Hoewel bodems wereldwijd achteruit gaan, neemt de voedselproductie nog steeds toe. Reden tot paniek?
Over die vraag waren de meningen verdeeld, gisteravond bij de tweede dialoog over voedsel en landbouw in de Rode Hoed.
Wereldwijd is 25% van de landbouwgrond sterk verarmd, en elke minuut gaat een areaal van 30 voetbalvelden aan vruchtbare grond verloren. Een actie als Save Our Soils probeert dit probleem onder de aandacht te brengen, maar desondanks is de kennis over bodems gering, zowel bij burgers als beleidsmakers. Dat bleek ook tijdens de avond. Gespreksleider Felix Rottenberg herhaalde gisteren in de Rode Hoed meermaals dat de bodem helemáál geen saai onderwerp is. Die zorg was onnodig, de zaal was vol en veel bezoekers genoten van het "ouderwetse college" van de wetenschappers op het podium.
Bodemorganische stof
Bert Janssen, bodemkundige van de WUR met emeritaat, bood wat basiskennis. Hij gaf een klassiek college over bodemvruchtbaarheid en de rol van bodemorganische stof. Janssen betoogde dat een lage hoeveelheid organische stof niet per se een lage voedselproductie betekent; de voedselproductie stijgt nog steeds, terwijl het gehalte bodemorganische stof wereldwijd afneemt. "Geen reden tot paniek." De zaal bleek zijn college te interpreteren als een betoog dat organische stof in de bodem eigenlijk niet zo belangrijk is, maar dat bleek niet Janssen's bedoeling. Hij voelde zich genoopt om na afloop te benadrukken dat organische stof wel degelijk erg waardevol is, met name als plakmiddel voor samengestelde gronddeeltjes, de zogenaamde aggregaten. Een organische stofgehalte van 2 ½ tot 3 ½ procent is volgens hem ideaal. Klimaat, waterhoudende capaciteit, weerstand tegen droogtes, het hangt allemaal sterk samen met het organische stofgehalte van de bodem.
Ecologisch geïntensiveerde landbouw
Professor Pablo Tittonell, eveneens een Wageningse wetenschapper, ging in sneltreinvaart door een enorme hoeveelheid slides, waarin hij het klimaatprobleem, voedselzekerheid, voedselverspilling, geëxternaliseerde kosten en nog veel meer zaken samenbracht in een pleidooi voor ecologisch geïntensiveerde landbouw. Veel gronden zijn zodanig verarmd zijn dat kunstmest nauwelijks productieverhoging oplevert, legde hij uit; je moet eerst het ecosysteem in de bodem op gang brengen om de kunstmest effectief te laten zijn. Daarbij moeten we ons laten inspireren door ecologie, betoogde Tittonell. Een voorbeeld: verarmde grond die met kunstmest nooit meer dan een ton graan per hectare oplevert, blijkt bij uitgekiende vormen van intercropping met vlinderbloemigen vijf keer zoveel te produceren, dankzij de symbiotische interacties in de grond.
Chemievrij bodembeheer
Nico Stutterheim, directeur innovatie bij Koppert, leverancier van insecten voor biologische plagenbestrijding, legde uit dat organische stof in de bodem in de eerste plaats opslag van zonne-energie betekent; en daarmee de basis van alle biodiversiteit. Hij droeg voorbeelden aan van chemievrij bodembeheer, maar gaf aan dat hij soms een gevoel van onmacht ervaart tegenover de reus van de agro-chemische industrie en de achterliggende economie. Chemische middelen zijn spotgoedkoop doordat de maatschappelijke kosten worden afgewenteld, en de Nederlandse wet- en regelgeving belemmert verduurzaming op allerlei manieren. Natuurlijke middelen zoals kaneel- en thijmolie hebben voor de wet dezelfde status als de neonicotinoïden die bijensterfte
veroorzaken.
Collegebank of opmaat?
Na afloop zijn Helen Kranstauer en Samuel Levi van de Youth Food Movement erg positief over de avond. Helen: "Ik had het gevoel dat ik weer even in de collegebanken zat. Toen Pablo Titonell een plaatje van plantenwortels met bolletjes eraan liet zien, wilde ik "micorrhiza" roepen. Dat bleek overigens niet te kloppen." Samuel: "Ik vond het interessant om meer te horen over de verschillende functies van organische stof in de bodem. Ik heb wat bijgeleerd."
