Er zijn van die onderzoeken waarbij de uitkomst bemoedigend zegt: “het is niet jouw fout, schatje.” Het was het eerste waar ik aan dacht toen ik de uitkomst las van een onderzoek naar de rol van glucose en calorierijk voedsel van de universiteiten van Yale en Southern California.
Alle cellen in het lichaam gebruiken glucose als energiebron en glucose is absoluut de belangrijkste energieleverancier voor het brein. Het onderzoek laat de verbanden zien tussen het verlagen van de glucosewaarden (‘bloedsuikerspiegel’) en de (verhoogde) behoefte aan calorierijk voedsel.
Glucose halen we uit voedsel en wordt verbruikt. Als we te lang zonder eten blijven doorgaan, krijgen we honger. Als de glucosewaarden dalen, wordt er een gebied in de hersenen geactiveerd dat onze emoties en impulsen aanstuurt, de hypothalamus. Het universiteitenteam liet via een infuus de bloedsuikerspiegel van de deelnemers aan het onderzoek variëren en bekeek de veranderingen in de glucosewaarden. Onderwijl kregen de proefpersonen foto’s te zien van calorierijk en caloriearm voedsel, maar ook van non-food. Een aantal deelnemers was obees (BMI hoger dan 30).
Gedurende het onderzoek werd de hypothalamus wakker. Ook twee andere gedeelten van ons brein, de insula en het striatum, werden geactiveerd. Ze worden gelieerd met ons ingebouwde beloonsysteem. Aangenomen wordt dat onder meer het prikkelen van deze hersendelen ervoor zorgt dat we willen eten.
Een stukje aan de voorkant van onze hersenen, de prefrontale cortex, reageerde het heftigst op de glucoseverlaging. Hij verliest, zo stellen de onderzoekers, zijn grip op de zaak. Deze reactie was het meest duidelijk bij de obese deelnemers. Het zien van calorierijk voedsel bracht hun brein op hol. “De resultaten laten zien dat obese personen moeilijker de drang om te eten kunnen weerstaan, vooral wanneer de glucosewaarden lager dan normaal zijn,” zegt Kathleen Page van de universiteit van Southern California.
Een soortgelijke respons op hoogcalorisch voedsel was te zien in het striatum, wat zeer actief werd bij de lage bloedsuikerspiegel. Het ‘stresshormoon’ cortisol leek echter een grotere rol te spelen dan de glucose in het activeren van de beloningscentra in het brein. Dat laatste verbaast mij niet, cortisol speelt ook al een rol bij zowel de koolhydraatverwerking als de eiwitomzetting en de vetstofwisseling.
Het zit 'm dus in stress en honger dus. Die maken ons niet alleen dik, maar vooral ook dikker. “The brain just needs it’s food,” zegt onderzoeker Rajita Sinha. Als je brein hongerig is, kijken we begerig naar hamburgers, snoep en snacks.
En da’s fijn. Het ligt niet aan ons, het ligt aan ons brein.
Dit artikel afdrukken
Glucose halen we uit voedsel en wordt verbruikt. Als we te lang zonder eten blijven doorgaan, krijgen we honger. Als de glucosewaarden dalen, wordt er een gebied in de hersenen geactiveerd dat onze emoties en impulsen aanstuurt, de hypothalamus. Het universiteitenteam liet via een infuus de bloedsuikerspiegel van de deelnemers aan het onderzoek variëren en bekeek de veranderingen in de glucosewaarden. Onderwijl kregen de proefpersonen foto’s te zien van calorierijk en caloriearm voedsel, maar ook van non-food. Een aantal deelnemers was obees (BMI hoger dan 30).
Gedurende het onderzoek werd de hypothalamus wakker. Ook twee andere gedeelten van ons brein, de insula en het striatum, werden geactiveerd. Ze worden gelieerd met ons ingebouwde beloonsysteem. Aangenomen wordt dat onder meer het prikkelen van deze hersendelen ervoor zorgt dat we willen eten.
