De afgelopen weken sprak ik met heel uiteenlopende mensen over de slacht. Met slachters, consumenten, wetenschappers, dierenhouders en vleesverkopers. In de draad van de kippenproeverij van afgelopen zaterdag vertelde Maurice ons hier het een en ander over de relatie tussen vleeskwaliteit en het slachtproces. Dat is buitengewoon interessante materie, omdat het laat zien dat vlees van een dier dat 'goed' heeft geleefd kan worden 'verkloot' in het slacht- en verwerkingsproces. Door het taboe over het praten over slacht krijgt het onderwerp kwaliteitsslacht geen ruimte. Slachtverbetering dus ook niet. Niettemin kan de slacht belangrijk bijdragen aan zowel de kwaliteit van het vlees als het welzijn van dieren. Jammer dus, dat slachters de consument niet duidelijk kunnen maken hoe ze hun best doen en nog veel meer zouden kunnen doen. Slacht is het zwarte gat tussen dier en vlees waar we niets van willen weten. Het dier wordt erin 'getransformeerd' - zoals het ook in het Frans zou plastisch heet - van een individu tot een anoniem stukje eten.

Gistermiddag sprak ik met een aantal goed geïnformeerde mensen over dierwelzijn. De vraag kwam op of het eten van dieren ooit diervriendelijkkan zijn. Dieren, vinden mensen, worden immers niet geboren om te worden gedood. Dieren die we houden om geslacht te worden, hoe geweldig ruim en in de openlucht ook, worden 'mishandeld' omdat we ze gebruiken voor ons nut. Voor sommigen, ook onder de vleeseters, was het onbestaanbaar: doden kan nooit vriendelijk zijn. Een dier doden om het op te eten tast zijn integriteit en zelfbestemming aan.

Wij mensen hebben pilletjes en andere humane methoden om het zelf te doen. Is slacht onvriendelijk?
Dit artikel afdrukken