Het oudste beroep van de wereld is volgens velen dat van prostituee. Men heeft er in de loop van de laatste 2000 jaar onder invloed van christendom en islam alles aan gedaan om dit beroep in de ban te doen. Maar door de seksuele revolutie en de vrouwenemancipatie is langzaam maar zeker de maatschappelijke acceptatie van vrijwillige prostitutie als eerzame bezigheid terecht toegenomen. Er zijn echter ook oude beroepen waarvoor in het westen de tolerantie - al even terecht - steeds verder afneemt. Met uitzondering van bepaalde staten in de VS wordt waarschijnlijk bijna nergens in de westerse wereld het oeroude beroep van beul nog langer gewaardeerd. Het is eerder een onderwerp voor een griezelfilm of een SM-fantasie dan een serieuze doelstelling van een carrièreplanning. Dit hangt samen met het concept mensenrechten. Bepaalde beroepen zijn in strijd met mensenrechten en passen daarom niet langer in een maatschappij die genoemde mensenrechten vooropstelt. Dit geldt voor het beroep van beul, maar bijvoorbeeld ook voor dat van slavenhandelaar, ronselaar van kinderarbeiders of opzichter van dwangarbeiders. Dergelijke beroepen werden allemaal ooit als respectabel en noodzakelijk gezien, ook al vond men het niet direct de meest aantrekkelijke professies en stonden de uitoefenaars ervan op een lage tree van de maatschappelijke ladder.

Maffiosi
Daarnaast zijn er natuurlijk 'beroepen' die nooit maatschappelijk aanvaardbaar werden gevonden en waarvan we, in tegenstelling tot prostitutie, ook niet mogen verwachten dat dit ooit zal veranderen. Het gaat om criminele vakken zoals die van de rovers, plunderaars, zakkenrollers, dieven, vrouwenhandelaars, inbrekers, heroïnedealers en maffiosi. Met andere woorden: om activiteiten waarvan zelfs de profs zelf beseffen dat ze anderen schaden. Prostitutie schaadt in de beleving van de meeste betrokkenen, anderen helemaal niet, eerder integendeel. Daarom valt ze ook niet in de categorie criminele vakken en daarom wordt ze hoe langer hoe meer gedecriminaliseerd.

We moeten veetelers en andere dierenbeulen binnen de speciesistische wereld waarin we leven voldoende perspectief geven op werk en maatschappelijk aanzien, zodat ze nooit terugvallen in hun oude fouten
Criminele beroepen en immorele beroepen verschillen duidelijk niet wezenlijk van elkaar. In beide gevallen gaat het immers om beroepen die de mensenrechten schaden. In feite willen mensen daarom ook dat alle immorele beroepen uiteindelijk beschouwd gaan worden als criminele beroepen, net zoals we willen dat beroepen die ten onrechte als crimineel worden gezien maatschappelijk aanvaard worden.

Beroepen verbonden aan diergebruik

Mensen die - zoals schrijver dezes - hun veganisme funderen op ethische overwegingen, beschouwen alle beroepen die iets te maken hebben met het gebruik van dieren voor o.a. voedsel, kleding, vivisectie en spektakels als immorele beroepen, omdat deze in strijd zijn met dierenrechten. We willen daarom dus ook dat deze beroepen uiteindelijk bij de wet verboden worden. Met andere woorden: er moet een tijd komen waarin het overal strafbaar is om bijvoorbeeld veehouder, slager, vivisector of stierenvechter te zijn. Dit moet met precies dezelfde democratische middelen gebeuren als bij immorele beroepen die mensen schaden. Het heeft geen enkele zin om terroristische wegen te bewandelen, omdat deze zelf weer mensen (en soms ook dieren) schaden en dus zelf immoreel zijn. Een dictatoriale wet die bepaalde beroepen verbiedt zonder dat de massa daar achterstaat, vraagt er bovendien om achterhaald te worden door een meer democratische wet. Zo utopisch als het nu nog kan lijken, is het criminaliseren van beroepen die nu ten onrechte als eerbaar beschouwd worden nu ook weer niet. Allerlei activiteiten die dieren schaden zijn nu al verboden en het gaat er slechts om de lijst van typen onwettige handelingen uit te breiden zodat talloze beroepen automatisch verboden worden. Dit betekent wel dat bij een gezonde morele progressie van de mensheid allerlei beroepen uiteindelijk zullen moeten verdwijnen. Familiebedrijven zullen moeten sluiten of om moeten schakelen naar (uitsluitend) akkerbouw. Duizenden en duizenden personen zullen werkloos worden. Tradities van boerenclans en dergelijke zullen opeens meer lijken op verhalen over roofridders dan op een erfenis waar men echt trots op mag zijn. Een heleboel mensen zullen daardoor in de sociale, financiële en psychologische problemen belanden. We kennen dit verschijnsel al op kleinere schaal ten gevolge van plagen zoals de varkenspest en mond- en klauwzeer. Het zou daarom uiterst kortzichtig zijn om mensen, die net als echte beulen generaties lang het vuile werk hebben gedaan, te stigmatiseren en demoraliseren. Zij en hun voorouders zijn niet schuldiger dan allen die van hun 'diensten' gebruik hebben gemaakt. Vanuit een realistisch perspectief beschouwd, zijn ze niet eens veel schuldiger dan de meesten van ons, die immers in bijna alle gevallen pas na hun 18e veganist zijn geworden en tot dat moment niet in hongerstaking zijn gegaan. Ook wijzelf hebben dus vuile handen. Zelfs een gewezen christen als ik denkt in dit verband aan de bijbelpassage: "Wie zonder zonden is, werpe de eerste steen!"

Schone lei
We moeten veetelers en andere dierenbeulen binnen de speciesistische wereld waarin we leven voldoende perspectief geven op werk en maatschappelijk aanzien, zodat ze nooit terugvallen in hun oude fouten. Dat kan alleen door ze met een schone lei te laten beginnen en de eerste lichting werkverlaters ruim schadeloos te stellen. We kunnen bepaalde beroepen alleen met succes criminaliseren als we niemand met een kater laten zitten. Vanzelfsprekend is het naïef om te verwachten dat er een dag komt waarop er nergens op aarde nog veetelers, stropers of jagers zijn. Maar we moeten zeker werken aan een toekomst waarin mensen op grote schaal gehouden worden aan een veel diervriendelijkere, anti-speciesistische wetgeving.

Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd in Gezond Idee!, tijdschrift van de Nederlandse Vereniging voor Veganisme.
Dit artikel afdrukken