Willem Lageweg, tot juli van dit jaar directeur van MVO Nederland, stoorde zich aan het Weltschmerz-interview met directeur Marc Jansen, directeur van de belangvereniging van voedselverkopers CBL. Niet de markt, maar een nationale voedselcoalitie moet Nederland aan een betere voedselketen helpen. Hij doet een voorstel om die tot stand te brengen.
Het debat over de voedseltransitie komt inmiddels aardig op gang. Wetenschappers en ambitieuze ondernemers nemen het voortouw. Bedrijven als Eosta, Wessanen, Hutten Catering, Koppert Cress, Unilever, Diverzio, Gulpener, Krommunity en Ekoplaza laten zien dat het ook anders kan. Zij kiezen voor een integrale benadering waar ecologische en sociale aspecten ten minste even zwaar, of soms zelf zwaarder wegen dan economische factoren. Zij laten zich niet leiden door winsten op korte termijn in hun eigenbelang maar door een langetermijnvisies gebaseerd op een multistakeholder-benadering. Hun visie sluit goed aan bij de Sustainable Development Goals van de VN. Die komt ook tot uitdrukking in nieuwe coalities en organisaties die in deze transitie een belangrijke rol spelen zoals IDH, MVO Nederland, Commonland, Het Planeet, The Sustainability Consortium en World Business Council on Sustainable Development.
Voorhoede
Ook vanuit de wetenschap komen steeds meer inzichten die de transitie kunnen versnellen. Lucas Simons, Jeroen Candel, Jan Willem Erisman, Jan Rotmans, Jaap Seidell en Klaas van Egmond – om er maar een paar te noemen - leveren hieraan elk een waardevolle bijdrage. Dat geldt ook voor gerenommeerde instellingen als Planbureau voor de Leefomgeving, WRR en het Rathenau Instituut.
Deze voorhoede in het bedrijfsleven en de wetenschap heeft gemeenschappelijke uitgangspunten. Zij denken vanuit een systemische benadering en vanuit de planetary boundaries, gaan uit van meervoudige waardecreatie in plaats van het eendimensionale winstdenken, kiezen voor circulair in plaats van lineair en zij erkennen het toenemende belang van immateriële waarden. Zij zien een andere rol voor overheden dan de representanten van de oude economie. Hun visies zijn gebaseerd op andere mens- en wereldbeelden dan de gangbare opvattingen in mainstream food en agri kringen.
Traditionele spelers in de voedselsector volgen, meestal schoorvoetend en vaak nog remmend. Klassieke koepels als CBL en FNLI worden actiever, maar ontberen de daadkracht en het gezag voor een geloofwaardige leidende rol. Zij hebben last van mededingingsbepalingen en moeite met stevige en heldere ambities. Wie – zoals recent in Café Weltschmerz nog door Marc Jansen van CBL betoogd - als paradigma heeft dat de consument alles bepaalt en dat de overheid geen enkele rol heeft bij de transitie die boeren door moeten maken, miskent de complexe en meervoudige werkelijkheid. En als de supermarktwoordvoerder dan ook nog eens de eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid tot een minimum reduceert dan helpt dat niet bij het versnellen van de noodzakelijke transitie. Ook van de Alliantie Verduurzaming Voedsel wordt qua urgentie, ambitie en impact vooralsnog weinig gehoord.
Naar een nieuwe coalitie voedseltransitie
De enorme urgentie op het gebied van milieu en gezondheid, de uitzichtloze situatie voor boeren in nagenoeg alle agrarische ketens – zowel in eigen land als elders - en de toenemende druk van verontruste burgers vereisen nieuwe plannen en een andere aanpak van het voedselbeleid. De roep om meer samenwerking en dialoog klinkt inmiddels van meerdere kanten. De nieuwe dynamiek bij bedrijven en de nieuwe inzichten van tal van wetenschappers zorgen wat mij betreft voor voldoende momentum om nu aan een nieuwe nationale coalitie te gaan bouwen. Die coalitie zou de verspreide initiatieven met elkaar kunnen verbinden en van een krachtige stem kunnen voorzien. Lopende studies op dit terrein, zoals de commissie Toekomst Veehouderij en recente rapporten van Planbureau Leefomgeving en WRR, kunnen deze coalitie van brandstof voorzien. Ook het binnenkort te verschijnen rapport van NewForesight met als titel ‘Next horizon of market transformation in food and agriculture’ levert waardevolle nieuwe inzichten op.
