Maandagavond laat verraste de Farmers Defence Force vriend en vijand met een opmerkelijk voorstel om de stikstofcrisis op te lossen waar Nederland ondanks Remkes weer in dreigt te belanden. Op een A4tje stelden de actieboeren een plan voor dat Nederland ineens van het slot zou halen. Na wat discussie op Foodlog over het plan gisteren, vroegen we FDF-voorman Mark van den Oever waarom het plan kans van slagen heeft.
Het plan klinkt als de eenvoud zelve. Bepaal per 1 juli 2015 - het moment voor de mislukte PAS werd ingevoerd - de berekende totale stikstofdepositie van alle activiteiten in Nederland. Die noem je de SDW (Stikstofdepositieruimte) en vervangt de KDW (Kritische Depositiewaarde). Die mag van de hoogste rechter in Nederland juridisch niet meer stijgen en moet dalen.
Boerenbedrijven die willen uitbreiden, moeten de rechten van stoppende bedrijven kopen en daarover 30% van de rechten afdragen. Die mogen niet opnieuw worden uitgegeven. Dat garandeert de afname van depositie conform de bestaande wetgeving.
De zogeheten PAS-melders, doorgaans boeren die door willen of een opvolger hebben, moeten in een keer worden gelegaliseerd door de uitkoop van stoppers.
Niet-agrarische bedrijven die willen uitbreiden, (ver)bouwen of geen natuurvergunning hebben, doen hetzelfde: ze nemen de rechten van andere bedrijven over of nemen wellicht technische maatregelen. De boerenrechten blijven binnen de boerensector.
De FDF wil geen zonering, zoals die door Remkes wordt voorgesteld en door de regering inmiddels alweer naar de provincies is verwezen, terwijl die alleen nationaal kan worden opgelegd. Bestuurlijk wil de FDF daarmee het zoveelste debacle vermijden; daar heeft ze goede redenen voor omdat zonering in Brabant (de zogeheten reconstructie) is mislukt.
In de NRC en de Volkskrant liet stikstofhoogleraar Jan-Willem Erisman gisteren weten dat de SDW van de FDF geen reëel alternatief voor de Kritische Depositie Waarde (KDW) is omdat de afroming van 30% onvoldoende wetenschappelijk onderbouwde garantie zou zijn voor het verbeteren van de staat van de Nederlandse natuur. Volgens Erisman is de Raad van State ‘duidelijk’. Nederland moet wetenschappelijk onderbouwen dat de depositie gegarandeerd naar beneden gaat.
Het kabinet vult die eis in door te streven naar een halvering van de stikstofuitstoot in 2030. Het gaat er vanuit dat 74% van de Natura 2000-gebieden daardoor onder de KDW-grens komt op basis van rekenmodel Aerius.
Legaliseer, koop uit en room af
Ik vroeg Mark van den Oever wat de achtergrond van het plan is en waarom het kans van slagen heeft. Hij antwoordt: “Zoals ik al zei in mijn vlog zal Johan Vollenbroek van MOB ons klem zetten. We adviseerden onze leden stikstofrechten te kopen. We voorzien dat de boel weer helemaal vast komt te zitten. Daar willen we doorheen breken. Het gedoe moet ook maar ’ns afgelopen wezen. Daarom stellen we een eenvoudige aanpak voor. Legaliseer, koop vrijwillig uit en room af net zo lang tot het genoeg is. Zo begin je, maak je een eenvoudig proces in plaats van een totale en absurde ruilverkaveling met die zonering van Remkes en kun je weer bouwen. En het is juridisch hartstikke houdbaar.”
Boeren zijn het zat
Maar waarom zal het slagen? Als boeren zich niet laten uitkopen, is het een doodlopend pad. Van den Oever: “Ik snap dat je dat denkt, maar je moet gewoon goed begrijpen dat het ook een keer klaar is. Boeren zijn het zat. Ze stoppen als je netjes betaalt.”
