Dat is een grimmige vraag in een land dat de overheid als onbetrouwbaar begint te zien. Toch mag hij gesteld worden nu de nasleep van de recall bij runderslachter Van Hattem duidelijk wordt.
Na de mediagolf aan vleesaffaires in 2013, treedt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit inmiddels daadkrachtig op. Willy Selten werd volkomen uit de markt gehaald door het faillissement dat volgde op zijn sluiting. Bij Van Hattem zien we hetzelfde patroon. Het bedrijf werd gesloten en failleerde - omdat zijn marges en eigen vermogen klein waren - hangende het verweer tegen de sluiting.
Regels zijn regels
De sluitingen zijn niet onterecht. Waar een terecht en onderbouwd vermoeden van fraude is, moet de NVWA als wetshandhaver domweg de regels toepassen. Voor de wet zijn we immers allemaal gelijk. Noch Selten, noch Van Hattem konden overtuigend aantonen dat er niet met paardenvlees in hun ondernemingen was geknoeid. Van Hattem kreeg nota bene een week extra de tijd om daarvoor te zorgen. Kun je het niet, dan is je administratie niet op orde. En dat is - zoals iedereen in 'het vlees' weet - reden voor 'sluiting van je tent' (vleesbargoens voor het intrekken van vergunningen en het blokkeren - 'veiligstellen' - van handelswaar). Daar mag je het dus nooit op aan laten komen. Doe je dat toch, dan is dat je eigen probleem. Regels zijn regels. Daar kan geen enkele discussie over zijn.
Het blote oog
Daarna komt echter de rest. Gedurende de afgelopen twee weken ontving ik verschillende telefoontjes met allemaal dezelfde strekking: weten de NVWA en EZ, zijn eindverantwoordelijke baas binnen het landbestuur, wel wat ze uithalen? Er dreigen zo'n 40 bedrijven (slagers, verwerkers en zelfs maatijdenmakers) die part noch deel aan de fraudeverdenking hebben, mee de boot in de gaan. Een niet gering aantal dreigt om te vallen. Dat komt omdat ze niet meer betaald worden door hun afnemers en allemaal financieel nogal krap zitten. Een paar weken geen betalingen, trekt hen onderuit. In het interview dat ik 2 weken geleden deed met de vleesmannen Henny, René en Jos Groothedde beschreef ik het zo:
Van Hattem was een goede runderslachter met alle denkbare certificeringen. Daar brachten boeren en verwerkers hun zogenaamde luxe vlees. Wie enig volume had in de – niet zo grote – Nederlandse rundvleeswereld en wie de hygiëneproblemen van kleine slachters wilde vermijden, liet daar slachten. Nu de NVWA al het vlees uit die slachterij besmet heeft verklaard, is er een betalingscrisis ontstaan. Een vleeswarenmaker betaalt de uitbenende slager niet die hem vlees heeft geleverd. De slager betaalt de slachter niet. De super betaalt de vleeswaren niet en de maaltijdenmaker de slager die zijn gehaktballetjes draait niet. Ook de boer staat droog. Niet alleen omdat de slachter is omgevallen maar ook omdat de verwerkers verderop in de keten even geen geld meer hebben om een andere slachter te betalen.
Het barst van de onderlinge afhankelijkheden en leveranties tussen vele tientallen bedrijven die nu allemaal droog staan. Aangezien ‘vlees’ al jaren te weinig verdient, zitten de bedrijven op het randje van hun vermogen om rekeningen te betalen. De recall bij Van Hattem die alle vlees – ook dat wat duidelijk herkenbaar is als rund omdat het om karkassen gaat – betreft, zorgt ervoor dat bedrijven bij bosjes kunnen omvallen.
En dat terwijl ze aan kunnen tonen dat ze alleen maar koeien bij Van Hattem hebben laten slachten en - in een aantal gevallen - hebben laten ontbenen. Een koeienkarkas kan iedereen zelfs al met het blote oog onderscheiden van een paardenkarkas. Datzelfde geldt voor een zogenaamd technisch deel, een stuk vlees dat uit één deel bestaat. Pas door de slager worden die grote stukken vlees voor ons in stukken gesneden die wij als biefstuk, entrecôte, jodenhaas of stooflap kopen. Omdat rund rood is en paard blauw-paars van kleur kan geen vleeskenner of - keurmeester zich vergissen. Zulk vlees recallen en 'veiligstellen' (een technisch woord voor vernietigen) is absurd om de eenvoudige reden dat een koe geen paard is als het vlees van het dier nog uit grote stukken bestaat. Pas als hun vlees vermalen en gemengd is door het gehakt, beginnen de problemen waarop de NVWA niet streng genoeg kan zijn.
