Een loslopend wild zwijn, zondagmiddag in het Gelderse Lunteren, brengt boswachter Gert van Harn van het Luntersche Buurtbosch tot een dringende oproep. "Houd je hond aan de lijn," zegt hij.
De coronapandemie resulteert niet alleen in een massale toestroom van wandelaars en fietsers in de Nederlandse natuurgebieden, maar steeds vaker maakt ook een hond (al dan niet als 'corona puppy') deel uit van gezelschap. Die honden lopen vaak los. Grote stukken bos en hei zijn specifiek aangewezen als 'honden losloopgebied'.
"Wilde dieren raken dan in paniek en vluchten," zegt Van Harn in Omroep Gelderland. Alleen, in het drukbevolkte wandelbos en de schaarse natuur-die-eigenlijk-grootschalig-tuinieren-is (met dank aan Jopie Duijnhouwer voor de terminologie) kunnen ze geen kant op. Ze worden gebeten, of zoeken, zoals het Lunterse zwijn, de bebouwde kom op.
In beide gevallen grijpt de boswachter naar zijn geweer. Om het gewonde dier uit zijn lijden te verlossen, of om te voorkomen dat het gevaar oplevert voor bijvoorbeeld automobilisten. "De veiligheid van mensen gaat voor alles", aldus Van Harn. Het wilde zwijn dat door Lunteren liep, was gewond aan zijn kop. Na zondagmiddag is het zwijn niet meer gezien. Waarschijnlijk is hij terug het bos in gegaan. Tot de volgende hond langskomt.
Omr.GLD - Wild zwijn vlucht bos Lunteren uit na drukte, boswachter wil honden aangelijnd
De coronapandemie resulteert niet alleen in een massale toestroom van wandelaars en fietsers in de Nederlandse natuurgebieden, maar steeds vaker maakt ook een hond (al dan niet als 'corona puppy') deel uit van gezelschap. Die honden lopen vaak los. Grote stukken bos en hei zijn specifiek aangewezen als 'honden losloopgebied'.
"Wilde dieren raken dan in paniek en vluchten," zegt Van Harn in Omroep Gelderland. Alleen, in het drukbevolkte wandelbos en de schaarse natuur-die-eigenlijk-grootschalig-tuinieren-is (met dank aan Jopie Duijnhouwer voor de terminologie) kunnen ze geen kant op. Ze worden gebeten, of zoeken, zoals het Lunterse zwijn, de bebouwde kom op.
In beide gevallen grijpt de boswachter naar zijn geweer. Om het gewonde dier uit zijn lijden te verlossen, of om te voorkomen dat het gevaar oplevert voor bijvoorbeeld automobilisten. "De veiligheid van mensen gaat voor alles", aldus Van Harn. Het wilde zwijn dat door Lunteren liep, was gewond aan zijn kop. Na zondagmiddag is het zwijn niet meer gezien. Waarschijnlijk is hij terug het bos in gegaan. Tot de volgende hond langskomt.
"Alleen, in het drukbevolkte wandelbos en de schaarse natuur-die-eigenlijk-grootschalig-tuinieren-is".
Met dit soort terminologie (bedoeld is 'schaarse natuur-die-eigenlijk-grootschalig-tuinieren-is' ,noem het 'dog-whistles', hondenfluitjes, kreten om een bepaalde achterban tevreden te stellen, en mogelijk anderen buiten te sluiten) wordt de achterban van Fl (agrarisch + eromheen) weer eens bediend.
In ieder geval, als ik tuinier krijg ik nooit orchideëen in mijn en andermans tuin.
Misschien is voor bovenstaande de term 'cultuur-natuur' beter.
Frank-Eric, je bent vermoedelijk al sinds maart vorig jaar niet meer in Nederland geweest.
Onze bossen en heides puilen uit van de mensen en hun honden.
Ik zie er ergernis in en zal bekennen dat ik me er ook enorm aan erger. Daarmee zeg ik eigenlijk het omgekeerde van wat jij denkt: bescherm onze gemaakte natuur tegen al die mensen. Ook je achtertuin is niet geschikt voor al die drommen.
Los daarvan is er een run op honden de prijzen zijn soms zelfs verdriedubbeld. De asielhonden uit het Oostblok of van rond de middellandse zee zijn niet aan te slepen.