Als ik opmerk dat een boer altijd de hoofdprijs zal vragen zodra hij in de gaten heeft dat zijn bedrijf nodig is om de overheid aan haar wettelijke plicht te laten voldoen, reageert Van den Oever meteen stellig. “Zo werkt het niet. Ook daar moet je je knopen tellen. Allemaal tegen vervangingswaarde en daar nog een plus op ook, gaat ‘m niet worden. Boeren moeten netjes uit kunnen stappen. Dat zie ik ook onder varkensboeren gebeuren. Het barst van de stoppers die niet te beroerd zijn om jonge boeren die toekomst zien te willen helpen. Als die tegelijk hun bedrijven aanbieden, moet je ze niet uitknijpen. Zo doe je voor iedereen een mooie deal.”
Van den Oever bepleit een boerenproces. Dan kan de overheid stoppen met de ingewikkelde en ‘zorgvuldige’ (het woord van minister Van der Wal na het advies Remkes) processen met een onzeker resultaat die nu worden opgetuigd. Van den Oever vreest dat die gaan eindigen met allemaal handen in het haar en dure en langdurige juridische procedures waar niemand iets mee opschiet. “Het is eenvoudig op te lossen en wij kunnen dat”, zegt hij.
Omdat Van den Oever met zoveel woorden eigenlijk zegt dat de boerensector zelf bereid is tot een forse versnelde natuurlijke krimp omdat boeren in Nederland een zaak is geworden van (jonge) mensen die echt willen ondernemen, vraag ik hem of er gerekend is aan die krimp. “Nee”, zegt Van den Oever, “maar laat nou de markt hier zijn werk maar doen tot het genoeg is of het uitkoopgeld op is. Dat is het beste en snelste resultaat dat je kunt krijgen tegen de laagste kosten; bovendien kun je meteen weer bouwen, want dat willen we zo graag. Alle rest is verspilde moeite en weggegooid geld waar iedereen nog heel lang pijn in de buik van houdt. Boeren zijn daar klaar mee en willen er een klap op geven. Dat willen we de ministers van en voor Landbouw en Natuur duidelijk maken.”
Wetenschap, Raad van State en markt
Heeft Erisman gelijk of heeft Van den Oever een plan?
Of 50% reductie van de depositie 74% van de N2000 gebieden in een betere staat gaat brengen, weet niemand. Het is een aanname waar geen bewijs voor bestaat en die zelfs onwaarschijnlijk is omdat ook langere periodes van droogte, laag gehouden grondwaterstanden en hogere temperaturen die bovendien langer aanhouden, een majeure impact op de staat van de natuur hebben. In combinatie met stikstof neemt weliswaar die impact toe, maar zonder aanvullende maatregelen is de kans op een geslaagde operatie beperkt - dat valt wetenschappelijk te bewijzen op louter logische gronden. Aerius berekent de wettelijke depositie en kan berekenen hoeveel vermindering van depositie volgens het model behaald wordt door uitkoop en hoe lang dergelijke regelingen open moeten staan om het wettelijke doel te halen. Over de feitelijke impact op de natuur van lagere depositie zegt het model verder echter weinig tot niets. Het is nooit getest.
Volgens Van den Oever zit Erisman op meerdere fronten mis. "Hij stelt dat als er geen ontwikkeling is de stikstofuitstoot niet krimpt. Dat klopt niet. Eén: we krimpen al meteen met de uitstoot van de PAS-melders. Twee: het is onrealistisch om aan te nemen dat bedrijven niet zullen innoveren met nieuwe technieken. Zowel bij intern als extern salderen zal er grote stikstofwinst zijn. Erisman gaat uit van een hypothetische situatie die in de geschiedenis nog nooit is voorgekomen. Ook merk ik op dat Erisman de uitspraak van de raad van state verkeerd interpreteert. Die heeft namelijk gesteld dat de depositie niet mag stijgen. Dat is iets anders als verplicht dalen. Bovendien is dit ook niet gekwantificeerd. Hoe dat ook zij, de Raad van State schoot de PAS af omdat die de depositie eerst liet stijgen en om die later door innovatie weer te laten dalen."
