Norovirussen werken samen met darmbacteriën

Wetenschappers (University of Florida Health) hebben ontdekt hoe een van de meest voorkomende voedselinfecties die voor nare buikloopjes zorgen, tot stand komt. Het daarvoor verantwoordelijke norovirus blijkt in de darm van nature aanwezige darmbacteriën in te schakelen om mee te helpen bij het verspreiden van de infectie.

Die ontdekking maakt het mogelijk het virus - eindelijk - in laboratoriumomstandigheden te kweken, waardoor er gericht aan bestrijding en behandeling gewerkt kan worden. Het onderzoek is gepubliceerd in Science.

Niet 'kweekbaar'
Sinds zijn ontdekking in 1972 stelt het norovirus de wetenschap voor problemen, omdat het virus niet buiten het lichaam gereproduceerd kon worden. "Dat compliceert ieder aspect van het onderzoek naar het virus", zegt onderzoeker Stephanie Karst in Medical News Today. "We kunnen niet bestuderen hoe het zich vermeerdert. Daarom kunnen we geen medicijnen testen en geen levende vaccins ontwikkelen".

Uiterst besmettelijk
Dat is vervelend, want het norovirus is één van de meest voorkomende veroorzakers van voedselvergiftigingen en buikgriep. Bovendien is het virus uiterst besmettelijk, weerstaat het veel normale schoonmaakmiddelen en is het daardoor lastig te bestrijden. Dit voorjaar moest bijvoorbeeld een heel cruiseschip rechtsomkeert maken nadat er 600 opvarenden ziek geworden waren.

Afgelopen maandag werd bekend dat in de VS 60 conferentiegangers in een luxehotel het slachtoffer waren geworden van het lastige virus. Volgens de Centers for Disease Control and Prevention (CDC) zijn norovirussen in de VS jaarlijks (mede)verantwoordelijk voor 19-21 miljoen ziektegevallen, 56.000 tot 71.000 ziekenhuisopnames en 570-800 overlijdensgevallen.

Eigen milieu
Tot voor kort dachten onderzoekers dat norovirussen zich vooral op de epitheelcellen - die de darmwand bekleden - richtten. Maar Karst ontdekte dat het primaire doelwit van het norovirus de B-cellen zijn, een bloedcel. Bovendien kwamen ze erachter dat darmbacteriën het norovirus blijken te 'helpen' de B-cellen te infecteren door een koolhydraat te produceren waaraan het virus zich hecht. Dat is vermoedelijk de verklaring waarom het reproduceren van het virus tot op heden niet lukte: in de laboratoriumbakjes ontbraken de darmbacteriën en hun infectie-bevorderende koolhydraten. Levende organismen hebben leven nodig en moeten in hun eigen milieu onderzocht worden, zo blijkt.

Fotocredits: Daniel Oines