Volgens Niek Koning is dat een gevolg van een arme economie die bovendien geremd wordt in zijn ontwikkeling. Armoede maakt dat mensen veel kinderen willen. Die laten ze geboren worden als sociale verzekering, in de hoop dat er 1 of 2 tussen zitten die volwassen en succesvol zullen worden en voor hen zullen kunnen zorgen als ze oud zijn. In een rijke economie krijgen mensen juist minder kinderen om het kroost de juiste aandacht en zorg te kunnen geven voor goede opleidingen. Daar is eerst een gestructureerde ontwikkeling van de landbouw voor nodig. Anders dan in Azië, kwam dat proces in Afrika niet tot stand, zodat de prognoses moesten worden bijgesteld.
Eerder interview met Niek Koning en link naar het Rode Hoed debat dat in het gesprek wordt genoemd
Koning wijst pijnlijk op de verantwoordelijkheden van de rijke wereld en zowel linkse als rechtse academische gedachten uit Noord- en Zuid-Amerika. Een giftige mix van rechts economisch en links rechtvaardigheidsdenken jaagt 2 miljard mensen de wereld in die er niet hoeven te komen, maar die bij ongewijzigd beleid geboren zullen worden.
Waar hebben we het over? Onder meer over Economic Partnership Agreements (EPA's) van de EU met Afrikaanse landen en de valse strijd tussen het kapitalistische denken van de Amerikaanse 'Chicago'-econoom Milton Friedman en voormalig United Nations official Olivier de Schutter die een Zuid-Amerikaanse aanpak van kleine luyden op Afrika denkt te kunnen toepassen.
Een interview vol ingehouden drama over de toekomst: Europa krijgt mogelijk te maken met honderden miljoenen Afrikaanse vluchtelingen als gevolg van falend vrijhandelsbeleid op het gebied van landbouw waar juist de EU en Nederland een belangrijke rol in spelen.
Niek Koning is verbonden aan het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling en Voedselzekerheid en voormalig universitair docent bij de leerstoelgroep agrarische economie en plattelandsbeleid van de WUR. Hij noemt zichzelf een sociaal wetenschappelijke alleseter, gericht op de internationale landbouwpolitiek en voedselzekerheid.
Dit is de eerste aflevering van een serie interviews over Afrika die geproduceerd worden door Janneke Donkerlo voor Café Weltschmerz.
UPDATE, 2 april, 10.15 uur: in reactie #3 toont Harry van den Burg (agronoom, al decennia werkzaam in zuidelijk Afrika) zich verdrietig omdat de hierboven besproken problematiek politiek geen plek krijgt. Hij deed het aanbod zijn Engelse vertaling op te nemen van een interview met econoom Louis Emmerij (uit 2004, in het inmiddels niet meer bestaande blad Internationale Samenwerking) op te nemen. Het is hier te vinden.
Op 6 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Niek Koning schreef een stuk voor het voedseldossier van de Volkskrant dat het bovenstaande nog eens in weer heel andere woorden neerzet.
Nee, Jur (128), ik kan je geen publicatie noemen waar ‘accountable’ Afrikaanse machthebbers genoemd worden. En, zoals ik al zei, ik ben het er mee eens dat corruptie een groot probleem is; ik zette het op de tweede plaats als reden voor achterblijvende landbouwontwikkeling in Afrika. Maar 15% van de Afrikaanse landen kent een graad van corruptie gelijk of gunstiger dan Italië.
Ik wil die corruptie ook zeker niet vergoelijken, maar er wel op wijzen dat in veel gevallen armoede, niet rijkdom, er door ongelijk verdeeld wordt. Meer dan de helft van de Afrikaanse landen heeft een GDP/cap. minder dan 1200 $/jaar. Er schijnen geen landen in de wereld te zijn met een functionerende democratie wanneer het GDP 1200 $/jaar of minder is.
En corruptie mag dan welig tieren, dat betekent niet automatisch dat ongelijkheid altijd (heel) groot wordt. Meer dan 40% van de Afrikaanse landen kent een ongelijkheid (Gini coëfficiënt) die minder is dan die van de USA.
Henk #125, dank voor je aanvulling. Wat betreft je vraag: mijn bron is het nieuws. Ik bedoel, je hoeft maar de (betere) krant open te slaan of bepaalde nieuwssites te volgen om kennis te hebben van wat er allemaal door presidenten en hun entourage gestolen wordt in:
- Oeganda (Museveni)
- Zuid-Afrika (Zuma)
- Nigeria (alle presidenten sinds mensenheugenis)
- DR Congo (idem dito)
- Kenia (de dienstdoende president/stamleider)
- Angola
- Equatoriaal Guinea (Obiang)
- Zimbabwe (Mugabe c.s.)
- etc.
In deze landen zijn, dat zal je toch met me eens zijn, geen leiders aan het werk die het algemeen belang op het oog hebben; in deze landen willen 'politici' (ha, ha) de macht veroveren (en houden: hoe lang zit die vreselijke Museveni er al niet? En Obiang?) omdat ze daarmee hun eigen bezittingen kunnen uitbreiden en veiligstellen.
Maar misschien is algemene kennis niet het soort bron dat je bedoelde. Ik heb eens gekeken op de Perception of Corruption Index van Transparency International: de mate van corruptie is immers een goede indicator van de aanwezigheid van 'rent-seeking' geledingen die niet het algemeen belang dienen. Met uitzondering van een aantal landen (en zeker niet de grootste) in de middenmoot (Botswana, Mauritius, Seychellen, Rwanda) bungelt heel sub-Sahara-Afrika daar onderaan.
Dus laat ik het omdraaien en jou de vraag stellen. Zijn er betrouwbare bronnen die in kaart brengen dat er ook Afrikaanse machthebbers zijn (en zo ja, welke?) die 'accountable' zijn tegenover hun onderdanen en niet alleen hun eigen belangen nastreven? Zo uit mijn hoofd weet ik ze niet te noemen, maar ik hoor het graag, om de hoop niet helemaal te verliezen.
Dank, Henk.
Dat de Khoisan al vee hadden ten tijde van Van Riebeeck schreef je zelf al in #122.
Sorry Wouter (116 & 123), ik dacht dat je over mijn bewering zat te mijmeren. Ja, er is een relatie tussen bevolkingsgroei en de noodzaak en mogelijkheid van landbouwintensivering. Gelukkig is Afrika, zo ongeveer het beroerdste continent wat natuurlijke productie potentie betreft, daar nu aan toe. Wanneer tenminste de prijsverhoudingen kunstmest & voedsel niet ingrijpend verstoord worden, zoals af en toe gebeurt.
Wat mijn info over de bevolkingsdynamiek van zuidelijk Afrika betreft, dat is een citaat uit de genoemde referentie. Ja, jij hebt gelijk, Jan van Riebeeck en consorten kwamen op de West-Kaap in botsing met de Khoisan en wij roeiden veel van hen uit. De Bantu volken bleven op hun trek naar het Zuiden grotendeels ter hoogte van het huidige Durban steken. Tot daar was de verbouw van hun staple food als sorghum goed mogelijk. Verder naar het Zuiden, met de heel specifieke vegetatie (fynboss!), bestonden geen gedomesticeerde gewassen. Het waren de Nederlanders en hugenoten die er onze gewassen brachten; met name de Middellandse zee gewassen sloegen heel goed aan. Zo werd de regio niet alleen voor “ons” maar ook voor de Bantu bewoonbaar. De Khoisan waren vissers, verzamelaars, jagers (en hadden, geloof ik, al vee).