"Goede voeding is een kinderrecht. Onze droom is dat alle kinderen structureel goede voeding krijgen, zodat ze zich geestelijk en lichamelijk optimaal kunnen ontwikkelen," schrijft UNICEF in de inleiding van het rapport De verleiding naar (on)gezond.

In Nederland is geen sprake van ondervoeding of tekorten, maar ook in ons land eten maar weinig kinderen volgens de richtlijnen voor gezonde voeding, aldus UNICEF. Te weinig groente en fruit, te veel vetten en suikers. Eén op de 8 kinderen is te dik. "Een omgeving die voorziet in goede voeding en de consumptie daarvan stimuleert, maakt het mogelijk dat aan essentiële voedingsbehoeften kan worden voldaan en dat de consumptie van suikers, vetten en zout wordt beperkt," aldus UNICEF. "Want als gezonde voeding beschikbaar, betaalbaar en aantrekkelijk is, dan zullen kinderen en families gezondere keuzes maken."

Omdat voor zo'n omgeving zowel voedselproducenten als leveranciers een sleutelrol spelen, net als overheden, "die via richtlijnen of wetgeving ervoor kunnen zorgen dat de belangen van kinderen daadwerkelijk worden gerespecteerd", trok UNICEF naar de Nederlandse supermarkten. Van november 2019 tot en met maart 2020 bekeek UNICEF of gezondheid van kinderen onderdeel is van het MVO-beleid, het maatschappelijk verantwoord ondernemen door Nederlandse supermarkten, naar promoties voor kinderproducten en de mate waarin kinderproducten bijdragen aan een gezond voedingspatroon voor kinderen. Samen met QuestionMark werden ook 2.000 kinderproducten in het huidige supermarktassortiment bekeken.

Bijna driekwart van de kinderproducten in Nederlandse supermarkten blijkt niet te passen in de definitie van het Voedingscentrum voor gezonde kindervoeding. Ook wordt een kwart van deze producten middels 'kindermarketing' gepromoot.

En daarmee zitten de supermarkten in het verdomhoekje.

'Gotspe'
Marc Jansen, directeur van de supermarktkoepel CBL, reageert scherp:

"Er is geen land ter wereld waar kinderen beter geboren kunnen worden en opgroeien dan in Nederland. Ik vind het zonde van de schaarse UN-dollars om dit soort rapporten te publiceren," zegt Jansen. "Bovendien, kinderen doen geen boodschappen en bepalen niet wat ze eten. Dat doen de ouders/verzorgers (los van het blikje redbull of ijsje dat ze af en toe van hun zakgeld kopen). Het is een gotspe te veronderstellen dat in Nederland kinderrechten worden geschonden omdat we goed gevulde supermarkten hebben, waar je struikelt over de verse, gezonde spullen die ook altijd wel ergens in de aanbieding zijn."
De conclusies en aanbevelingen van UNICEF:
1. Gezonde voeding voor kinderen staat te weinig centraal in beleid en praktijk
Op slechts een aantal specifieke onderwerpen wordt de gezondheid van kinderen als onderwerp van maatschappelijk verantwoord beleid benoemd. Bijvoorbeeld kindermarketing voor producten uit de Schijf van Vijf; gratis fruit of speurtochten in de winkel; een leeftijdsgrens op de aankoop van energiehoudende dranken.
-> Aanbeveling: Stel gezonde voeding voor kinderen centraal in het MVO beleid en kernactiviteiten van de supermarkt.

