De Nederlandse melkveehouderij heeft de afgelopen jaren al heel wat cruciale momenten meegemaakt. In de aanloop naar het einde van de melkquotering kwam eerst de Melkveewet. Daarmee werd geregeld dat de mest die na 2013 extra werd geproduceerd moest worden afgezet op extra grond of via mestverwerking. Omdat dat zou kunnen leiden tot grondloze melkveebedrijven, eiste de Tweede Kamer een AMvB Grondgebonden Groei. Die regelde dat melkveebedrijven ten opzichte van 2014 half grondgebonden en dus half grondloos zouden mogen groeien. Ook de feitelijke beëindiging van de melkquotering op 1 april 2015 was uiteraard een cruciaal moment. En de datum 2 juli 2015 waarop een nieuwe ‘quotering’ (in de vorm van een stelsel van fosfaatrechten) werd aangekondigd, zal veel melkveehouders nog lang heugen. Nu, anderhalf jaar later, gaat de Tweede Kamer over dat stelsel spreken. En daar is veel om te doen.

Overheid maakt zich verantwoordelijk voor sector
Het stelsel van fosfaatrechten is gericht op een begrenzing van de mestproductie waarbij bedrijven terug moeten naar de situatie op 2 juli 2015 minus ca. 8%. Daarbij worden bedrijven die sterk grondgebonden zijn, enigszins gecompenseerd. Juist omdat die korting noodzakelijk is, stuit invoering van vrij verhandelbare fosfaatrechten in Brussel op de regels voor staatssteun. Om aan die bezwaren tegemoet te komen is het wetsvoorstel aangepast en vroeg de staatssecretaris aan de sector om zèlf te zorgen voor krimp, vóórdat de fosfaatrechten worden ingevoerd. Daarvoor heeft de sector een plan gemaakt waarin de veevoer- en zuivelindustrie samenwerken aan beperking van de mest(fosfaat)productie. Over dit plan hebben het ministerie van Economische Zaken en sectorpartijen afspraken gemaakt in het fosfaatakkoord. Belangrijkste onderdelen van het fosfaatakkoord:
- de toezegging dat het wetsvoorstel fosfaatrechten wordt vastgesteld
- inzet van 23 miljoen euro EU-geld
- een Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) waarmee de sector maatregelen kan doorvoeren voor alle zuivel- en melkveebedrijven.

De betrokkenheid van de overheid bij het fosfaatakkoord, zowel financieel als qua regelgeving, maakt haar en het Parlement medeverantwoordelijk voor de maatregelen die de sector conform het akkoord gaat treffen. En juist daar zit het probleem.…

Mogelijke procedures tegen overheid
Het fosfaatakkoord is slechts op hoofdlijnen bekend gemaakt. Wel is al duidelijk dat partijen als Netwerk GRONDig (organisatie van grondgebonden melkveehouders), de natuur- en milieuorganisaties en enkele zuivelindustrieën het niet eens zijn met die hoofdlijnen. Tevens is niet duidelijk of de maatregelen kunnen worden doorgevoerd op de voorgestelde wijze. Want is een AVV in deze situatie wel toepasbaar? Wat zijn consequenties als melkveehouders (of zuivelbedrijven) gaan procederen tegen een AVV? De laatste dagen worden er parallellen getrokken met de collectieve bestrijding van de varkensziekte Aujeszky, waarover varkenshouders meer dan 15 jaar hebben geprocedeerd en uiteindelijk in het gelijk werden gesteld.

De Tweede Kamer zou dan komende donderdag spreken over een wet die overbodig is
Toereikend?
Maar zelfs als de plannen juridisch robuust zouden zijn, is de vraag of ze toereikend zijn voor behoud van de derogatie in 2017. Die staat ter discussie omdat de Nederlandse melkveehouderij zowel in 2014 en 2015 als in 2016 meer mest produceert dan met Brussel was afgesproken. Acht Brussel de nu voorgestelde maatregelen niet voldoende, dan komt er geen derogatie en is een stelsel van fosfaatrechten niet mogelijk (in verband met ontoelaatbare staatssteun) dan wel niet noodzakelijk. De Tweede Kamer zou dan komende donderdag spreken over een wet die overbodig is.

Stimuleer broodnodige krimp
Voordat de Kamer een verantwoord besluit kan nemen over de Wet fosfaatrechten, dienen de maatregelen in het fosfaatakkoord, inclusief de AVV, uitgewerkt te zijn. Pas na een positieve (voorlopige) beoordeling van het totale pakket door Brussel, hebben fosfaatrechten zin.

Kan de Tweede Kamer tot die tijd niets doen? Toch wel. Ook de wet Grondgebonden Groei ligt voor. Aanscherpen van de normen in die wet zal melkveehouders die na 2014 sterk zijn gegroeid motiveren om hun fosfaatproductie vanaf 2017 te verminderen. Dat is een extra stimulans voor de broodnodige krimp.
Dit artikel afdrukken