Honden brengen verboden bestrijdingsmiddelen de natuur in. Niet expres natuurlijk, maar de meeste hondeneigenaren zullen zich niet bewust zijn van de problematiek van weglekkende schadelijke stoffen in het milieu. WUR-wetenschappers trekken daarom aan de bel.
Als te veel honden in een klein afgesloten vennetje gaan zwemmen, kan het waterleven eraan kapot gaan
Gifstoffen als fipronil en imidacloprid zijn wegens hun schadelijke werking verboden in de landbouw. Toch komen ze in de natuur voor. In vogelnestjes en in hondenzwemwater. De onderliggende oorzaak? De honden zijn behandeld tegen vlooien en teken en een van de meest gebruikte stoffen is fipronil. Niet gevaarlijk voor de hond of zijn baasje, maar wel met ongewenste natuureffecten.
De Wageningse onderzoekers Ivo Roessink en Dick Belgers signaleerden dat rioolwaterzuivingen regelmatig hoge concentraties van fipronil en imidacloprid aantroffen, ondanks het gebruiksverbod in de landbouw. "Die komen dan met het effluent, het gezuiverde afvalwater, weer in het oppervlaktewater terecht”, zegt Roessink in Trouw. Maar wat is de oorsprong van die stoffen in het rioolwater? Dat zijn de druppels, sprays en vlooienbandjes die hondenbaasjes voor hun dieren gebruiken. "Omdat in het spoelwater van trimsalons veel middelen worden teruggevonden, vroegen wij ons af wat er gebeurt als je met je hond naar buiten gaat.”
De onderzoekers namen monsters van hondenhaar, van urine en van water waarin honden hadden gezwommen. In het merendeel van de monsters vonden ze schadelijke stoffen. "Als te veel honden in een klein afgesloten vennetje gaan zwemmen, kan het waterleven eraan kapot gaan”, aldus ecotoxicologisch onderzoeker Roessink.
Ook achtergelaten hondenharen van buiten gekamde en geborstelde honden kan voor problemen zorgen. Vogels gebruiken honden- en kattenharen om hun nesten te bekleden. Maar als er in die haren anti-vlooienmiddelen zitten, kan dat dodelijk zijn voor de jonge vogels. Zo legde CLM-onderzoeker Adriaan Guldemond hier op Foodlog al eerder het verband tussen mezensterfte en honden- en kattenharen. “Uitgekamde hondenharen horen in de restcontainer en niet in de tuin of in de natuur”, zegt Belgers dan ook.
Vergeet ook de stikstofbelasting van honden in de natuur niet. In een Belgisch onderzoek naar de hoeveelheid poep en pies van honden in natuurgebieden, kwamen de onderzoekers tot een overbemesting in natuurgebieden met gemiddeld 11 kilogram stikstof en 5 kilogram fosfor per hectare. En dat zijn dan 'normale' stoffen.
Baasjes zijn zich nauwelijks bewust van de milieuschade die hun trouwe en geliefde viervoeter aanricht.
De Wageningse onderzoekers kaarten met hun in Science of the Total Environment gepubliceerde onderzoek de bredere problematiek van weglekkende schadelijke stoffen in het milieu aan, aldus Nieuwe Oogst. Om de hoeveelheid gifstoffen die via de vlooienmiddelen in de natuur belanden, ging het hen (nog) niet.
De Wageningse onderzoekers Ivo Roessink en Dick Belgers signaleerden dat rioolwaterzuivingen regelmatig hoge concentraties van fipronil en imidacloprid aantroffen, ondanks het gebruiksverbod in de landbouw. "Die komen dan met het effluent, het gezuiverde afvalwater, weer in het oppervlaktewater terecht”, zegt Roessink in Trouw. Maar wat is de oorsprong van die stoffen in het rioolwater? Dat zijn de druppels, sprays en vlooienbandjes die hondenbaasjes voor hun dieren gebruiken. "Omdat in het spoelwater van trimsalons veel middelen worden teruggevonden, vroegen wij ons af wat er gebeurt als je met je hond naar buiten gaat.”
De onderzoekers namen monsters van hondenhaar, van urine en van water waarin honden hadden gezwommen. In het merendeel van de monsters vonden ze schadelijke stoffen. "Als te veel honden in een klein afgesloten vennetje gaan zwemmen, kan het waterleven eraan kapot gaan”, aldus ecotoxicologisch onderzoeker Roessink.
Ook achtergelaten hondenharen van buiten gekamde en geborstelde honden kan voor problemen zorgen. Vogels gebruiken honden- en kattenharen om hun nesten te bekleden. Maar als er in die haren anti-vlooienmiddelen zitten, kan dat dodelijk zijn voor de jonge vogels. Zo legde CLM-onderzoeker Adriaan Guldemond hier op Foodlog al eerder het verband tussen mezensterfte en honden- en kattenharen. “Uitgekamde hondenharen horen in de restcontainer en niet in de tuin of in de natuur”, zegt Belgers dan ook.
Vergeet ook de stikstofbelasting van honden in de natuur niet. In een Belgisch onderzoek naar de hoeveelheid poep en pies van honden in natuurgebieden, kwamen de onderzoekers tot een overbemesting in natuurgebieden met gemiddeld 11 kilogram stikstof en 5 kilogram fosfor per hectare. En dat zijn dan 'normale' stoffen.
Baasjes zijn zich nauwelijks bewust van de milieuschade die hun trouwe en geliefde viervoeter aanricht.
De Wageningse onderzoekers kaarten met hun in Science of the Total Environment gepubliceerde onderzoek de bredere problematiek van weglekkende schadelijke stoffen in het milieu aan, aldus Nieuwe Oogst. Om de hoeveelheid gifstoffen die via de vlooienmiddelen in de natuur belanden, ging het hen (nog) niet.