie hebben weten te wekken bij de Brusselse bestuurders. Die laatsten willen hen de mogelijkheid bieden om gezamenlijke verkoopmacht op te bouwen teneinde betere prijzen te bedingen.
Of dat gaat werken valt te bezien. In Nederland moesten varkensslachter Vion en groentenverkooporganiatie The Greenery twee decennia geleden al voor een soortgelijke marktmacht zorgen. Beide experimenten hebben duidelijk gemaakt dat bij een te groot aanbod van onverwerkt agrarisch product, de prijs voor boeren slecht blijft.

Daar zit precies de crux van het boerenvraagstuk: ze proberen door net iets goedkoper te produceren, een concurrentieel voordeeltje te behalen op een andere boer met als doel een betere deal te kunnen doen met een handelaar of inkoper. Als ze dat allemaal tegelijk doen (en dat doen ze), is er altijd sprake van overaanbod - met uitzondering van jaren met slecht oogsten. In zulke jaren zijn de prijzen goed, maar kunnen door de lage volumes veelal de kosten ook al niet gedekt worden. De echt goede jaren voor boeren blijven doorgaans beperkt tot de jaren waarin net te weinig aanbod circuleert. Dan is het volume goed en de prijs voldoende hoog.

Deze basale economische inzichten zijn in alle tekstboeken terug te vinden. In het politieke discours is echter het begrip 'eerlijke prijs' ingeburgerd geraakt. Ook Nederlands landbouwminister Schouten gebruikt het begrip, dat economisch gezien uitsluitend als wartaal kan worden gezien. Er zijn marktprijzen en gereguleerde prijzen. Wie bij overaanbod het gebrek aan dekking (het verlies) van de boer voor zijn kostprijs wil compenseren met een subsidie regelt 'eerlijke prijzen', maar houdt een systeemfout in stand: overproductie. Die ontstaat als ondernemers hun aanbod niet op de vraag weten af te stemmen omdat ze elkaars productie niet kennen, maar die bij voorbaat willen overtroeven om wat goedkoper te kunnen zijn.

Macron kiest voor een soort Canadees beleid. Dat land laat boeren in eigen land concurreren om op basis van eigen standaards een voldoende aantrekkelijk geprijsd product te krijgen. Wie de concurrentie in eigen land niet kan bijhouden, wordt niet beschermd; de markt als geheel geniet wel degelijk bescherming
Canadees en subsidiair
De Franse president meent daar iets op te hebben gevonden. Stéphane Travert, zijn minister van Landbouw, presenteerde afgelopen week een wetsvoorstel dat geheel in lijn is met de hier al eerder besproken contouren van zijn Etats Généraux de l'Alimentation. Supermarkten moeten producten met een opslag van minimaal 10% op de inkoopprijs verkopen. Wel mogen ze onder bepaalde voorwaarden beperkte aanbiedingen doen. Maar zelfs '2 halen, 1 betalen' mag niet meer. Het voorstel was al uitgelekt en kreeg forse kritiek van François Ruffin, een linkse Franse politicus, die liever stringente maatregelen had gezien om de prijzen voor boeren te reguleren.

Macron kiest daar niet voor. Hij kiest voor een soort Canadees beleid. Dat land laat boeren in eigen land concurreren om op basis van eigen standaards een voldoende aantrekkelijk geprijsd product te krijgen; de standaards garanderen voldoende exclusieve toegang tot hun thuismarkt en houden het land zelfvoorzienend. Wie de concurrentie niet kan bijhouden, verdwijnt omdat consumenten niet met al te gek hoge prijzen kunnen worden opgezadeld. De thuismarkt als geheel wordt wel beschermd op grond van het - internationaal geaccepteerde - argument dat het land zijn voedselzekerheid en -souvereiniteit moet mogen garanderen als het dat wil.

Dat eigen, nationale product moet via langjarige verkoopcontracten aan verwerkende bedrijven (zoals bijvoorbeeld zuivelaars en worstfabrieken) en supermarkten worden verkocht. Boodschappen zullen er wat duurder op worden, maar de pijn van dit landbouwbeleid wordt heel gelijkmatig over de gebruikers verdeeld en is tevens een voedselzekerheidsgarantie waar iedereen naar rato van zijn consumptie aan bijdraagt. Dat zorgt voor stabiliteit, een op het aanbod afgestemde prijs, de ecologische vernieuwing én de onafhankelijk van de importen van veevoer en stikstof die de president in zijn speech duidelijk maakte te wensen. Pesticiden, GMO-teelten en in het bijzonder glyfosaat moeten zoveel mogelijk wijken. De afhankelijkheid van veevoer (40%) en stikstof (60%) uit het buitenland moeten zo snel mogelijk worden afgebouwd.
Het leven zal er wat duurder van worden, maar dat mag geen probleem zijn zolang het niet onbetaalbaar wordt én de natie in ons aller belang beschermt. De Franse supers en consumentenorganisaties zien nog niet helemaal hoe dat precies gaat uitpakken en zijn kritisch, maar staan niet afwijzend tegenover het idee. De turn-around die ingaat bij de Franse supermarktgigant Carrefour, staat zelfs al in het teken van het keten-voedselbeleid van Macron.

In zijn speech voor de boeren bij Clermont-Ferrand nam Macron het woord 'subsidiariteit' in de mond. Daarmee gaf hij aan dat ieder EU-land, mogelijk zelfs ieder gebied daarbinnen voor de context ter plekke geldende regels moet kunnen maken om niet kostendekkende prijsvorming tegen te gaan. Zijn politiek is duidelijk: supermarkten moeten lange termijn contracten sluiten met de beste boeren en mogen niet stunten met hun producten. Het beleid wordt tijdens een proefperiode van enkele jaren uitgeprobeerd en geldt tevens als een voedselbeleid dat tot een gezondere voeding van het land moet leiden.

