Overal duiken verhalen op van zelfbenoemde ‘ecomodernisten’ die de problemen waar de industrialisering van ons voedselsysteem ons in terecht heeft gebracht, denken op te lossen met technologie. Pepijn Vloemans schreef in de Groene Amsterdammer onlangs zelfs over een nieuwe agrarische revolutie, namelijk ‘landbouw zonder land’, waar ons wordt voorgeschoteld dat ons voedsel straks uit gebouwen en laboratoria komt, losgezongen van een levende bodem en zonlicht.
Toch is dit ‘kunstvoedsel’, ook voor veel jonge mensen - die steeds verder af staan van de natuur en opgroeien met technologie - een wenkend perspectief aan het worden, zonder dat zij de gevolgen van deze ontwikkeling doorzien. Ecomodernisme is namelijk oude wijn in nieuwe zakken. Een overtreffende trap in het proberen de natuur volledig te beheersen, (eerst dus met chemie, nu met nog meer energie en technologie) zonder de ritmes en ecologische grenzen van de natuur te willen erkennen.
Daarom enkele kritische kanttekeningen over de voorstellen van deze techno-dromers. Heeft voedsel gekweekt met kunstlicht, onder steriele omstandigheden en los van de bodem wel levenskracht en voedingswaarde? Of Is het een soort ínfuus-voedsel’? Wat doet dat met onze menselijke ontwikkeling?
Als je kijkt naar calorieën en nutriënten, wordt er dan met het telen van vooral slasoorten en kruiden en tomaten niet vooral ‘water’ gekweekt? Hebben we om onze honger te stillen niet juist knollen, kolen en granen nodig? Die komen niet uit het PlantLab.
Eén van de claims is een schone teelt zonder chemie, dat klinkt goed. Maar hoe lang kun je teelten steriel – zonder chemie - blijven kweken? Is het niet net als de bio-industrie juist zeer kwetsbaar, omdat elke ziektekiem die wel binnensluipt, geen enkele weerstand meer ontmoet?
Wel efficiënt
Naast plantaardige voeding onder volledig kunstmatige omstandigheden, wordt ook steeds vaker kweekvlees gepropageerd, waar nu fors in wordt geïnvesteerd met onder meer het argument dat de veehouderij uitermate inefficiënt is. Als graasdieren echter worden gehouden op land dat ongeschikt is voor humane voeding, en als reststromen gebuikt worden voor varkens en kippen, dan is dat wel degelijk efficiënt.
Van de intensieve dierhouderij moeten we af - daar zijn we het eens – maar een heel beperkte consumptie van dierlijke producten uit de biologische en biodynamische landbouw passen in een gezond dieet. En waarom als aanvulling en vervanging van vlees niet gewoon peulvruchten, noten en paddenstoelen kweken? Welke onvoorziene risico’s brengt dit kweekvlees-experiment met zich mee?
De landbouw zal grotendeels buiten blijven plaatsvinden, met het in cultuur brengen van planten en dieren, hoe lastig dat ook wordt in het snel veranderende klimaat.
Experimenten om ook onder super gecontroleerde omstandigheden te kweken zijn soms interessant en kunnen wellicht een kleine bijdrage leveren bij misoogsten door weersextremen. Maar het is allerminst de heilige graal zoals die ons voortdurend wordt voorgespiegeld. De claims die worden uitgesproken getuigen van hoogmoed. Meebewegen met de ritmes van de natuur en uitgaan van veerkracht, biodiversiteit en bodemvruchtbaarheid is onze enige kans op voldoende voedsel in een veranderend klimaat.
Als we voedselverspilling tegengaan en vleesconsumptie drastisch terugbrengen, dan kunnen we daarmee voor echt voedsel in een mooi landschap zorgen. Met boeren en tuinders zaaiend en oogstend in de buitenlucht in plaats van gekweekt ‘voedsel’ in gebouwen door laboranten in witte jassen.
Deze column verschijnt ook in de Krant van de Aarde.
Dit artikel afdrukken
Heeft voedsel gekweekt met kunstlicht, onder steriele omstandigheden en los van de bodem wel levenskracht en voedingswaarde? Of Is het een soort ínfuus-voedsel’?En zo krijgt het inmiddels bewezen agro-ecologische model van boeren en tuinders die met weinig inputs, maar met inzet op levende bodems en biodiversiteit een tegenstrever die innovatiegeld slurpt met een utopische ‘boerloze’ samenleving. De lobby richting politiek en samenleving draait overuren om geldstromen te creëren naar nieuwe en deels oude leveranciers van laboratoria, meststoffen, zaden en adviesrapporten in plaats van naar de bio-boeren die het verschil kunnen maken.
Daarom enkele kritische kanttekeningen over de voorstellen van deze techno-dromers. Heeft voedsel gekweekt met kunstlicht, onder steriele omstandigheden en los van de bodem wel levenskracht en voedingswaarde? Of Is het een soort ínfuus-voedsel’? Wat doet dat met onze menselijke ontwikkeling?
Als je kijkt naar calorieën en nutriënten, wordt er dan met het telen van vooral slasoorten en kruiden en tomaten niet vooral ‘water’ gekweekt? Hebben we om onze honger te stillen niet juist knollen, kolen en granen nodig? Die komen niet uit het PlantLab.