Een stukje aan de voorkant van onze hersenen, de prefrontale cortex, reageerde het heftigst op de glucoseverlaging. Hij verliest, zo stellen de onderzoekers, zijn grip op de zaak. Deze reactie was het meest duidelijk bij de obese deelnemers. Het zien van calorierijk voedsel bracht hun brein op hol. “De resultaten laten zien dat obese personen moeilijker de drang om te eten kunnen weerstaan, vooral wanneer de glucosewaarden lager dan normaal zijn,” zegt Kathleen Page van de universiteit van Southern California.
Een soortgelijke respons op hoogcalorisch voedsel was te zien in het striatum, wat zeer actief werd bij de lage bloedsuikerspiegel. Het ‘stresshormoon’ cortisol leek echter een grotere rol te spelen dan de glucose in het activeren van de beloningscentra in het brein. Dat laatste verbaast mij niet, cortisol speelt ook al een rol bij zowel de koolhydraatverwerking als de eiwitomzetting en de vetstofwisseling.
Het zit 'm dus in stress en honger dus. Die maken ons niet alleen dik, maar vooral ook dikker. “The brain just needs it’s food,” zegt onderzoeker Rajita Sinha. Als je brein hongerig is, kijken we begerig naar hamburgers, snoep en snacks.
En da’s fijn. Het ligt niet aan ons, het ligt aan ons brein.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
... en dan?
Dat is het hele punt: als we nou eens niet ons brein zijn?
Anja, is dat realistisch? Je suggereert dat we onszelf kunnen overwinnen. Klopt dat?
Precies het vraagstuk.
Moderne leefstijlverbetering, zoals gezonder eten, is vooral gericht op gedragsverandering. Daar sta ik ook achter - ik denk, maar wellicht ten onrechte, dat we méér zijn dan ingesleten processen in het brein. Dit onderzoek laat zien dat die gedragsverandering maar beperkt mogelijk is en dat het vechten tegen de bierkaai is. En dan is Marcs opmerking inderdaad zeer terecht.
Ben benieuwd naar andere reacties.
Beste Anja,
Zodra we een aantrekkelijk iemand zien gaan er ook allerlei plekjes in je brein oplichten zonder dat we (in ieder geval de meesten) zo iemand meteen bespringen. Ik was vorige zomer bij Yale en zag daar de plaatjes maar de onderzoekers zijn het met me eens dat verhoogde activeviteit in het brein iets anders is dan werkelijk gedrag. Zoals we herhaaldelijk in allerlei richtlijnen en dergelijke hebben samengevat zijn er veel (grotendeels beheersbare) factoren die maken of we impulsen ook omzetten in gedrag. Lees het hoofdstuk "de verleiding" in Tegenwicht voor een recent overzicht. Gedragsverandering is moeilijk maar het kán.
Jaap, als ik me niet vergis begint dat hoofdstuk met een citaat van Wilde: 'I can resist everything but temptation'. In het hoofdstuk laten Jutka Halberstadt en jij zien dat we de verleidende omgeving moeten veranderen om het makkelijk te verleiden brein te reguleren.
Dat is moeilijk, maar inderdaad het kan. Vanmorgen zag ik kleine koekjes die precies het omgekeerde doen (de verpakking vertelt me dat ze zo makkelijk in de auto en in mijn tas voor onderweg zijn). Met andere woorden: we moeten de omgeving waarin ons brein is ontstaan weer een beetje terughalen. Producten met hoge likings, dat wil zegen veel suiker en vet, voeren de boventoon. Weg met die koekjes dus.
Je opmerking over onze erotische prikkels en de rem op het uitvoeren van gedrag intrigeert me. Hij gaat een andere kant op en plaatst dit onderzoek midden in het debat dat, in Nederland, gevoerd wordt door Dick Swaab en Victor Lamme over de onvrijheid van ons volledig door stimulus-respons bepaalde patronen aangestuurde brein. Zijn we volgens jou toch vrijer dan zij denken?