Mogelijk volgt Duitsland
Eerder deze week werd bekend dat Duitsland op het gebied van ecologie dezelfde weg kiest als Frankrijk. Of het land ook met een ketenaanpak en een systeem van prijsbinding komt is niet duidelijk, maar niet uitgesloten. Het land - waar de onderhandelaars van de 'GroKo' (de Grote Coalitie) van Merkels vermoedelijk nieuwe regeringsploeg vanmorgen een akkoord bereikten - staat voor soortgelijke vraagstukken als Frankrijk, ook al is de boerenstand er in veel gevallen moderner. Macron toont meer visie op Europa en gedraagt zich presidentiëler dan heel Brussel bij elkaar; de Duitse bondskanselier Angela Merkel heeft hem nodig om de EU bij elkaar te houden. Uitgesloten is een sterk op Macrons beleid georiënteerde invulling van het nieuwe GLB daarom niet.

De Nederlandse supers pleiten - net als Macron - voor de vorming van vaste ketenrelaties, maar kunnen hooguit een kwart van onze boeren onderdak bieden
Nu naar Nederland. We zijn hét agri-exportland binnen de EU. We houden niet van regulering, maar lijken ons op ministerieel niveau amper te realiseren dat wie om 'eerlijke prijzen' vraagt juist wel om een, zelfs door de Fransen al verlaten, vorm van staatsinmenging vraagt. De nieuwe Franse vorm is voor Nederland echter een lastige. We zouden ons product in ketens met supermarkten in het buitenland moeten laten opgaan. Daar gaat immers voor minimaal 70% van iedere productcategorie naartoe. Een subsidiariteitsbeleid over de grens heen voeren, is echter nogal lastig. Temeer daar onze regering Rutte juist een mogelijk gevaarlijke, liberale koers wil blijven varen en in gaat tegen de koers die in ieder geval Macron en mogelijk straks ook Merkel uitzetten. Zij maken regels voor hun landen en willen die ook laten gelden voor producten die uit andere delen van de wereld te goedkoop binnen kunnen komen. Ecologische landbouw is hun troefkaart. Voor Nederland pakt dat ongunstig uit, omdat wij veel producten in het buitenland kwijt moeten en daar zullen moeten concurreren met lokaal product dat gemakkelijker aansluiting vindt in de lokale ketens.

Nederlandse supermarkten zien de bui al hangen. Jumbo, Albert Heijn, Lidl, inkooporganisatie Superunie, Aldi en het Centraal Bureau Levensmiddelen protesteerden gisteren alvast bij Eurocommissaris Hogan tegen maatregelen die zogeheten 'oneerlijke handelspraktijken' moeten oplossen. Ze zeggen dat ze het probleem van teveel product, maar nu eindelijk meer vanuit één hand verkocht aanbod, niet kunnen oplossen. Het teveel en de exportafhankelijkheid zijn een probleem dat je hen ook niet kunt aanrekenen. De supers pleiten - net als Macron - voor de vorming van vaste ketenrelaties, maar kunnen hooguit een kwart van onze Nederlandse boeren onderdak bieden.

Neomercantilisme
Is Nederlands boerenbeleid klaar voor het nieuwe Europa? Als het gaat zoals ik schets, zal ons land meer buiten de EU moeten exporteren. Ook daar stelt Macron beleid voor: voor product van hoge kwaliteit wil Frankrijk zijn grenzen open stellen, als ook andere landen dat doen. Je zou dat beleid neo-mercantilistisch kunnen noemen, naar het oude woord voor een handelsbeleid dat zoveel mogelijk product buiten de grenzen wil houden om de eigen economie goed in de benen te houden. 'Neo' omdat het wel degelijk bijzondere producten wil verhandelen op de wereldmarkt.
Je zou dat beleid neo-mercantilistisch kunnen noemen
De VS, Rusland, China en Canada voeren in essentie inmiddels allemaal varianten van datzelfde protectionistische beleid. Het neoliberalisme is dood. Ook in Europa. Al zet ons kabinet daar niet op in, Nederlands liberale en open economie zou kunnen besluiten zich een beetje aan te passen. Als we dat niet doen, zullen we dat mogelijk als eerste gaan merken in de export van in de open lucht verbouwde landbouwproducten (inclusief diervoeders) die qua eisen en kostprijs maar lastig aan de nieuwe ecologische eisen van onze grootste Europese handelspartner - Duitsland - zullen kunnen voldoen. Om ecologischer te boeren, moeten Nederlandse boeren vermoedelijk heel wat productie inslikken. Ze zullen vinden dat hun op een intensieve bedrijfsvoering gebaseerde winst- en verliesrekening dat niet kan hebben en zich verzetten. Ons ministerie zal blijven wijzen op de noodzaak van duurzamere productiewijzen en supermarkten aan blijven spreken op 'eerlijke' handelspraktijken; dat zullen niet eens druppels, maar slechts lege woorden op een gloeiende plaat blijken. In Nederland is de boerencrisis voorlopig nog niet voorbij.

Het kan natuurlijk allemaal weer anders uitpakken als Macrons electorale steun afbrokkelt, zoals afgelopen weekend gebeurde. Le Figaro schreef echter al dat Macron geen keuze heeft en zijn koers recht vooruit als een machtspoliticus zal vervolgen. Hij zal wel resultaat moeten laten zien op korte termijn.
Dit artikel afdrukken