Tijdens het gesprek vat ik het plan samen in een paar woorden. Voor de lieve vrede aanvaardt de FDF de wetenschap die in de wet (via het rekenmodel Aerius) is gestopt. Dat vertaalt de actieorganisatie in een uitkooppot waarmee ze de markt het werk wil laten doen door boeren te waarschuwen ('op is op'). Nu is het aan de ministers Van der Wal en Adema om te bepalen of ze geloven dat er genoeg stoppers zijn die zich realiseren dat als ze te laat zijn, ze weer jaren moeten wachten op een nette prijs. Van den Oever: "Ik stel niet voor om Aerius de opkoopregeling te laten bepalen. Ik wil een landelijke opkoopregeling voor alle diercategorieën. Onafhankelijk van de lokatie. En als de opkoopregeling niet genoeg zou zijn om de PAS-melders te legaliseren dan willen we een vrijwillige opkoopregeling om de latente ruimte* in kunnen zetten. Die is prima gecombineerd in te zetten met ons plan."
Dit artikel afdrukken
Boerenbedrijven die willen uitbreiden, moeten de rechten van stoppende bedrijven kopen en daarover 30% van de rechten afdragen. Die mogen niet opnieuw worden uitgegeven. Dat garandeert de afname van depositie conform de bestaande wetgeving.
De zogeheten PAS-melders, doorgaans boeren die door willen of een opvolger hebben, moeten in een keer worden gelegaliseerd door de uitkoop van stoppers.
Niet-agrarische bedrijven die willen uitbreiden, (ver)bouwen of geen natuurvergunning hebben, doen hetzelfde: ze nemen de rechten van andere bedrijven over of nemen wellicht technische maatregelen. De boerenrechten blijven binnen de boerensector.
De FDF wil geen zonering, zoals die door Remkes wordt voorgesteld en door de regering inmiddels alweer naar de provincies is verwezen, terwijl die alleen nationaal kan worden opgelegd. Bestuurlijk wil de FDF daarmee het zoveelste debacle vermijden; daar heeft ze goede redenen voor omdat zonering in Brabant (de zogeheten reconstructie) is mislukt.
Het barst van de stoppers die niet te beroerd zijn om jonge boeren die toekomst zien te willen helpenErisman
In de NRC en de Volkskrant liet stikstofhoogleraar Jan-Willem Erisman gisteren weten dat de SDW van de FDF geen reëel alternatief voor de Kritische Depositie Waarde (KDW) is omdat de afroming van 30% onvoldoende wetenschappelijk onderbouwde garantie zou zijn voor het verbeteren van de staat van de Nederlandse natuur. Volgens Erisman is de Raad van State ‘duidelijk’. Nederland moet wetenschappelijk onderbouwen dat de depositie gegarandeerd naar beneden gaat.
Het kabinet vult die eis in door te streven naar een halvering van de stikstofuitstoot in 2030. Het gaat er vanuit dat 74% van de Natura 2000-gebieden daardoor onder de KDW-grens komt op basis van rekenmodel Aerius.
Legaliseer, koop uit en room af
Ik vroeg Mark van den Oever wat de achtergrond van het plan is en waarom het kans van slagen heeft. Hij antwoordt: “Zoals ik al zei in mijn vlog zal Johan Vollenbroek van MOB ons klem zetten. We adviseerden onze leden stikstofrechten te kopen. We voorzien dat de boel weer helemaal vast komt te zitten. Daar willen we doorheen breken. Het gedoe moet ook maar ’ns afgelopen wezen. Daarom stellen we een eenvoudige aanpak voor. Legaliseer, koop vrijwillig uit en room af net zo lang tot het genoeg is. Zo begin je, maak je een eenvoudig proces in plaats van een totale en absurde ruilverkaveling met die zonering van Remkes en kun je weer bouwen. En het is juridisch hartstikke houdbaar.”
Boeren zijn het zat
Maar waarom zal het slagen? Als boeren zich niet laten uitkopen, is het een doodlopend pad. Van den Oever: “Ik snap dat je dat denkt, maar je moet gewoon goed begrijpen dat het ook een keer klaar is. Boeren zijn het zat. Ze stoppen als je netjes betaalt.”