Fransjan de Waard, docent permacultuur, vond het college van Bert Janssen echter "een oud verhaal". Fransjan: 'Hij noemde een gehalte van 2 ½ tot 3 ½ % organische stof als norm. Dat is achterhaald. Een echt gezonde bodem heeft 6% organische stof. Janssen wees erop dat een bodem in de loop van duizenden jaren wordt gevormd, maar je kunt bodems ook pro-actief opbouwen in veel minder tijd. Joel Salatin, van de Polyface Farm in de VS, laat dit zien, een van de meest innovatieve boeren ter wereld. Hij heeft een grensverleggende aanpak waarmee hij grote hoeveelheden organische stof in de grond produceert. Gestuurde begrazing speelt daarbij een cruciale rol; dat verhaal is eigenlijk nog maar vrij kort bekend. In mei komt Salatin naar Nederland."
Wouter van der Weijden, directeur van Stichting CLM, verheugt zich al op de volgende dialoog in de reeks, die verder ingaat op het thema bodems; Willem Ferwerda komt daar vertellen over grootschalige business cases rond het herstellen van bodems.
De sprekers van de avond kregen na afloop een Soilmate van de actie Save Our Soils cadeau: een doosje tomaten met compost en zaadjes, met een oproep aan consumenten om te kiezen voor bodemsparende landbouw en voeding en op die manier "Soildiers" te worden. Want "the soil is the limit".
De volgende dialoog van "It's the food, my friend!" vindt plaats op dinsdag 25 maart, wederom in de Rode Hoed. Het thema: ecosystemen en zaden
Meer informatie is hier te vinden.
Fotocredits: 'Hello, English field', uitsnede, Ted Winder
Dit artikel afdrukken
Wereldwijd is 25% van de landbouwgrond sterk verarmd, en elke minuut gaat een areaal van 30 voetbalvelden aan vruchtbare grond verloren. Een actie als Save Our Soils probeert dit probleem onder de aandacht te brengen, maar desondanks is de kennis over bodems gering, zowel bij burgers als beleidsmakers. Dat bleek ook tijdens de avond. Gespreksleider Felix Rottenberg herhaalde gisteren in de Rode Hoed meermaals dat de bodem helemáál geen saai onderwerp is. Die zorg was onnodig, de zaal was vol en veel bezoekers genoten van het "ouderwetse college" van de wetenschappers op het podium.
Bodemorganische stof
Bert Janssen, bodemkundige van de WUR met emeritaat, bood wat basiskennis. Hij gaf een klassiek college over bodemvruchtbaarheid en de rol van bodemorganische stof. Janssen betoogde dat een lage hoeveelheid organische stof niet per se een lage voedselproductie betekent; de voedselproductie stijgt nog steeds, terwijl het gehalte bodemorganische stof wereldwijd afneemt. "Geen reden tot paniek." De zaal bleek zijn college te interpreteren als een betoog dat organische stof in de bodem eigenlijk niet zo belangrijk is, maar dat bleek niet Janssen's bedoeling. Hij voelde zich genoopt om na afloop te benadrukken dat organische stof wel degelijk erg waardevol is, met name als plakmiddel voor samengestelde gronddeeltjes, de zogenaamde aggregaten. Een organische stofgehalte van 2 ½ tot 3 ½ procent is volgens hem ideaal. Klimaat, waterhoudende capaciteit, weerstand tegen droogtes, het hangt allemaal sterk samen met het organische stofgehalte van de bodem.