Doel
Het doel van de nieuwe coalitie is het versnellen van de voedseltransitie, om te beginnen in Nederland, langs drie wegen:
Bundelen en versterken van lopende initiatieven
Permanente dialoog en beïnvloeding van beleid en publieke opinie
Het realiseren van een actie-agenda met icoonprojecten die aantonen dat de transitie tot meervoudige sociale, ecologische en economische voordelen leidt.
Een heldere stip op de nationale horizon is de eerste stap die de coalitie zou moeten zetten. Vervolgens kan een globale meerjarenagenda worden opgesteld met daarin veel aandacht voor icoonprojecten en voor communicatie. Voorbeelden van potentiële icoonprojecten zijn o.a. een biodiversiteit- en/of bodemverbeteringsprogramma voor de hele agrarische sector in ons land, de introductie van het truevalue/truecost concept in de voedselketen en een ambitieus reductieprogramma op het gebied van broeikasgassen en fijnstof.
Leden van de coalitie
Eerdergenoemde koplopers en wetenschappers zouden het initiatief tot een dergelijke coalitie moeten nemen. Daarvan zouden ook vertegenwoordigers van financiers (zoals banken en pensioenfondsen) en van de overheid deel uit moeten maken. Ook representanten van NGO’s en de grote spelers in de keten mogen natuurlijk niet ontbreken. Aan gekwalificeerde kandidaat-voorzitters is geen gebrek. Ik denk aan mensen als Feike Sijbesma, Meiny Prins of Lucas Simons.
Hoe verder?
Het idee van een nationale voedselcoalitie zou in de komende weken via een debat op Foodlog verder kunnen worden aangescherpt en bijgesteld. Vervolgens zou de oogst daarvan via een rondetafelgesprek aan een groep van zo’n 15 belangrijke transitieversnellers in de voedselketen kunnen worden voorgelegd. Als voor dat idee dan voldoende draagvlak ontstaat, dan zouden een paar kwartiermakers deze coalitie kunnen voorbereiden met als doel er in de eerste helft van volgend jaar mee van start te gaan.
Dit artikel afdrukken
Voorhoede
Ook vanuit de wetenschap komen steeds meer inzichten die de transitie kunnen versnellen. Lucas Simons, Jeroen Candel, Jan Willem Erisman, Jan Rotmans, Jaap Seidell en Klaas van Egmond – om er maar een paar te noemen - leveren hieraan elk een waardevolle bijdrage. Dat geldt ook voor gerenommeerde instellingen als Planbureau voor de Leefomgeving, WRR en het Rathenau Instituut.
Deze voorhoede in het bedrijfsleven en de wetenschap heeft gemeenschappelijke uitgangspunten. Zij denken vanuit een systemische benadering en vanuit de planetary boundaries, gaan uit van meervoudige waardecreatie in plaats van het eendimensionale winstdenken, kiezen voor circulair in plaats van lineair en zij erkennen het toenemende belang van immateriële waarden. Zij zien een andere rol voor overheden dan de representanten van de oude economie. Hun visies zijn gebaseerd op andere mens- en wereldbeelden dan de gangbare opvattingen in mainstream food en agri kringen.