Als ik opmerk dat een boer altijd de hoofdprijs zal vragen zodra hij in de gaten heeft dat zijn bedrijf nodig is om de overheid aan haar wettelijke plicht te laten voldoen, reageert Van den Oever meteen stellig. “Zo werkt het niet. Ook daar moet je je knopen tellen. Allemaal tegen vervangingswaarde en daar nog een plus op ook, gaat ‘m niet worden. Boeren moeten netjes uit kunnen stappen. Dat zie ik ook onder varkensboeren gebeuren. Het barst van de stoppers die niet te beroerd zijn om jonge boeren die toekomst zien te willen helpen. Als die tegelijk hun bedrijven aanbieden, moet je ze niet uitknijpen. Zo doe je voor iedereen een mooie deal.”
Omdat Van den Oever met zoveel woorden eigenlijk zegt dat de boerensector zelf bereid is tot een forse versnelde natuurlijke krimp omdat boeren in Nederland een zaak is geworden van (jonge) mensen die echt willen ondernemen, vraag ik hem of er gerekend is aan die krimp. “Nee”, zegt Van den Oever, “maar laat nou de markt hier zijn werk maar doen tot het genoeg is of het uitkoopgeld op is”Snelste en beste resultaat
Van den Oever bepleit een boerenproces. Dan kan de overheid stoppen met de ingewikkelde en ‘zorgvuldige’ (het woord van minister Van der Wal na het advies Remkes) processen met een onzeker resultaat die nu worden opgetuigd. Van den Oever vreest dat die gaan eindigen met allemaal handen in het haar en dure en langdurige juridische procedures waar niemand iets mee opschiet. “Het is eenvoudig op te lossen en wij kunnen dat”, zegt hij.
Omdat Van den Oever met zoveel woorden eigenlijk zegt dat de boerensector zelf bereid is tot een forse versnelde natuurlijke krimp omdat boeren in Nederland een zaak is geworden van (jonge) mensen die echt willen ondernemen, vraag ik hem of er gerekend is aan die krimp. “Nee”, zegt Van den Oever, “maar laat nou de markt hier zijn werk maar doen tot het genoeg is of het uitkoopgeld op is. Dat is het beste en snelste resultaat dat je kunt krijgen tegen de laagste kosten; bovendien kun je meteen weer bouwen, want dat willen we zo graag. Alle rest is verspilde moeite en weggegooid geld waar iedereen nog heel lang pijn in de buik van houdt. Boeren zijn daar klaar mee en willen er een klap op geven. Dat willen we de ministers van en voor Landbouw en Natuur duidelijk maken.”
Wetenschap, Raad van State en markt
Heeft Erisman gelijk of heeft Van den Oever een plan?
Of 50% reductie van de depositie 74% van de N2000 gebieden in een betere staat gaat brengen, weet niemand. Het is een aanname waar geen bewijs voor bestaat en die zelfs onwaarschijnlijk is omdat ook langere periodes van droogte, laag gehouden grondwaterstanden en hogere temperaturen die bovendien langer aanhouden, een majeure impact op de staat van de natuur hebben. In combinatie met stikstof neemt weliswaar die impact toe, maar zonder aanvullende maatregelen is de kans op een geslaagde operatie beperkt - dat valt wetenschappelijk te bewijzen op louter logische gronden. Aerius berekent de wettelijke depositie en kan berekenen hoeveel vermindering van depositie volgens het model behaald wordt door uitkoop en hoe lang dergelijke regelingen open moeten staan om het wettelijke doel te halen. Over de feitelijke impact op de natuur van lagere depositie zegt het model verder echter weinig tot niets. Het is nooit getest.