Ecologisch geïntensiveerde landbouw
Professor Pablo Tittonell, eveneens een Wageningse wetenschapper, ging in sneltreinvaart door een enorme hoeveelheid slides, waarin hij het klimaatprobleem, voedselzekerheid, voedselverspilling, geëxternaliseerde kosten en nog veel meer zaken samenbracht in een pleidooi voor ecologisch geïntensiveerde landbouw. Veel gronden zijn zodanig verarmd zijn dat kunstmest nauwelijks productieverhoging oplevert, legde hij uit; je moet eerst het ecosysteem in de bodem op gang brengen om de kunstmest effectief te laten zijn. Daarbij moeten we ons laten inspireren door ecologie, betoogde Tittonell. Een voorbeeld: verarmde grond die met kunstmest nooit meer dan een ton graan per hectare oplevert, blijkt bij uitgekiende vormen van intercropping met vlinderbloemigen vijf keer zoveel te produceren, dankzij de symbiotische interacties in de grond.
Chemievrij bodembeheer
Nico Stutterheim, directeur innovatie bij Koppert, leverancier van insecten voor biologische plagenbestrijding, legde uit dat organische stof in de bodem in de eerste plaats opslag van zonne-energie betekent; en daarmee de basis van alle biodiversiteit. Hij droeg voorbeelden aan van chemievrij bodembeheer, maar gaf aan dat hij soms een gevoel van onmacht ervaart tegenover de reus van de agro-chemische industrie en de achterliggende economie. Chemische middelen zijn spotgoedkoop doordat de maatschappelijke kosten worden afgewenteld, en de Nederlandse wet- en regelgeving belemmert verduurzaming op allerlei manieren. Natuurlijke middelen zoals kaneel- en thijmolie hebben voor de wet dezelfde status als de neonicotinoïden die bijensterfte
veroorzaken.
Collegebank of opmaat?
Na afloop zijn Helen Kranstauer en Samuel Levi van de Youth Food Movement erg positief over de avond. Helen: "Ik had het gevoel dat ik weer even in de collegebanken zat. Toen Pablo Titonell een plaatje van plantenwortels met bolletjes eraan liet zien, wilde ik "micorrhiza" roepen. Dat bleek overigens niet te kloppen." Samuel: "Ik vond het interessant om meer te horen over de verschillende functies van organische stof in de bodem. Ik heb wat bijgeleerd."
Fransjan de Waard, docent permacultuur, vond het college van Bert Janssen echter "een oud verhaal". Fransjan: 'Hij noemde een gehalte van 2 ½ tot 3 ½ % organische stof als norm. Dat is achterhaald. Een echt gezonde bodem heeft 6% organische stof. Janssen wees erop dat een bodem in de loop van duizenden jaren wordt gevormd, maar je kunt bodems ook pro-actief opbouwen in veel minder tijd. Joel Salatin, van de Polyface Farm in de VS, laat dit zien, een van de meest innovatieve boeren ter wereld. Hij heeft een grensverleggende aanpak waarmee hij grote hoeveelheden organische stof in de grond produceert. Gestuurde begrazing speelt daarbij een cruciale rol; dat verhaal is eigenlijk nog maar vrij kort bekend. In mei komt Salatin naar Nederland."
Wouter van der Weijden, directeur van Stichting CLM, verheugt zich al op de volgende dialoog in de reeks, die verder ingaat op het thema bodems; Willem Ferwerda komt daar vertellen over grootschalige business cases rond het herstellen van bodems.
De sprekers van de avond kregen na afloop een Soilmate van de actie Save Our Soils cadeau: een doosje tomaten met compost en zaadjes, met een oproep aan consumenten om te kiezen voor bodemsparende landbouw en voeding en op die manier "Soildiers" te worden. Want "the soil is the limit".
De volgende dialoog van "It's the food, my friend!" vindt plaats op dinsdag 25 maart, wederom in de Rode Hoed. Het thema: ecosystemen en zaden
Meer informatie is hier te vinden.
Fotocredits: 'Hello, English field', uitsnede, Ted Winder
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
dank wouter, dus die weerbaarheid wordt zelfs al als #1 genoemd, ik heb er mijn oude college van "Schuf" nog eens bij genomen, en ben daar mijn eigenwijze studenten"stelling" tegengekomen: -volgens mij wordt de bodem veel te veel als alleen een fysisch chemische zaak gezien, en te weinig als vooral ook biologisch bepaald -, is men inmiddels dan toch ook serieus in die richting verder gegaan? maar idd, zoals gezegd, het kan zeker geen algemene wetmatigheid zijn, zo weet ik dat mengteelten ook vaak als ziekte- en pestwerend gezien worden, dat is soms wel zo, maar vaak ook juist helemaal andersom, waar het bepaalde insecten een mooie schuilplaats biedt bijv. om hun guerrilla aanvallen voort te zetten. het onderzoek gaat dus in de breedte door begrijp ik, heel mooi! misschien krijgen we met dat al tzt nog wel eens een ecologisch verantwoorde landbouwpraktijk in NL. het zou eens tijd worden!
