Vilt schrijft: 'Het aandeel mensen dat geurhinder ervaart die afkomstig is van landbouwbedrijven situeert zich al jarenlang rond die zes procent. Het uitspreiden van dierlijke mest veroorzaakt bij vijf procent van de respondenten tamelijk tot extreme geurhinder, varkensstallen zijn goed voor twee procent van de mensen die hinder signaleren, pluimvee- alsook rundveebedrijven hinderen één procent van de respondenten en stookinstallaties in de tuinbouw zorgen bij 0,3 procent van de respondenten voor geurhinder."
Op 30 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
De geuroverlast van mest hierboven beschreven is niet mals natuurlijk. Maar gelukkig is die niet gevaarlijk voor de gezondheid, hoewel de stank van de huidige ’mest’ in niets doet denken aan het opwekkende mestaroma van weleer.
Mijn fietsrondjes langs de zaad- en fruitteelt-, land- en tuinbouw percelen rond mijn woonstee heb ik afgeschaft. In dit gebied, welke inmiddels voor de helft door warenhuizen zijn bezet, is geen mestoverlast maar wel een bijna permanent aanwezige weeë misselijkmakende stank. Het zijn niet de gewassen. Het zullen toch geen bestrijdingsmiddelen zijn?
Weten we het nog? Op werkdagen om half een: ”Mededelingen voor land- en tuinbouw”. ’Land’ omvatte toen al denk ik ook de veeteelt. ’Tuin’ is ook geïncorporeerd. Tenslotte speelt de hele agro-industrie zich af op land zal de achterliggende gedachte zijn.
Bij landbouwbedrijven denk ik nog altijd aan landbouw en NIET aan veeteelt. Waarom schrijft / praat men tegenwoordig niet meer over veeteelt? Ministerie van Veeteelt, Landbouw en Visserij is ook geruisloos: Economische Zaken gaan heten. Burgers weten niet meer aan welke dierenmishandeling ze hun medewerking verlenen door bio-industrie-"artikelen"en "onderdelen"te kopen; hun compassionele geweten is in slaap gebracht door de voedings-industrie (en de onduidelijke reclame-industrie, die bewust verzwijgt). De impact is enorm. Het woekert voort en voort.