In al die jaren dat ik nu achter het fornuis bezig ben, is mij nog nooit zoiets merkwaardigs overkomen als vanmorgen. Misschien kunnen de 'technische lezers' het verklaren.

Voor het maken van vlierbloesemsiroop verwarm ik altijd eerst al roerend het benodigde water samen met de benodigde suiker tot alle suikerkristallen volledig zijn opgelost, breng vervolgens de suikeroplossing aan de kook en laat hem daarna met het deksel op de pan afkoelen (zodat er geen stof e.d. in valt tijdens het afkoelen). Daarna giet ik de koude siroop over de vlierbloesemschermen in een grote keulse pot, voeg citoensap en wat citroenzuur toe en laat het geheel (afgedekt) enkele weken macereren alvorens het te zeven en de verkregen siroop over te doen in schone flessen . Op dit moment zit ik ergens op het platteland te werken en zag een overvloed van prachtige onvervuilde vlierbloesemschermen bloeien in het bos tijdens mijn avondwandelingen en dacht: ik maak nog even wat vlierbloesemsiroop. Als gezegd, maakte ik de suikersiroop en liet die vannacht afkoelen onder het deksel van de pan. Toen ik vanmorgen verder wildemet de siroop en het deksel van de pan lichtte, trof ik een prachtig, vliesdun, transparant suikerlaagje aan op de siroop als was het ijs van 1 nacht. Nu was het wel erg koud in huis vannacht maar toch niet zo koud. Hoe kan volledig opgeloste suiker zomaar naar boven komen en een vliesje vormen (aan het oppervlak van een vloeistof) dat zo hard is als het vliesdunne,gladde, gekarameliseerde suikerlaagje op een goed gemaakte crème brulée. Bij verhitting van de siroop smolt dat suikervliesje als laatste weg tegen de tijd dat de siroop weer kookte. Ik maak al jaren en jaren deze vlierbloesemsiroop en altijd op dezelfde manier maar dit is mij nog nooit overkomen.

Wie kan vertellen hoe dit komt?
Dit artikel afdrukken