Volgens Van den Oever zit Erisman op meerdere fronten mis. "Hij stelt dat als er geen ontwikkeling is de stikstofuitstoot niet krimpt. Dat klopt niet. Eén: we krimpen al meteen met de uitstoot van de PAS-melders. Twee: het is onrealistisch om aan te nemen dat bedrijven niet zullen innoveren met nieuwe technieken. Zowel bij intern als extern salderen zal er grote stikstofwinst zijn. Erisman gaat uit van een hypothetische situatie die in de geschiedenis nog nooit is voorgekomen. Ook merk ik op dat Erisman de uitspraak van de raad van state verkeerd interpreteert. Die heeft namelijk gesteld dat de depositie niet mag stijgen. Dat is iets anders als verplicht dalen. Bovendien is dit ook niet gekwantificeerd. Hoe dat ook zij, de Raad van State schoot de PAS af omdat die de depositie eerst liet stijgen en om die later door innovatie weer te laten dalen."
Erisman gaat uit van een hypothetische situatie die in de geschiedenis nog nooit is voorgekomen. Bovendien interpreteert hij de uitspraak van de Raad van State verkeerdVan den Oever, bekend als de harde actieleider bij uitstek, heeft een plan als hij vanuit zijn verzetsmodus zijn achterban weet te overtuigen: laat je uitkopen en wees er als de kippen bij omdat de laatsten zullen misgrijpen en de eersten in ieder geval massaal een goeie deal krijgen. Tegen de overheid zegt Van den Oever met zoveel woorden hetzelfde als Remkes. Niemand is gehouden aan het onmogelijke, maar je moet wel al het mogelijke doen om er het beste van te maken.
Tijdens het gesprek vat ik het plan samen in een paar woorden. Voor de lieve vrede aanvaardt de FDF de wetenschap die in de wet (via het rekenmodel Aerius) is gestopt. Dat vertaalt de actieorganisatie in een uitkooppot waarmee ze de markt het werk wil laten doen door boeren te waarschuwen ('op is op'). Nu is het aan de ministers Van der Wal en Adema om te bepalen of ze geloven dat er genoeg stoppers zijn die zich realiseren dat als ze te laat zijn, ze weer jaren moeten wachten op een nette prijs. Van den Oever: "Ik stel niet voor om Aerius de opkoopregeling te laten bepalen. Ik wil een landelijke opkoopregeling voor alle diercategorieën. Onafhankelijk van de lokatie. En als de opkoopregeling niet genoeg zou zijn om de PAS-melders te legaliseren dan willen we een vrijwillige opkoopregeling om de latente ruimte* in kunnen zetten. Die is prima gecombineerd in te zetten met ons plan."
* Latente stikstofruimte is jargon voor rechten die boeren hebben, maar die zij niet gebruiken om stikstof uit te stoten. Zij kunnen bijvoorbeeld maar 70% van hun vergunde emissies voltrekken met hun bestaande bedrijfsvoering. Als ze ook de resterende (ongebruikte en dus niet uitgestoten) 30% voltrekken nemen de feitelijke emissies toe en neemt ook de stikstofdeken toe. De FDF stelt nu voor die rechten te gelde te maken en definitief uit de markt te verwijderen. Ze zijn dan niet meer bruikbaar voor boeren. Door de schotten die FDF tussen de sectoren wil aanbrengen zijn ze dat ook niet voor bijv. energiecentrales of Tata die nog extra rechten nodig hebben om te kunnen blijven draaien bij de huidige stand van hun technologie of omdat ze geen Nb-vergunning hebben.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Als bedrijven 20% van de dierrechten mogen houden bij verkoop aan de overheid wordt hiermee de latente ruimte van de blijvers benut door verkoop aan deze partijen.
FDF stelt dat Tata, en andere industriële bedrijven die geen of nog geen volledige Nb vergunning hebben, in principe de "PAS melders" zijn binnen hun sector.
Als je op deze manier redeneert en de overheid mee kan gaan in die redenatie, ben je van een heleboel gezeik af. Je kunt dan nog wel praten over de hoogte van de totale vermindering voor de sector en van de afroming intern en extern. Ook zal je moeten bepalen welke pasmelders wel of geen rechten aan hun melding kunnen ontlenen.
De notities van FDF blinken met hun statements niet altijd uit in duidelijkheid qua redeneerlijn en onderbouwing, dus dit interview helpt in het begrijpelijk krijgen van de rationale van het voorstel.
