De temperatuur van het Noordzeewater stijgt sneller dan ander Europees water. Dat zorgt voor een 'grote visverhuizing'.
De Noordzee warmt op. De temperatuur van het Noordzeewater is de afgelopen 100 eeuw met 1 à 2 graden Celsius gestegen, dat is is een snellere stijging dan welk ander Europees zeewater dan ook. Gevolgen blijven niet uit: makrelen, kabeljauwen en andere witvissen zoeken hun heil (en voedsel) hogerop en trekken naar het noorden. Maar het warme water heeft ook gevolgen voor de manier waarop de visstand zich ontwikkelt. Met name jonge kabeljauwen komen voedsel tekort.
90% Britse kabeljauw is import
Dat betekent dat het herstel van de kabeljauwstand langzamer gaat dan gewenst. Een van de conclusies van een recent congres over de Noordzeevisserij is dan ook dat de gloriejaren van de kabeljauwvangst definitief voorbij zijn. Britse en andere vissers zouden de hoop om ooit nog zoveel kabeljauw te kunnen vangen als in de jaren '70 op hun buik kunnen schrijven, schrijft Seafood Source.
Verreweg de meeste kabeljauw (90%) die in Britse magen terecht komt, wordt geïmporteerd uit landen als IJsland en Noorwegen.
Voorzichtig herstel
Volledig herstel van de kabeljauwstand zal zo'n 10 tot 20 jaar in beslag nemen. Sinds 2001 zijn vangstbeperkende maatregelen van kracht die vrucht lijken te dragen. "Het terugdringen van de vissterfte gaat de goede kant op en is nu 50% minder dan in 2001", zei professor Colin Bannister tijdens het congres op. "Ook het kuitschieten ontwikkelt zich in de goede richting, maar we hebben nog een lange weg te gaan." Daarom beveelt hij aan de komende jaren de vangstquota laag te houden en netten te gebruiken met zo groot mogelijke mazen.
Andere vis
Het goede nieuws luidt dat veel andere vissoorten het dankzij het visserijbeleid van de EU wel goed doen en op de weg naar herstel zijn. Er is nog een bijkomend voordeel: in de Noordzee komen meer en meer andere, eveneens lekkere vissen voor. Denk aan inktvis, ansjovis, rode mul en heek. "Jammer genoeg zijn Britten erg conservatief qua visconsumptie en verkopen we het meeste wat we vangen in het buitenland. We moeten de vraag naar de 'nieuwe' soorten stimuleren", zei John Pinnegar, van het Centre for the Environment, Fisheries and Aquaculture Science.
Fotocredits: Vers gevangen kabeljauw, Mats Hagwall
Dit artikel afdrukken
90% Britse kabeljauw is import
Dat betekent dat het herstel van de kabeljauwstand langzamer gaat dan gewenst. Een van de conclusies van een recent congres over de Noordzeevisserij is dan ook dat de gloriejaren van de kabeljauwvangst definitief voorbij zijn. Britse en andere vissers zouden de hoop om ooit nog zoveel kabeljauw te kunnen vangen als in de jaren '70 op hun buik kunnen schrijven, schrijft Seafood Source.
Verreweg de meeste kabeljauw (90%) die in Britse magen terecht komt, wordt geïmporteerd uit landen als IJsland en Noorwegen.
Voorzichtig herstel
Volledig herstel van de kabeljauwstand zal zo'n 10 tot 20 jaar in beslag nemen. Sinds 2001 zijn vangstbeperkende maatregelen van kracht die vrucht lijken te dragen. "Het terugdringen van de vissterfte gaat de goede kant op en is nu 50% minder dan in 2001", zei professor Colin Bannister tijdens het congres op. "Ook het kuitschieten ontwikkelt zich in de goede richting, maar we hebben nog een lange weg te gaan." Daarom beveelt hij aan de komende jaren de vangstquota laag te houden en netten te gebruiken met zo groot mogelijke mazen.
Andere vis
Het goede nieuws luidt dat veel andere vissoorten het dankzij het visserijbeleid van de EU wel goed doen en op de weg naar herstel zijn. Er is nog een bijkomend voordeel: in de Noordzee komen meer en meer andere, eveneens lekkere vissen voor. Denk aan inktvis, ansjovis, rode mul en heek. "Jammer genoeg zijn Britten erg conservatief qua visconsumptie en verkopen we het meeste wat we vangen in het buitenland. We moeten de vraag naar de 'nieuwe' soorten stimuleren", zei John Pinnegar, van het Centre for the Environment, Fisheries and Aquaculture Science.
Fotocredits: Vers gevangen kabeljauw, Mats Hagwall
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Uiteraard, dat! En niet overbevissing.
Of je dit artikel helemaal op Nederland/Belgie kan toepassen is maar de vraag. Wij hebben niet de zozeer de traditie van kabeljauw eten. Maar dat we wat gevarieerder onze vissoorten moeten gaan kiezen, klopt! Maar, ik denk niet dat het handig is de vraag naar nieuwe soorten te stimuleren. Laten we eerst maar eens zorgen dat daar beheer voor is, anders worden ze ook snel overbevist. Zie de situatie voor zeebaars! Een typische soort die het wellicht nu beter doet vanwege de opwarming van de zee. Maar desondanks nu zwaar is overbevist omdat goed beheer helaas ontbreekt.
In Nederland kunnen we beter zorgen dat het eten van de bijvangst van de platvisvisserij wordt gestimuleerd. Schar bijvoorbeeld: daarvan wordt 90% (meest dood) teruggegooid in zee. Waarom? Geen marktvraag. En scharren zijn minstens zo lekker als schol.
Christien, heeft Seafood Source zich erg schuldig gemaakt aan handelarenpraatjes? (zoals Nick ook suggereert, denk ik)
Het Seafoodsource artikel is redelijk objectief denk ik. Maar de quote van die John Pinnegar is een beetje ondoordacht. Typisch een wetenschapper die goed is op zijn terrein (climate change effects) maar dan even de complexiteit van visserij vergeet.
@Christien(#2): wanneer is die schar eigenlijk uit de vishandel verdwenen? Ik herinner mij dat hij in de 1970er jaren nog een goede derde plaats onder de platvissen innam, direct achter tong en schol! Verse scharretjes, heerlijk! Klein nadeel: ze vielen meestal wat klein uit, maar bij tong is dat toch ook geen bezwaar gebleken?