Nieuw onderzoek in Nature legt de link tussen de manier waarop individuele bijen getroffen worden en de gevolgen die dat heeft voor het hele bijenvolk. Dat is van belang omdat bijen in een sociaal verband met duidelijk gedefinieerde taken en rollen leven. Het onderzoek bootste in feite de natuurlijke omstandigheden na, waarin bijen (en hommels) gedurende langere tijd bloot gesteld worden aan een combinatie van bestrijdingsmiddelen (vooral neonicotinoïde en pyrethroïde). Het fourageergedrag bleek ontregeld te raken en dat had effect op het broed en uiteindelijk het succes van de hele kolonie.
Eerdere onderzoeken beperkten zich tot één bestrijdingsmiddel en kortere blootstellingstijden. Daarmee werden betrekkelijk milde effecten voor de individuele bijen vastgesteld. Dit onderzoek laat zien dat de schadelijke effecten zich opstapelen en uiteindelijk hele kolonies raken. Het lijkt erop dat de oorzaak van de bijensterfte - in Nederland jaarlijks 20 tot 30 procent van de bijenvolken - nu dan echt in zicht komt: als er functies wegvallen die door individuele dieren worden vervuld, wordt een volk als geheel bedreigd.
Het onderzoek geeft de politiek argumenten in handen om eindelijk effectieve maatregelen te nemen teneinde de rol van bijen in zowel het landbouw- als het ecosysteem te beschermen. Kunstmatige bestuivers bestaan immers nog niet.
Fotocredits: ewanr, bij met pollen
Op 6 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Bijen bestuiven bij lange na niet voor 80 % en kunnen nauwelijks in aanraking komen met neonicotinoïden. CCD is wel al verklaard en de werkelijk oorzaken zijn slecht onderzocht omdat ze de catastrofale faunavervalsing door de imkers niet meegenomen hebben in de onderzoeken. Op euleev.nl een 48 pagina's tellende Uilenspiegel Special over 'Apocalyps in de bijenkorf' Hij is gratis te downloaden. De literatuurlijst verwijst naar 318 wetenschappelijke onderzoeken die geraadpleegd zijn. De 80% bestuiving die hierboven genoemd word wil ik in de navolgende bijdrage even rechtzetten:
Hongersnood door honingbijensterfte?
Vooral imkers verenigingen en milieuorganisaties proberen de indruk te wekken, dat ons landbouwschap praktisch alleen van de honingbij als bestuiver afhankelijk is. De media en campagnevoerders zoals avaaz dreigen: “De catastrofale bijen sterfte kan onze hele voedselketen in gevaar brengen.” Gewoonlijk ontbreekt ook niet het motto: “Als de bijen verdwijnen, heeft de mens nog 4 jaar te leven; geen bijen meer, geen planten, geen dieren, geen mensen meer”. Deze nonsens uitspraak word ten overvloede Albert Einstein in de mond gelegd zodat niemand op het idee komt navraag te gaan doen.
Een blik in een recent schrijven van Greenpeace maakt duidelijk, dat de milieubeschermers zelf niet echt aan de mensensterfte door de honingbijen neergang geloven: “Graansoorten zoals koren, rijst en mais, die een groot deel van de voeding van de wereldbevolking uitmaken, worden hoofdzakelijk door de wind bestoven en zijn daarom minder van insectenbestuiving afhankelijk.”[6] Welnu, deze graanspecies (het zijn geen “soorten”) hebben, als kenmerkend voor grassen, niets van doen met insectenbestuiving, ze verlaten zich uitsluitend op de wind.