@Dirk #55: Bert heeft het effect zijdelings genoemd, kan me niet herinneren dat hij voorbeelden gaf. Het effect zal zeker niet gelden voor alle ziekten en plagen, maar ik ben het al meermalen tegengekomen in vakbladen. Google maar eens op "organische stof" en "ziekten". Het mechanisme is lang niet altijd duidelijk, maar wat wel wordt genoemd is de plaagonderdrukkende effecten van bodembacteriën en -schimmels. Zie bijvoorbeeld:
http://www.van-iersel.eu/media/Poster bodemweerbaarheid 2010.pdf voor effecten op aaltjes in sla en narcis.
In http://edepot.wur.nl/168021 vind je een langere lijst voordelen van OS dan Janssen noemde:
• Weerbaarheid tegen ziekten en plagen;
• Een goede bodemstructuur, en dat heeft weer een positieve invloed op zaken als de beworteling door planten, bewerkbaarheid en draagkracht van de bodem en het maken van een goed zaaibed;
• Minder uitspoeling van bestrijdingsmiddelen en nutriënten;
• Levering en buffering van nutriënten;
• Goede infiltratie en opslag van water;
• Opslag van koolstof waardoor de klimaatverandering minder sterk is;
• Veel en gevarieerd bodemleven.
dat wist ik niet wouter, interessant, ja ik was er dus niet. tegen droogte!, dat is duidelijk, want o.s. houdt veel water vast voor gebruik tzt, maar tegen ziekte? hoe kan dat dan? zou het ook helpen tegen de aardappelziekte? of het perenvuur? of tarweroest?? van de druifluis (een pest) is juist bekend dat die op pure zandgrond minder voorkwam, dus het geldt zeker niet ten allen tijde, en vraag me af waarom Bert het daarop gegooid zou hebben, helemaal niet zijn terrein, om de zaal te pleasen? ook niet zijn stijl eigenlijk, maar schijnt tegenwoordig de trend te zijn waar je niet meer omheen kunt!!! het voordeel van je pensionering is altijd wel dat je je eindelijk eens nergens meer iets van aan hoeft te trekken, dat geldt ook voor hem natuurlijk ( en voor mij al 10 jaar, al ben ik nog geen 70).
Dick #52, Janssen vond dat een laag organische stofgehalte geen groot probleem hoeft te zijn omdat China en India bij lage gehalten toch hoge opbrengsten halen. Mensen in de zaal vatten dat op als bagatellisering van het belang van organische stof, maar dat sprak Janssen met klem tegen. Hij had inderdaad ook gezegd dat organische stof van belang is voor de weerstand van het gewas tegen droogte en ziekten. Maar dat kwam niet terug in zijn conclusies. Daardoor was zijn boodschap, hoe helder zijn verhaal verder ook was, niet eenduidig.
@ wouter: Bedankt voor info, en ik raad je het volgende werkje van E.Wolff uit 1856 aan, als blijk dat het thema niet van vandaag of gisteren is, maar al erg oud:- Die Erschopfung des Bodens durch die Cultur (staat in literatuurlijst achter artikel genoemd in 41 als antwoord op Alexis). De verontwaardiging vd zaal begrijp ik best, redenen heb ik al genoemd, ik kom tegenwoordig zelden nog in zalen waar je van tevoren al voelt aankomen waarom er afkeurend gejoeld gaat worden, nog een wonder dat ze steeds weer vaklui krijgen om een verhaal te doen! alles wat organisch en natuur heet of lijkt is goed, het anorganische, ja zelfs cultuur is onze vijand (niet in het echt natuurlijk, want hypocriet is het sleutelwoord hier!)