Wat mij betreft zitten er in ieder geval een aantal positieve, constructieve elementen in:
1. De introductie van het begrip SDW als de totale depositie die in 2015 bestond en het begrenzen van de depositie op dat niveau. Als ik het goed begrijp laten we ook papieren werkelijkheid met latente ruimtes en niet-gemelde emissie achter ons en beschouwen we alles wat niet was gemeld (Schiphol?) of niet kon worden gemeld (PAS melders veehouderij) of uit latente ruimte na 2015 is gebouwd als werkelijk aanwezig en moet direct worden gelegaliseerd en er mag vanaf nu niet meer worden uitgebreid tot we weer onder de SDW zitten. Dat lijkt me een realistische kijk op de zaak, zo had het vanaf 2015 moeten werken. Lijkt me zelf wel logisch om daarmee latente ruimtes te laten vervallen, of te schorsen tot SDW2015 is bereikt.
2. Een afroming van alle handel in dierrechten en fosfaatrechten (en evt. in te stellen rechten voor alle diersoorten) met 30%. Dat gebeurde bij fosfaat en ik heb al meerdere boeren gesproken die het een raadsel vinden waarom we daar niet mee doorgaan.
3. geen handel (extern salderen) over sectoren heen. Dat doen we bij grond ook niet, ook daar is een democratisch besluit van de gemeenteraad nodig om bestemming te veranderen en er is veel voor te zeggen dat ook bij emissierechten te doen als je in een land wil blijven wonen waarin er groen tussen de steden is (het unieke karkater van onze delta-metropool).. En dit verplicht elke sector om best available technology te ontwikkelen.
4. het toestaan van handel (extern salderen) binnen een sector, zodat de emissierechten terecht komt bij degene die er het beste van weet te maken.
5. impliciet daarmee ook een methodiek (KPI systeem, RAV, meten met sensoren) waarbij innovatie wordt gestimuleerd.
Misschien heb ik het voorstel nog niet helemaal goed begrepen, maar als dit het in essentie is dan lijkt me dat constructief en werkbaar.
De discussie richt zich dan vooral op:
a. het tempo, dit gaat voor 2030 of 2035 wellicht niet hard genoeg. FDF wijst in dat kader op vrijwillig opkopen. Er zijn ook andere mechanismes denkbaar (bv. tegen vergoeding schorsen van rechten).
b. het dreigt vooral iets te doen aan de stikstofdeken, niet aan de pieken. Wat dat betreft lijkt het op de 100 km maatregel. Duidelijk zou dus moeten worden of maatregelen nodig zijn om te voorkomen dat aankopen van emissierechten in de Gelderse Vallei vanuit Zeeland de SDW vergroten en hoe dat dan wordt tegengegaan of verrekend. En ook hier zou je het uitkopen vooral in de piekregios kunnen doen (zoals Remkes aanbeval).
5 jaar geleden schreef ik al in Het (on)gelijk van Brabant :
De veehouders en hun organisaties doen alsof de groeiende bedrijven er recht op hebben om de productiecapaciteit van stoppende bedrijven over te nemen. Dat is niet het geval. Ze hebben niet meer recht op de grond, de stallen of dierrechten van een ander bedrijf dan wie ook in Nederland. Ze hebben net als andere bedrijven ook geen recht op uitbreiding, maar kunnen hier alleen om verzoeken.
Ook het tegenargument van de veesector dat de provincie geen milieuwinst behaalt omdat de vrijkomende ruimte wordt gebruikt voor andere economische sectoren, is niet ter zake. Het provinciebestuur heeft juist tot taak om vanuit het algemeen belang afwegingen te maken. Daarbij kan het continueren van de bio-industrie op de eerste plaats blijven staan, maar in plaats daarvan kan bijvoorbeeld ook de ontwikkeling van Mainport Eindhoven een nog hogere prioriteit krijgen. De Provincie is vrij in die keuze, zolang bestaande rechten niet worden aangetast.
Mijn conclusie voor de oplossing was toen:
“natuurlijk verloop” met de deur op slot in overbelaste gebieden.
Daar is nog niets aan veranderd.