2. Bijna 75% van de kinderproducten die in de Schijf van Vijf kunnen passen, voldoet NIET aan de criteria
Uit de assortimentsanalyse blijkt dat over de hele sector nog geen 30% van de bijna 800 kinderproducten die binnen de Schijf van Vijf zouden kunnen vallen, daadwerkelijk voldoet aan de criteria. Bij bijvoorbeeld kindertoetjes voldoet geen enkel product, maar zelfs ook bij het schap met baby, dreumes en peuterproducten met alleen maar producten voor hele jonge kinderen voldoet bijna 70% niet aan de criteria voor een gezond voedingspatroon voor deze leeftijdscategorie.
Aanbeveling:
-> Verplaats producten die buiten de Schijf van Vijf vallen uit het babyschap naar het schap met vergelijkbare alternatieven.
-> Zet productverbetering in voor kinderproducten in de verschillende productcategorieën, zodat er meer aanbod binnen de Schijf van Vijf is en kinderproducten een ten minste gelijke of betere voedingswaarde hebben dan het categorie gemiddelde.

3. Supermarkten zetten kleine stappen om promotie van kinderproducten in te zetten op gezonde producten
Supermarkten tonen geen specifieke terughoudendheid in aanbiedingen voor ongezonde producten voor kinderen. De gevonden aanbiedingen waren vooral voor categorieën die weinig aanbod in de Schijf van Vijf hebben. Bij 25% is sprake van kindermarketing, maar er is een groot verschil per categorie. Op ongezonde producten van huismerken zijn geen stripfiguurtjes en slechts beperkt kinderplaatsjes te vinden.
-> Aanbeveling: Zet promotie van kinderproducten alleen in om de gezonde alternatieven aan te bevelen.


Voor de discussie over de actie van UNICEF
De geest van deze UNICEF-actie past in de discussie die in Nederland gevoerd wordt over Nutri-Score, het voedselstoplicht dat in Frankrijk werd gedefinieerd vanuit een aan de universiteit van Oxford ontwikkeld algoritme voor kindervoeding.

Is het doel aanbodsbeperking of het duiden van producten die consumenten minder van het schap moeten leren pakken?
Nutri-Score is bedoeld om de aankopen van het riante aanbod door consumenten lekker gevonden maar te vette, te zoute, te suikerrijke en te weinig vezel- en nutriëntrijke voeding te matigen. Met de oranje en rode letters E en D wordt de consument gewaarschuwd die producten beperkt te gebruiken. In vele landen wordt het stoplicht gezien als een oplossing om consumenten te helpen. Vooral in Nederland is echter een felle discussie ontstaan omdat het logo zou afhouden van het werkelijke doel: eten volgens de Schijf van Vijf. In samenwerking met het GroenteCongres en het GroentenFruithuis organiseerde Foodlog in het vroege voorjaar een debat waarin de tegenstellingen scherp werden uitgemeten. Nederland heeft besloten de Nutri-Score te willen introduceren, maar nog steeds niet kunnen aansluiten bij de systematiek vanwege de feitelijk onder de strijd liggende tegenstelling: is het doel aanbodsbeperking of het duiden van producten die consumenten minder van het schap moeten leren pakken?

De Nederlandse supermarkten - met name Albert Heijn - zijn de drijvende kracht achter het pleidooi voor NutriScore geweest. De federatie van levensmiddelenfabrikanten (FNLI) lijkt vooral oppositie te voeren. CBL-directeur Marc Jansen (supermarkten) verklaarde meerdere malen dat zijn achterban over de angst van een voor driekwart rood kleurende supermarkt heen is. De keuze is nu aan de consument wat hem betreft.

Door de discussie tussen de rekkelijken van het duiden en de preciezen van het beperken, ontbeert Nederland nog steeds een besluit over de daadwerkelijke invoering van Nutri-Score. Onze contacten met Serge Hercberg, de leider van het Franse team dat Nutri-Score heeft ontwikkeld, leren dat het NutriScore-algoritme beslist niet bedoeld is als een beperkend instrument en daar ook niet voor ingezet gaat worden. Hercberg is persoonlijk voorstander van aanvullende maatregelen om de internationale richtlijnen voor gezonde voeding in de praktijk te realiseren, maar ziet andere campagnes en wellicht wettelijke maatregelen als de geëigende weg om die te realiseren.
Dit artikel afdrukken