Eén van de claims is een schone teelt zonder chemie, dat klinkt goed. Maar hoe lang kun je teelten steriel – zonder chemie - blijven kweken? Is het niet net als de bio-industrie juist zeer kwetsbaar, omdat elke ziektekiem die wel binnensluipt, geen enkele weerstand meer ontmoet?
Wel efficiënt
Naast plantaardige voeding onder volledig kunstmatige omstandigheden, wordt ook steeds vaker kweekvlees gepropageerd, waar nu fors in wordt geïnvesteerd met onder meer het argument dat de veehouderij uitermate inefficiënt is. Als graasdieren echter worden gehouden op land dat ongeschikt is voor humane voeding, en als reststromen gebuikt worden voor varkens en kippen, dan is dat wel degelijk efficiënt.
Van de intensieve dierhouderij moeten we af - daar zijn we het eens – maar een heel beperkte consumptie van dierlijke producten uit de biologische en biodynamische landbouw passen in een gezond dieet. En waarom als aanvulling en vervanging van vlees niet gewoon peulvruchten, noten en paddenstoelen kweken? Welke onvoorziene risico’s brengt dit kweekvlees-experiment met zich mee?
De landbouw zal grotendeels buiten blijven plaatsvinden, met het in cultuur brengen van planten en dieren, hoe lastig dat ook wordt in het snel veranderende klimaat.
Experimenten om ook onder super gecontroleerde omstandigheden te kweken zijn soms interessant en kunnen wellicht een kleine bijdrage leveren bij misoogsten door weersextremen. Maar het is allerminst de heilige graal zoals die ons voortdurend wordt voorgespiegeld. De claims die worden uitgesproken getuigen van hoogmoed. Meebewegen met de ritmes van de natuur en uitgaan van veerkracht, biodiversiteit en bodemvruchtbaarheid is onze enige kans op voldoende voedsel in een veranderend klimaat.
Als we voedselverspilling tegengaan en vleesconsumptie drastisch terugbrengen, dan kunnen we daarmee voor echt voedsel in een mooi landschap zorgen. Met boeren en tuinders zaaiend en oogstend in de buitenlucht in plaats van gekweekt ‘voedsel’ in gebouwen door laboranten in witte jassen.
Deze column verschijnt ook in de Krant van de Aarde.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
We evolueren langzaam naar een ander menselijk ras: de robot. En over het gebrek aan empathie en compassie daarvan hoeven we ons geen zorgen te maken. Die trend is er al lang.
En voor de liefhebber: ‘Realigning with Earth Wisdom’.
Ik vind de term levenskracht altijd een lastige. Een plant wil altijd wel groeien, of dat lukt hangt af van de omstandigheden.
Over de voedingswaarde van gewassen van verschillende teeltwijzen hebben we het hier al vaker gehad. De uitkomst is dat rasverschillen veel groter zijn dan verschillen in bodem en bemesting. Met die kennis in het achterhoofd vind ik het moeilijk om een tomaat uit een kweekcel als infuusvoedsel weg te zetten.
De auteur stapt hier heel makkelijk over de voordelen van chemievrij telen heen. Persoonlijk heb ik liever een chemievrije tomaat uit een kweekcel dan eentje uit gangbare of biologische teelt. Ik weet wat er nodig is om ziekten en plagen uit gewassen te houden, ik denk dat chemievrij een enorme plus is.
Daarnaast hebben dit soort teeltwijzen het tij behoorlijk mee op dit moment. De belangrijkste inputs zijn geld en energie, laten die beiden nu niet heel veel waard zijn. De energieinput gaat bovendien alleen maar dalen de komende jaren, en geld is er zoveel dat het meer dan gratis is.
Als laatste denk ik dat we niet te romantisch moeten doen over werk in de landbouw en de invloed op het landschap. Een akker met aardappels, biologisch of niet, is alleen voor de liefhebber mooi. En productiewerk is meestal eentonig en zwaar, of het nou biologisch of gangbaar is.
Nu ga ik weer verder met wieden in mijn (gangbare) leeuwenbekken.
Het wordt eens tijd dat energievastlegging door gewassen wordt meegenomen in de modellen voor een eerlijke vergelijking tussen voedselproductiesystemen. Traditioneel voedsel produceren levert energie op en meer hi-tech kost energie. Traditioneel telen legt CO2 vast en bij hi-tech komt CO2 vrij. De insiders weten het verschil tussen lange keten en korte keten koolstofkringloop maar als in de modellen de vastlegging in de korte keten niet wordt meegenomen gaat bijna niemand begrijpen dat landbouw CO2 vast legt. En dan heb ik het niet over koolstof wat wordt opgeslagen in de grond want dat is peanuts vergeleken met de vastlegging uit de atmosfeer. Aangezien modellen tegenwoordig regeren wordt het toch wel eens tijd dat CO2 vastlegging door de landbouw wordt meegenomen.
CO2 vastleggen in de korte keten klinkt leuk, maar is alleen maar bezigheidstherapie. Een paar maanden na de vastlegging is het weer terug in de atmosfeer. Bovendien wordt bij dit vastleggen volop gebruik gemaakt van energie uit de lange keten door aanwending van kunstmest, diesel en andere vormen van fossiele brandstof. Dus netto draagt ook de landbouw bij aan meer uitstoot.