Ik sprak een advocaat die me vertelde te verwachten dat de NVWA zich daar hoogstwaarschijnlijk niet gevoelig voor gaat tonen. De consequentie? De strenge wetstoepassing is zó streng dat de kern van een groot deel van de Nederlandse rundveehouderij die we nou juist wél zo graag in stand willen houden, mee de boot ingaat. Dan hebben we het over local for local en de oude rundvleesveehouderij die tegen alles in toch zijn weg nog vindt naar de betere slagers en restaurants in ons land.
Gezichtsverlies
Als dat zo is, moet de politieke baas van de NVWA, staatssecretaris Dijksma, zich achter de oren krabben wat ze aan het doen is. Er komt namelijk iets bij. Als de NVWA toegeeft aan wat die 40 bedrijven zouden willen, dan moet de overheid ook het Selten-dossier weer openen. De curator van dat bedrijf had immers ook al gezegd dat hij met technische delen zit waar niets mee aan de hand kan zijn. Voor de rechter hield dat geen stand, maar een deugdelijk argument is daar niet voor gegeven, behalve dan dat de NVWA correct handelde door al het zekere voor het onzeker te nemen. Nu dat echter tot consequentie heeft dat je alles onderuit trekt, moet je je afvragen of dat een houdbaar standpunt is.
Ik zal het gewoon hardop zeggen, want vanuit de vleessector zelf durft niemand het: de NVWA en het ministerie zitten klem tussen het om laten vallen van een groot deel van de betere rundvleessector in Nederland en het moeten betalen van schadevergoedingen aan Selten en Van Hattem en het lijden van een nogal vervelend gezichtsverlies. Vooralsnog lijkt het erop dat de NVWA gesteund door het ministerie onder het mom van het handhaven van wetten en regels een politieke opstelling kiest om gezichtsverlies te voorkomen.
De scherpe randjes eraf
Besturen, de wet handhaven en je imago herstellen in tijden van voedselcrises en hun gevolgen als je de manier waarop een sector in elkaar zit niet voldoende doorziet, is geen sinecure. Ik zou niet graag in de schoenen van het ministerie of de NVWA staan. Ik wens alle partijen dan ook alle wijsheid om hier toch verstandig uit te komen.
Vrijdagavond zond 1Vandaag er een kort item over uit. Ik wil wel verklappen dat zowel de makers van de reportage als ikzelf zijn geschrokken van de angst die in de sector heerst om voor de camera iets te verklaren. Angst voor represailles vanuit de overheid en angst voor onderlinge claims. Dat bestaat allemaal in onze nochtans keurige rechtsstaat Nederland. Toch hoop ik dat we het er in het openbaar over kunnen hebben. Misschien helpt het de scherpe randjes ervan af te halen en toch het recht zege te laten vieren en de boeven te laten boeten. De NVWA moet tenslotte gewoon het werk kunnen doen waar de organisatie wél voor in de wieg is gelegd en de politiek en het bestuur aan politiek en landsbestuur over kunnen laten. Het lijkt erop dat daar iets scheef zit.
PS: in de opname verspreek ik me. Ik zeg dat er al jaren geen vlees meer wordt 'verkocht'. Dat moet natuurlijk zijn dat er al jaren niet meer op wordt verdiend.
Fotcredits: 2 agenten met pet van de dienst Handhaving op straat in Utrecht, Foodlog Media
Dit artikel afdrukken
Regels zijn regels
De sluitingen zijn niet onterecht. Waar een terecht en onderbouwd vermoeden van fraude is, moet de NVWA als wetshandhaver domweg de regels toepassen. Voor de wet zijn we immers allemaal gelijk. Noch Selten, noch Van Hattem konden overtuigend aantonen dat er niet met paardenvlees in hun ondernemingen was geknoeid. Van Hattem kreeg nota bene een week extra de tijd om daarvoor te zorgen. Kun je het niet, dan is je administratie niet op orde. En dat is - zoals iedereen in 'het vlees' weet - reden voor 'sluiting van je tent' (vleesbargoens voor het intrekken van vergunningen en het blokkeren - 'veiligstellen' - van handelswaar). Daar mag je het dus nooit op aan laten komen. Doe je dat toch, dan is dat je eigen probleem. Regels zijn regels. Daar kan geen enkele discussie over zijn.
