Gisteravond maakte Zembla de nachtmerrie van de Nederlandse zuivelsector waar. Ondanks het zorgvuldig opgebouwde imago van blije koeien in de wei, hoort de melkveehouderij sinds gisteravond in de ogen van TV-kijkers weer bij de beestenindustrie waarin dieren als machines worden gebruikt. Opmerkelijk is wat er gebeurde op Radio 1, bij Dit is de Dag.
Boerin Irene van de Voort, van het inmiddels bekende biologische boerenkaasmerk Remeker, vertelde gisteren op de radio dat Zembla boeren niet als beesten had mogen wegzetten. Zij mag een niche bedienen, maar zo zit de wereld niet in elkaar. Niet de boeren met de rekenmachine, waar Nederland nu over praat door uitspraken van boer Van Dorp in de uitzending van Zembla zijn de klootzakken, consumenten zijn de klootzakken.
Luister even naar de uitzending en vertel wat je ervan vindt. Presentator Maarten Hagg viel van zijn stoel. Het floepte er dan ook zomaar uit. Excusez le mot, zegt Irene inmiddels hieronder in reactie #2. In reactie #68 legt ze nog eens uit waarom ze zo uitschoot.
Fotocredits: still uit de Zembla-aflevering, Zembla
Dit artikel afdrukken
Luister even naar de uitzending en vertel wat je ervan vindt. Presentator Maarten Hagg viel van zijn stoel. Het floepte er dan ook zomaar uit. Excusez le mot, zegt Irene inmiddels hieronder in reactie #2. In reactie #68 legt ze nog eens uit waarom ze zo uitschoot.
Uitgemolken koe nieuwe plofkip? http://t.co/1RjcgS1On6 koe nieuwe plofkip?.html Even mijn boerenhart gelucht op radio 1 #zemblakoe
— Irene van de Voort (@irenevandevoort) May 27, 2015
Fotocredits: still uit de Zembla-aflevering, Zembla
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Als ik er langer over nadenk kom ik tot de conclusie dat consumenten zich welliswaar als klootzakken gedragen maar geen klootzakken zijn. De echte klootzakken zijn de dier- en milieuactivisten die de oorzaken van beperkingen in duurzaamheid op een leugenachtige manier communiceren.
Niemand betaalt extra voor een product als dat product geen meerwaarde heeft wat aan hemzelf toevalt. Ook de zogenaamde idealistische koper niet. De idealistische koper betaalt extra omdat hij zich er moreel beter bij voelt. Het moreel beter voelen is in dit geval de meerwaarde die aan hemzelf toevalt en waar hij dus iets extra voor wil betalen.
Het moreel beter voelen doet zich echter alleen voor bij consumenten die zichzelf verantwoordelijk voelen voor hoe voedsel geproduceerd wordt.
Consumenten krijgen al decennia lang van dier- en milieuactivisten te horen dat dierwelzijns- en milieuproblemen een gevolg zijn van kwade activiteiten van kwade boeren met een kwade mentaliteit. In werkelijkheid hebben de werkmethodes te maken met schaalgrootte en vooral productiviteit per arbeidskracht: voedsel produceren met zo weinig mogelijk mensen. De productiviteit per arbeidskracht is weer onlosmakelijk verbonden met het welvaartsniveau van de samenleving. Zonder productieverhoging per arbeidskracht in de landbouw, geen stijging van welvaart. Overal in de wereld waar we een stijging van welvaart zien, zien we een trek van het platteland naar de stad terwijl de voedselproductie niet afneemt of zelfs toeneemt.
Beperking in dierwelzijn en milieu is dan ook één van de keerzijden van de welvaartsmaatschappij waar geen eenvoudige oplossingen voor zijn als we ons welvaartsniveau willen behouden.
Consumenten vinden dierwelzijn en milieu belangrijk. Ze willen dan ook bijdragen aan het verbeteren hiervan. Die bijdrage wordt echter geleverd op grond van wat zij als oorzaak begrijpen: de kwade mentaliteit van de kwade boer. Zo hebben ze immers decennia lang geleerd van dier- en milieuactivisten. Ze geven daarom steun aan de zoveelste schopcampagne van Varkens in Nood om de boer te overtuigen op vrijwillige basis zijn kwade gedrag te stoppen. Ze stemmen op de PvdD zodat via de politiek de kwade boer gedwongen kan worden zijn kwade gedrag te beëindigen.
Nog nooit heb ik een activist een verband horen leggen met het welvaartsniveau in de samenleving.
Het kopen van een diervriendelijk product heeft voor de consument geen morele meerwaarde waar hij iets extra voor wil betalen. Hij is toch niet verantwoordelijk voor de kwade mentaliteit van de kwade boer? Die moet zijn kwade gedrag gewoon stoppen zonder dat de consument daarvoor hoeft te betalen.
De klootzakkerige manier waarop dier- en milieuactivisten de oorzaken van dierwelzijns- en milieuproblemen duiden maakt dat consumenten zich als klootzakken gedragen.
In RTL late night geeft José alle antwoorden.
Jan Peter, de consument bepaalt wél de doorberekening van de kosten voor dierwelzijn en duurzaamheid. Als een producent diervriendelijk produceert en de kosten doorberekent, dus voor een hogere prijs in het winkelschap legt, zal het vrijwel niet verkocht worden. De consument kiest voor fysieke kwaliteit tegen de laagste prijs.
De agrarische markt is een grondstoffenmarkt. Het kenmerk van dit type markt is dat er geen ander onderscheid is dan de kostprijs. Wie een bovengemiddelde kostprijs heeft blijft niet bestaan. Je kunt als boer kiezen tussen kostprijsgericht produceren, of kostprijsgericht produceren, en nogmaals kostprijsgericht produceren.
Er is wel een markt voor iets anders dan kostprijsgericht produceren maar die is zeer klein en daardoor slechts weggelegd voor een heel klein aantal boeren.
Of laat ik het nog anders zeggen: als Jumbo niet de laagste prijs garantie geeft lopen klanten weg naar een ander. Als AH niet op de kleintjes let en garandeert dat zij toch de voordeligste zijn lopen ook daar klanten weg. Het koopgedrag van de consument is zeer prijsgericht. Dat dwingt de supermarkt tot zeer prijsgericht inkoopgedrag wat de producent weer dwingt tot oneindig zoeken naar de laagst mogelijke kostprijs om het hoofd boven water te houden.
Ik denk dat Bennie het opneemt voor Irene, maar ik denk niet dat hij begrijpt wat ik bedoel. Maar hij zegt het in ieder geval netter dan de emotioneel incontinente Piet.
Maar ik wil het Bennie best nog een keer uitleggen: de burger vindt dat er met dierenwelzijn en milieu rekening moet worden gehouden. De prijsstelling (of doorberekening) wordt niet door de consument bepaald. Maar is het gevolg van de sterkte van inkoop en de zwakte van producent. Niemand zegt dat hij, de burger of consument, er niet voor wil betalen. Als het transparant en eerlijk is. Maar dat vertrouwen heeft de sector allang verspeeld.
En dan biologisch. Maar een klein deel van de Nederlander is bereid te betalen voor biologisch. De rest trapt niet in dat enorme prijsverschil, waarvan niemand aantoont waar hem dat in zit. Biologisch is zijn voorsprong kwijt, niet geïnnoveerd, niet gecommuniceerd, maar de koe uitgemolken. En gangbaar heeft daar geen gebruik van gemaakt. Gangbaar, de aanduiding alleen al.
Zo beter?
Jan Peter, leest Bennie in jouw woorden wat je ermee bedoelt?