Vervolgens zien we een kleurrijk inkoop mandje en kunnen we lezen: “Groente en fruit, dat door bijen bestoven werd. Gezonde bijenvolken zijn van ecologische en economische betekenis.”[6] Alleen dom, dat de helft van de afgebeelde producten helemaal niet door honingbijen met pollen bestoven worden: Bananen zijn niet alleen zonder zaad, ze worden door afleggers vermeerdert en hun oorspronkelijke vorm werd door vleermuizen bestoven. Vooral de wind bekommert zich om de lekkere tafeldruiven en walnoten en om tomaten, aubergines, paprika en meloenen doen de hommels dat. Artisjokken worden daarnaast door wilde bijen bediend. Alleen zaadgoedproducenten gebruiken bij artisjokken honingbijen, terwijl u voor wortels aasvliegen (Lucilia) aanbevolen word.[318]
Gewiekste bijen
Daar veganisten de uitbuiting van ijverige bijenbestuivings vakkrachten strikt afwijzen, nemen zij de tegenovergestelde houding van de milieucampagnes aan. Honing geldt voor hun als een product van onethische massadierhouderij, en zo verkondigen zij, dat honingbijen miserabele bestuivers zouden zijn en wilde bijen ver meer effectiever. Inderdaad hebben honingbijen zich vaak als slechte bestuivers laten zien, want bijen zijn niet gek. Bij appelsoorten met grote openingen tussen de bloemblaadjes zoals bij red delicious weigeren ze vaak, de stempels te bestuiven. Zeker voor jonge, nog onervaren verzamelaarsters, zijn de zeer kleverige appelpollen lastig, en dus proberen zij deze zo snel mogelijk uit hun pels en in hun zakken te vegen. Daar zijn ze voor de bestuiving verloren. Zodra de immen uitgevonden hadden dat men ook door de openingen van de bloemblaadjes bij de nectar kan komen, vallen ze als bestuivers uit. [70,298]
Boksende bloemen
In Israël, waar overwegend red-delicious verbouwd worden, overspoeld men de appelboomgaarden daarom met bijen, om een aanvaardbaar bestuivingsresultaat te bereiken. De bijen raken echter onder stress vanaf een bepaalde individuen dichtheid,[ 298] waarop dan weer zo menige imker eerder de schuld geeft aan “milieu-gifstoffen” dan aan een slechte bedrijfsvoering. Honingbijen interesseren zich ook maar matig voor de bloesem van leguminosen met diepe kelken, zoals die voor eiwitproducerende planten zoals rode klaver (Trifolium pratense) kenmerkend zijn. Wegens hun korte zuigspriet bereiken zij de nectar niet. Luzerne (Medicago sativa), word door hun zelfs gemeden, want zodra de bij zich neerzet op de bloesem, krijgen zij door het bestuivingsmechanisme een opdoffer. Vinden zij in de buurt iets beters, dan schakelen de bijen vlug over. De dikke hommels maakt die ruwe begroeting echter niets uit.[143] Lupinen zijn eveneens op hommels aangewezen, die krachtig genoeg zijn, de stugge bloesem open te drukken.
Goed schudden a.u.b.!
Ook enkele door mensen gewaardeerde leguminosen zoals erwten en bonen worden overwegend door hommels bestoven. Honingbijen bezoeken de bloesem, die ze eerst moeten openbreken vooraleer zij aan de nectar kunnen komen, alleen dan, wanneer er niets gemakkelijker toegankelijks is. De gigantische bloesem van pompoenen (Cucurbita maxima) meloenen of courgette (Cucumis melo cv). Sowieso alleen door grote insecten effectief bestoven worden.
Bij de tomatenbestuiving helpt de zwaartekracht mee, daarom werkt de plant met de dikke hommels samen. De poederachtige pollen zitten in een door de stuifmeeldraden gevormde kegel, die als een zoutstrooier aan de top een kleine opening heeft. De hommel klampt zich aan de bloesem vast, die door het gewicht naar beneden buigt, en begint, met hoge frequentie te vibreren. Het stuifmeel word in haar pels gestrooid en beland bij het bezoek van de volgende bloem op de stempel. Sinds de 80-er jaren bestuiven hommels de kas-tomaten in de hele wereld.[133] Voor veganisten kan dan alleen maar gelden: Tomatenboycot! Weer een duidelijk geval van uitbuiting van bestuivings-medewerkers!
Hommel hummel?