Het blote oog
Daarna komt echter de rest. Gedurende de afgelopen twee weken ontving ik verschillende telefoontjes met allemaal dezelfde strekking: weten de NVWA en EZ, zijn eindverantwoordelijke baas binnen het landbestuur, wel wat ze uithalen? Er dreigen zo'n 40 bedrijven (slagers, verwerkers en zelfs maatijdenmakers) die part noch deel aan de fraudeverdenking hebben, mee de boot in de gaan. Een niet gering aantal dreigt om te vallen. Dat komt omdat ze niet meer betaald worden door hun afnemers en allemaal financieel nogal krap zitten. Een paar weken geen betalingen, trekt hen onderuit. In het interview dat ik 2 weken geleden deed met de vleesmannen Henny, René en Jos Groothedde beschreef ik het zo:
Van Hattem was een goede runderslachter met alle denkbare certificeringen. Daar brachten boeren en verwerkers hun zogenaamde luxe vlees. Wie enig volume had in de – niet zo grote – Nederlandse rundvleeswereld en wie de hygiëneproblemen van kleine slachters wilde vermijden, liet daar slachten. Nu de NVWA al het vlees uit die slachterij besmet heeft verklaard, is er een betalingscrisis ontstaan. Een vleeswarenmaker betaalt de uitbenende slager niet die hem vlees heeft geleverd. De slager betaalt de slachter niet. De super betaalt de vleeswaren niet en de maaltijdenmaker de slager die zijn gehaktballetjes draait niet. Ook de boer staat droog. Niet alleen omdat de slachter is omgevallen maar ook omdat de verwerkers verderop in de keten even geen geld meer hebben om een andere slachter te betalen.
Het barst van de onderlinge afhankelijkheden en leveranties tussen vele tientallen bedrijven die nu allemaal droog staan. Aangezien ‘vlees’ al jaren te weinig verdient, zitten de bedrijven op het randje van hun vermogen om rekeningen te betalen. De recall bij Van Hattem die alle vlees – ook dat wat duidelijk herkenbaar is als rund omdat het om karkassen gaat – betreft, zorgt ervoor dat bedrijven bij bosjes kunnen omvallen.
En dat terwijl ze aan kunnen tonen dat ze alleen maar koeien bij Van Hattem hebben laten slachten en - in een aantal gevallen - hebben laten ontbenen. Een koeienkarkas kan iedereen zelfs al met het blote oog onderscheiden van een paardenkarkas. Datzelfde geldt voor een zogenaamd technisch deel, een stuk vlees dat uit één deel bestaat. Pas door de slager worden die grote stukken vlees voor ons in stukken gesneden die wij als biefstuk, entrecôte, jodenhaas of stooflap kopen. Omdat rund rood is en paard blauw-paars van kleur kan geen vleeskenner of - keurmeester zich vergissen. Zulk vlees recallen en 'veiligstellen' (een technisch woord voor vernietigen) is absurd om de eenvoudige reden dat een koe geen paard is als het vlees van het dier nog uit grote stukken bestaat. Pas als hun vlees vermalen en gemengd is door het gehakt, beginnen de problemen waarop de NVWA niet streng genoeg kan zijn.
Ik sprak een advocaat die me vertelde te verwachten dat de NVWA zich daar hoogstwaarschijnlijk niet gevoelig voor gaat tonen. De consequentie? De strenge wetstoepassing is zó streng dat de kern van een groot deel van de Nederlandse rundveehouderij die we nou juist wél zo graag in stand willen houden, mee de boot ingaat. Dan hebben we het over local for local en de oude rundvleesveehouderij die tegen alles in toch zijn weg nog vindt naar de betere slagers en restaurants in ons land.
Gezichtsverlies
Als dat zo is, moet de politieke baas van de NVWA, staatssecretaris Dijksma, zich achter de oren krabben wat ze aan het doen is. Er komt namelijk iets bij. Als de NVWA toegeeft aan wat die 40 bedrijven zouden willen, dan moet de overheid ook het Selten-dossier weer openen. De curator van dat bedrijf had immers ook al gezegd dat hij met technische delen zit waar niets mee aan de hand kan zijn. Voor de rechter hield dat geen stand, maar een deugdelijk argument is daar niet voor gegeven, behalve dan dat de NVWA correct handelde door al het zekere voor het onzeker te nemen. Nu dat echter tot consequentie heeft dat je alles onderuit trekt, moet je je afvragen of dat een houdbaar standpunt is.
Ik zal het gewoon hardop zeggen, want vanuit de vleessector zelf durft niemand het: de NVWA en het ministerie zitten klem tussen het om laten vallen van een groot deel van de betere rundvleessector in Nederland en het moeten betalen van schadevergoedingen aan Selten en Van Hattem en het lijden van een nogal vervelend gezichtsverlies. Vooralsnog lijkt het erop dat de NVWA gesteund door het ministerie onder het mom van het handhaven van wetten en regels een politieke opstelling kiest om gezichtsverlies te voorkomen.
De scherpe randjes eraf
Besturen, de wet handhaven en je imago herstellen in tijden van voedselcrises en hun gevolgen als je de manier waarop een sector in elkaar zit niet voldoende doorziet, is geen sinecure. Ik zou niet graag in de schoenen van het ministerie of de NVWA staan. Ik wens alle partijen dan ook alle wijsheid om hier toch verstandig uit te komen.
