Dat zei Hanneke Molema van TNO bij een discussie over het spanningsveld tussen wetgeving en publieke moraal op het Sdu/Foodlog-congres Voedselveiligheid op 6 december in Utrecht.

Molema: “in het eerste geval gaat het om het voorkomen van ziekten en hoe de ‘schijf van vijf’ je kan helpen om gezond te blijven. In het tweede geval gaat het om de vraag of je door specifieke voeding beter kunt worden als je ziek bent.”

Genezende adviezen zoals die onder meer door professor Hanno Pijl van Keer Diabetes Om worden gegeven, zijn vooral gericht op mensen met diabetes. Zijn adviezen wijken af van de ‘Schijf van Vijf’. Dat kan mogelijk leiden tot aparte voedingsboxen (denk aan Jumbo of Albert Heijn) als medicijn voor wie van diabetes af wil komen. Om die steeds beter samen te stellen zijn persoonlijke data nodig, want wat voor de een geldt, geldt niet per definitie voor iemand anders. Met de ontwikkeling van die persoonlijke data krijgen we meer ‘personalized food’, een ontwikkeling die ons door middel van voeding in plaats van medicijnen kan genezen van kwalen.

We gaan meer naar systemen van zelfmanagement, waarbij we het vermogen van patiënten om zichzelf te genezen serieus nemen
Molema belicht de gevolgen van deze trends: “Deze ontwikkelingen vragen om aanpassing van de protocollen. We gaan meer naar systemen van zelfmanagement, waarbij we het vermogen van patiënten om zichzelf te genezen serieus nemen en zij meer in dialoog gaan met hun huisarts”.

Joyce de Stoppelaar van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit benadrukt dat de handhavende autoriteit zich beperkt tot het beoordelen van de veiligheid van levensmiddelen. “We kijken vooral naar risico’s en niet zozeer naar de werkzaamheid. We hebben in Europa een verbod op medische claims. Je mag niet zomaar aangeven dat een product gezond is als dat niet wetenschappelijk bewezen is. Maar er kunnen producten zijn die voor sommige patiënten nuttig zijn.”

Systematisch experimenteren
Gaston Remmers is trekker van het project Mijn Data Onze Gezondheid, een initiatief dat data verzamelt van burgers die zichzelf proberen te behandelen met soms weinig orthodoxe voeding of therapieën. Zelf genas hij door zijn voeding aan te passen van kanker. Remmers is buitengewoon ontevreden over restrictief beleid: “Abrikozenpitten die het giftige cyanide bevatten, gelden als verkeerd, maar ze blijken bij sommige kankerpatiënten te helpen. De negatieve beeldvorming is gewoon zielig voor consumenten die er baat bij hebben”.

Er is ruimte nodig om te experimenteren vinden zowel Molema als Remmers, waarbij er op een systematische manier individuele gegevens verzameld worden. De bundeling van zulke gegevens is ook als wetenschap. Zoals huisartsen experimenteren met medicijnen, zou ook het systematisch experimenteren met bepaalde voeding bij ziektes nuttig zijn. Het zal leiden tot inzicht welke voedingsproducten en welke eetpatronen voor welke groepen nuttig zijn en nadelig voor anderen. De manier van gegevens verzamelen en analyseren noemt Remmers ‘citizen science’.

De sessie maakte duidelijk dat niemand weet hoe en of de veiligheid van zulke experimenteerpraktijken gehandhaafd moet worden. De professionele beoordeling voedselveiligheid rond voeding voor individuele doeleinden is nog onontgonnen terrein en wellicht zelfs onbegaanbaar terrein vanwege het onzekere karakter van experimenteren.
Dit artikel afdrukken