Voedingsproducenten gebruiken voedingsclaims om hun producten beter te verkopen, denk aan labels zoals ‘light’, ‘suikervrij’, ‘vezelrijk’ of ‘vetarm’. Deze claims zijn gebaseerd op de samenstelling van een product. Alleen als het product aan bepaalde eisen voldoet mag de producent ze gebruiken.

Voedingsclaims leggen doorgaans de nadruk op één voedingsstof. Daardoor kan een koekje dat is gepromoot als ‘laag in vet’ nog steeds veel calorieën of suiker bevatten. Levensmiddelenfabrikanten vervangen het vet in hun product door andere ingrediënten om de smaak te behouden. Een bekend voorbeeld zijn de light mayonaises waarin vet wordt vervangen door suikers (koolhydraten).

Consument blijken voedingsclaims te generaliseren. Ze denken bijvoorbeeld dat laag in vet automatisch óók laag in suiker betekent. Met andere woorden, consumenten denken dat een voedingsclaim (die gaat over een stofje) eigenlijk een algehele gezondheidsclaim is.

Consumenten denken dat een voedingsclaim (die gaat over een stofje) eigenlijk een algehele gezondheidsclaim is
Ongelogen maar misleidend
Een Duits onderzoek door een team van de Martin Luther University Halle-Wittenberg naar de manier waarop consumenten informatie op productverpakkingen interpreteren, lijkt die stelling te bevestigen. Proefpersonen moesten op een schaal van 1 tot en met 7 aangeven hoeveel calorieën, suiker en vet yoghurts met en zonder de claim ‘vetarm’ bevatten. Ook moesten ze zeggen of ze het product zouden willen kopen. De proefpersonen bleken er onterecht van overtuigd dat de claim 'minder vet' ook 'minder suiker' betekent. Toen ze dat ontdekten door verpakkingen waarop naast de claim 'minder vet' ook de hoeveelheid suikers stond vermeld, nam hun voorkeur voor die producten af. Hun voorkeur voor producten met minder vet, maar zonder claims op de verpakking veranderde niet.

Gezonde initiatieven
Het onderzoek laat volgens de onderzoekers zien dat labels die de front-of-pack voedingswaarde van een product in termen van suikers, vetten, eiwitten en zout van een product laten zien de consument beter helpen om een gezondere keuze te maken. De claim 'minder vet' voelt als bedrog als de fabrikant niet gelijktijdig ook zijn gehalte aan suikers verlaagt

Op FoodNavigator zegt hoofdonderzoeker Steffen Jahn: “Ons onderzoek laat zien dat consumenten zich door een product misleid kunnen voelen, omdat, ondanks dat vetclaims van voedingsproducenten technisch waar zijn, een deel van de waarheid wordt verhuld”. Specifieke informatie over de voedingswaarde van een product zou voor op de verpakking moeten komen te staan en werkt dan wel. De invoering van het voedselkeuzelogo Nutri-Score vindt hij niet behulpzaam, omdat het die informatie nou net niet geeft. De systematiek van de Nutri-Score scoort producten binnen hun categorie (bijv. pizza's) van groen (= 'beste koop') tot rood (= 'gebruik beperken'). De ABCDE-systematiek van kleuren houdt het midden tussen een voedings- en een gezondheidsclaim door te adviseren ergens meer of minder in te nemen, maar labelt een product niet als gezond. Wel suggereert Nutri-Score dat wie zich houdt aan de meer/minder adviezen gezonder eet en de volksgezondheid helpt verbeteren.

Verzadigingswaarde
Een alternatieve manier om naar de gezondheid van producten te kijken, is de verzadiging per calorie. Diëtist Janet Noome legde er de nadruk op in een tweet. Als eten niet verzadigt, dan zou je ervan dooreten (de zogeheten dooreetfactor). Bewerkt eten zoals M&M’s, Doritos en Kitkat, heeft een lage verzadiging per calorie. Daar veel van eten leidt tot weinig verzadiging en dus tot dooreten van calorieën die niettemin allemaal door het lichaam worden opgenomen. Volgens Noome zou focussen op de dooreetfactor weleens een beter handvat kunnen zijn voor gezond eten dan voedingsclaims ten aanzien van de hoeveelheid vet en suikers die je door een product binnenkrijgt of Nutri-Score. Elke pondje komt immers door het mondje dat je nog een keertje open deed omdat je nog trek had.

Dit artikel afdrukken