Vrijdagavond zond 1Vandaag er een kort item over uit. Ik wil wel verklappen dat zowel de makers van de reportage als ikzelf zijn geschrokken van de angst die in de sector heerst om voor de camera iets te verklaren. Angst voor represailles vanuit de overheid en angst voor onderlinge claims. Dat bestaat allemaal in onze nochtans keurige rechtsstaat Nederland. Toch hoop ik dat we het er in het openbaar over kunnen hebben. Misschien helpt het de scherpe randjes ervan af te halen en toch het recht zege te laten vieren en de boeven te laten boeten. De NVWA moet tenslotte gewoon het werk kunnen doen waar de organisatie wél voor in de wieg is gelegd en de politiek en het bestuur aan politiek en landsbestuur over kunnen laten. Het lijkt erop dat daar iets scheef zit.
PS: in de opname verspreek ik me. Ik zeg dat er al jaren geen vlees meer wordt 'verkocht'. Dat moet natuurlijk zijn dat er al jaren niet meer op wordt verdiend.
Fotcredits: 2 agenten met pet van de dienst Handhaving op straat in Utrecht, Foodlog Media
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Hoe makkelijk is het om het onderscheid te maken tussen twee verschillende runderkarkassen? Kan de uitbener zien dat de karkassen die hij ontvangen heeft de delen van de door hem aangeboden koeien zijn? Als we niet op de tracking van de slachter kunnen vertrouwen weten we niet welke (biologische of gezondheid-) certificaten bij welk karkas horen.
Dat van Hattem daar aantoonbaar rundvlees geleverd heeft geloof ik. Ik durf er geen geld op te zetten dat alle "biologische" karkassen ook biologisch geproduceerd zijn.
Peter, Van Hattem wordt verdacht van fraude met paardenvlees, niet van fraude met biologisch vlees. In dat geval zou ook Skal het bedrijf hebben geschorst.
Bij het onderwerp blijven dus (het is al ingewikkeld genoeg voor consumenten): hoe kun je een paard in een stuk rund verstoppen? Zelfs als de papieren ontbreken kun je een paard met het blote oog van een koe onderscheiden. Dat lukt iedere consument in de wei en behoort iedere inspecteur van de NVWA in een slacht-, koel- en vrieshuis ook te kunnen.
Volgens de NVWA moet daar echter aan getwijfeld worden. De vraag is: vinden we dat een terechte twijfel?
Dick, het gaat mij er niet om om de beslissing tot een totale recall te verdedigen, maar ik vind het al te makkelijk om een organisatie aan te vallen op een beslissing zonder aandacht te geven aan de motivatie die aan die beslissing ten grondslag heeft gelegen. Laat mij in deze thread "Advocaat van de voedselveiligheid" spelen.
Mijn eerste opmerking is dat een administratie- en trackingsysteem waarbij paarden bij de ingang naar binnenwandelen en bij de uitgang als rundersnippers te boek staan "consistentieproblemen" heeft. Na ontdekking van de fraude is het vermoeden van correctheid van de administratie van van Hattem verdwenen; de NVWA weet dat de administratie incorrect is en zelfs na herstelpogingen is er geen vertrouwen dat het ooit goed zal komen.
Als ik een roodbonte koe, met alle gezondheidscertificaten bij van Hattem ingeleverd heb, kan ik er nu nog zeker van zijn dat ik het karkas van dezelfde koe ontvangen heb, of misschien het karkas van een zwartbonte die bedoeld was voor verwerking tot diervoeding?
Als van Hattem runderen geslacht heeft zonder alle bijbehorende gezondheidscontroles, dan is het heel lastig geworden om uit te zoeken waar de betreffende karkassen gebleven zijn. En dan komt te vraag: moeten we de naam van de Nederlandse vleessector beschermen zodat de goedlopende bedrijven lekker kunnen blijven exporteren en het verlies van een paar zwakkere bedrijven op de koop toenemen of kiezen we voor buitenlands vertrouwen in Nederlands vlees?
Was het maar zo eenvoudig om alleen verschil tussen een karkas van rund of paard administratief vast te leggen. Het gerucht gaat dat er tussen Van Hattem en de Nvwa ook een verschil van inzicht was omtrent de gewichten van het slachtafval bij Van Hattem. En aan de hand van gewichten slachtafval heeft Nvwa herleid dat er paardenvlees als rundvlees is verkocht. Hoe correct zal slachtafval administratief te registreren zijn?
Verder kan ik niet passend oordelen over deze zaak. Want dan zou je inzicht moeten hebben in de rapporten van het Nvwa enerzijds en het verhaal van van Hattem anderzijds. Voor mij blijft er alleen over om een houding aan te nemen van: " Ze zoeken het maar uit".
@Peter, #3, volgens mij is jouw eerste alinea nu juist het probleem; we weten niets van de motivaties, hiervan is (nog) niets geopenbaard!