Klassieke koepels als CBL en FNLI worden actiever, maar ontberen de daadkracht en het gezag voor een geloofwaardige leidende rol. Zij hebben last van mededingingsbepalingen en moeite met stevige en heldere ambitiesGebrek aan daadkracht en gezag
Traditionele spelers in de voedselsector volgen, meestal schoorvoetend en vaak nog remmend. Klassieke koepels als CBL en FNLI worden actiever, maar ontberen de daadkracht en het gezag voor een geloofwaardige leidende rol. Zij hebben last van mededingingsbepalingen en moeite met stevige en heldere ambities. Wie – zoals recent in Café Weltschmerz nog door Marc Jansen van CBL betoogd - als paradigma heeft dat de consument alles bepaalt en dat de overheid geen enkele rol heeft bij de transitie die boeren door moeten maken, miskent de complexe en meervoudige werkelijkheid. En als de supermarktwoordvoerder dan ook nog eens de eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid tot een minimum reduceert dan helpt dat niet bij het versnellen van de noodzakelijke transitie. Ook van de Alliantie Verduurzaming Voedsel wordt qua urgentie, ambitie en impact vooralsnog weinig gehoord.
Naar een nieuwe coalitie voedseltransitie
De enorme urgentie op het gebied van milieu en gezondheid, de uitzichtloze situatie voor boeren in nagenoeg alle agrarische ketens – zowel in eigen land als elders - en de toenemende druk van verontruste burgers vereisen nieuwe plannen en een andere aanpak van het voedselbeleid. De roep om meer samenwerking en dialoog klinkt inmiddels van meerdere kanten. De nieuwe dynamiek bij bedrijven en de nieuwe inzichten van tal van wetenschappers zorgen wat mij betreft voor voldoende momentum om nu aan een nieuwe nationale coalitie te gaan bouwen. Die coalitie zou de verspreide initiatieven met elkaar kunnen verbinden en van een krachtige stem kunnen voorzien. Lopende studies op dit terrein, zoals de commissie Toekomst Veehouderij en recente rapporten van Planbureau Leefomgeving en WRR, kunnen deze coalitie van brandstof voorzien. Ook het binnenkort te verschijnen rapport van NewForesight met als titel ‘Next horizon of market transformation in food and agriculture’ levert waardevolle nieuwe inzichten op.
Dat is een ander statement dan het mantra van de grootste en de meest efficiënte willen zijn. We weten inmiddels waar dat toe heeft geleidDe eerder in dit artikel genoemde uitgangspunten zijn een goede basis voor een dergelijke samenwerking. Nederland wereldvoorbeeld voor een duurzame, inclusieve en gezonde voedselketen zou het leidende motto kunnen zijn. Dat is een ander statement dan het mantra van de grootste en de meest efficiënte willen zijn. We weten inmiddels waar dat toe heeft geleid.
Doel
Het doel van de nieuwe coalitie is het versnellen van de voedseltransitie, om te beginnen in Nederland, langs drie wegen:
Een heldere stip op de nationale horizon is de eerste stap die de coalitie zou moeten zetten. Vervolgens kan een globale meerjarenagenda worden opgesteld met daarin veel aandacht voor icoonprojecten en voor communicatie. Voorbeelden van potentiële icoonprojecten zijn o.a. een biodiversiteit- en/of bodemverbeteringsprogramma voor de hele agrarische sector in ons land, de introductie van het truevalue/truecost concept in de voedselketen en een ambitieus reductieprogramma op het gebied van broeikasgassen en fijnstof.
Leden van de coalitie
Eerdergenoemde koplopers en wetenschappers zouden het initiatief tot een dergelijke coalitie moeten nemen. Daarvan zouden ook vertegenwoordigers van financiers (zoals banken en pensioenfondsen) en van de overheid deel uit moeten maken. Ook representanten van NGO’s en de grote spelers in de keten mogen natuurlijk niet ontbreken. Aan gekwalificeerde kandidaat-voorzitters is geen gebrek. Ik denk aan mensen als Feike Sijbesma, Meiny Prins of Lucas Simons.