Een beetje tuinier krijgt in zijn tuin wat hij wil binnen bepaalde grenzen; je moet alleen niet vragen hoeveel het kost en wat je ervoor moet doen.
In Lunteren speelt ook nog dat er delen van het bos van eigenaar verandert zijn die er vervolgens een hekwerk omheen zet die wandelaars de weg versperd en waarbij oude wildkeringen ernstig beschadigd worden.
Het is dus zaak om ook wandelroutes op andere plekken aan te leggen buiten de natuur, langs boerderijen, ommetjes over boerenland, vnl. akkerland over akkerranden om van dorp naar dorp te komen en langs streekwinkeltjes. het wandelvolk moet verdund worden over ons land. er wordt nu al volop gefietst en gewandeld ook hier in de polder neemt dat toe. Denk in kansen, koppelkansen.
Leer je eigen land maar kennen of je buurlanden i.p.v. in vliegtuigen te kruipen naar den verre. Wel een mening over eigen land en eigen inwoners, maar het amper tot niet kennen. (en zo politiek bedrijven bijvoorbeeld, omdat men gekozen is door bepaalde kiezers met een vooroordeel).
Als bewoner van de Veluwe maakte ik de omslag in faunabeheer mee. In 2007 moesten plots lagere aantallen dieren als nieuwe streefstanden worden aangehouden. En daarvoor was een fors groter afschot nodig. Met ook hulpmiddelen als infrarood en geluiddempers. Duitse jagers zag in Veluwse dorpen om hun plaatselijke collega-jagers te instrueren. En de gevolgen daarvan waren in de daarop volgende jaren te merken:
• Vrijwel direct nadat het afschot van wilde zwijnen is gestart, concentreren wilde zwijnen zich vrij massaal in stroken van ca. 150 meter langs wegen als een tijdelijk leefgebied: hun 'vluchtelingenkampen'. Ook campings en dorpen vormen een dergelijk alternatief.
• De oorzaak daarvan zijn de nachtelijke activiteiten in hun leefgebieden, die het effect hebben van de spreekwoordelijke knuppel in het even spreekwoordelijke hoenderhok.
• Naast de toename van de aanrijdingen hierdoor draagt de zichtbaarheid van wroet sporen vanaf de wegen bij tot de grote maatschappelijke steun voor een hoog afschot.
• Uit de cijfers blijkt dat ook reeën aantoonbaar op de nachtelijke verstoring reageren.
• Het is uiterst discutabel dat "voor reeën nog geen sprake van een dekkende registratie binnen het werkgebied van de FBE Veluwe" (vooral het leefgebied van wilde zwijnen) zou zijn sinds de opzet van de registratie in 2005.
• Er was alle aanleiding om te veronderstellen dat de "niet acceptabele aantallen aanrijdingen" te wijten zijn aan de niet acceptabele middelen en methoden om de populatie wilde zwijnen tot niet acceptabele aantallen terug te brengen.
Het kabinet Rutte-1 zag kansen voor de grootste bezuinigingen op natuurbeheer. Staatssecretaris Bleker promootte het aanbesteden van jachtrechten. Op de Veluwe stegen de jachtrechten van zo'n 20 euro naar zo'n 60 euro per hectare. Jaarlijks bracht dat het Veluws totaal op van zo'n 3½ miljoen euro. En daarvoor worden jaarlijks zo'n 4.000 natuurdieren geschoten. Of wel zo'n 800 euro per geschoten dier.
De opbrengst bij de poelier blijkt slechts een marge van dat bedrag. Zo haalt de poelier de geschoten damherten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen op voor €22,50 per stuk en de edelherten uit de Oostvaardersplassen voor €27,50 als contractprijzen.
Voor het bereiken van het geplande afschot stonden provincies het gebruik van hulpmiddelen als infrarood en geluiddempers toe. Daarmee is het mogelijk om 's nachts bosvakken uit te kammen. Ook inzake de vos werden die middelen toegestaan. Daar haalde de Raad van State een streep door omdat een verdrag in de Benelux die als middelen van stropers verbood. Na enkele jaren van overleg werd daarvoor begin 2014 een uitzondering vastgesteld.
Ten opzichte van de structurele planmatige verstoring door de jacht is die door de recreatie uiterst marginaal en incidenteel. Het uiterst lucratief vermarkten van de jachtlust krijgt alle prioriteit.