Hoe verder?
Het idee van een nationale voedselcoalitie zou in de komende weken via een debat op Foodlog verder kunnen worden aangescherpt en bijgesteld. Vervolgens zou de oogst daarvan via een rondetafelgesprek aan een groep van zo’n 15 belangrijke transitieversnellers in de voedselketen kunnen worden voorgelegd. Als voor dat idee dan voldoende draagvlak ontstaat, dan zouden een paar kwartiermakers deze coalitie kunnen voorbereiden met als doel er in de eerste helft van volgend jaar mee van start te gaan.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Hans Huijbers inmiddels kort gesproken. Hij staat zeer open voor overleg over krachtenbundeling met de vernieuwers van onderop. We gaan na mijn novembervakantie uitvoeriger in gesprek.
Beste Piet, eens met je suggestie in #153 om Hans Huijbers bij krachtenbundeling te betrekken. Ook andere boeren die brug met het peloton kunnen slaan zijn onmisbaar om echt tot impact te komen. Gaan we dus zeker mee in gesprek.
#152 Beste Willem. Afgelopen donderdag sprak ik toevallig Jan Paul van Soest op het symposium Duurzame Energie als Streekproduct van Energiek Moerdijk. Ik stelde een vraag als bestuurder van een lokale windmolencooperatie en Landbouw als oplossing zoals ZLTO tegenwoordig meer en meer tracht te propageren en ook in mijn eigen stukken naar voren komt. Bodemkoolstof dus. Tevens een vraag van mij over de nieuwe dorpsmolen als vliegwiel via sociale participatie in een energietransitie. Na afloop had ik het er met JP van Soest over u, Springtij en dit draadje. Tevens over Hans Huijbers. die dus nu in de Trouw top 100 staat. Hij hoort niet tot de usual suspects. En hij nodigt zichzelf niet uit, zoals eentje nadrukkelijk hieronder, maar ik had hem al bij u aanbevolen. Blijkbaar zien anderen zoals Trouw dat ook zo. Wellicht is het dus juist handig als u toch organisaties noemt vanuit de categorie usual suspects m.b.t. zogenaamd vooruitstrevend denken dat er juist die ouwe zgn vervuilende boeren van een ouwe standsorganisatie ook eens bij moeten kunnen zijn. Wellicht zijn die verder in een transitie dan menigeen ziet en vooral wil zien.
Tijdens mijn gesprekken over krachtenbundeling tbv toekomstbestendigheid en verduurzaming in de voedselketen komen diverse voorbeelden langs van reeds bestaande samenwerking op dit terrein. Voorbeelden zijn o.a. Alliantie Verduurzaming Voedsel, Green Protein Alliance i.o., Platform Voedseltransitie i.o., IDH, MVO Nederland Netwerk Food en agri, Top Institute Food and Nutrition, Veldleeuwerik etc. Ik ben eigenlijk wel benieuwd naar jullie ervaringen en meningen over deze en andere vormen van krachtenbundeling. Welke voorbeelden zijn succesvol? Waar kunnen we van leren? Welke coalities moeten worden versterkt? Welke coalities voegen weinig toe? Kennen we voorbeelden in het buitenland die ons kunnen inspireren? Etc. Benieuwd naar jullie feedback.
Janneke en Joszi in #149 en #150: terechte observaties en vragen die verder besproken zullen worden in de verkennende fase waarin we nu zitten. Wat mij betreft is het helder dat 'van onderop' versterking verdient en dat we 'van bovenaf' goedschiks of kwaadschiks nodig hebben om op te schalen. Dus geen of-of maar en-en, maar dan wel met een flinke krachtenbundeling bij van onderop omdat van bovenaf anders te traag of niet zal bewegen.
Ik zoek graag persoonlijk contact met jullie beiden om te bespreken of jullie aan een van de voorbereidende gesprekken kunnen/willen deelnemen.