Hommels zijn op onze breedtegraad over het algemeen effectievere bestuivers als honingbijen: Ze gaan al vanaf 5 ̊C op zoek naar voedsel en ook wind en miezer regen maakt hun niets uit. Ze vliegen daarom al in het vroege voorjaar uit en kunnen zowel in de grauwe ochtend als in de avondschemering voeding zoeken. Nattigheid en wind behaagt de tamme honingbijen daarentegen net zo weinig als temperaturen onder 12 C. ̊ Om bij lage temperaturen buiten te kunnen zijn produceren de hommels zelf warmte: Door het sidderen van de vleugelspieren verwarmen zij zich tot op hun vluchttemperatuur van 30-40 ̊ C, en hun dikke pels beschermt hen voor te groot warmteverlies. Deze methode brengt weliswaar energieverlies teweeg, maar hommels besparen dan weer energie door waar mogelijk van bloem tot bloem te krabbelen, in plaats van te gaan vliegen.
Daar de meeste soorten groter zijn als honingbijen, komt hun lijf beter in contact met meeldraden en stempels, wat de bestuiving bevordert. Een hommel bezoekt bovendien tot wel vijfmaal meer bloemen en verzamelt tot wel twaalfmaal meer nectar dan een honingbij. Per volk is echter toch de prestatie van honingbijen op grond van hun kunstmatig hoog individuenaantal groter. Hommels neigen er bovendien toe, binnen een bepaalde bloesemdracht grotere secties uit te buiten dan de honingbijen.[299] Bijzonder opvallend is dit in boomgaarden, waarin de bomen sneller en vaker wisselen en zo de gewenste kruisbestuiving bevorderen.
Wilde kameraden
Menige imkers verzekeren, dat de bestuiving van fruitbomen en andere planten zonder honingbijen onmogelijk is, want hun bijen zouden 80 %, in het voorjaar zelfs 100 % van de bloesem bestuiven. Dat is natuurlijk onzin. Onze inheemse 555 soorten wildbijen zijn ook niet passief, maar gaan gewoon door met hun dagelijkse bezigheden ook wanneer de imker met zijn volken op komt dagen.[122,139] Nog helemaal afgezien van de diverse vliegen, wespen en kevers, die eveneens als bestuivers dienst doen. Bij zo menige fruitsoort zou de oogst zonder de daadkrachtige hulp van de vlijtige wilden in menig jaar pover uitgevallen zijn. In Noord-Amerika bestaan ruim 4.000 soorten wildbijen, die bestuivingsdiensten voor fruit en groenten ter waarde van drie miljard dollar leveren.[260]
Aan de kelk!
Wanneer het om de bestuiving gaat, bieden bloesemplanten een reusachtige keuze, en bijen vallen daarbij slechts onder <verre leveranciers>. Want tegenover de ca. 150.000 vliesvleugelachtigen waartoe de bijen, maar ook mieren en wespen behoren, staan 350.000 keversoorten, en velen daarvan bedienen zich graag van pollen en nectar.220
Ook vogels zoals kolibries en honingvolgels doen mee: De rosse kolibrie (Selasphorus rufus), is van Noord Californië tot aan Alaska als bestuiver actief. Daar vogels in tegenstelling tot bijen wel de kleur rood waarnemen, zijn door vogels bestoven bloemen vaak in roodtinten. Natuurlijk zijn ze ook groter en steviger omdat ze hun snavels staande moeten houden.
@Kees: komen die varroa mijten en die virussen niet juist op door de verminderde weerstand van de bij die veroorzaakt wordt door de genoemde middelen?
Lange duur blootstelling aan stoffen is nog relatief onontgonnen terrein. Bij de mens is eea bekend (amalgaam is een interessante waar ik een en ander van af weet), maar bij insecten nog amper.
Wellicht interessant. Het meest gebruikte neonicotinoide, Admire van Bayer, wordt bijna geheel afbroken door onze Vialux waterontsmetter (UV met ozon) die op veel bedrijven gebruikt wordt die de waterkringloop willen sluiten. Het nadeel van gesloten teeltsystemen is dat met het water meegegeven (systemische) bestrijdingsmiddelen erin blijven rondwaren. Niet meer dus.
Bertus, dat er nader onderzoek nodig is staat buiten kijf. Maar het is veel minder alarmerend dan wordt geschetst in het redactionele stukje hierboven, zie de feitelijke grafieken en aangehaalde referenties in het stuk van Kees van Heemert.
Henk (#8), de zin die je aanhaalt, komt bij mij nou juist niet genuanceerd over. Het is veel meer een reductionistische benadering. Er zijn wel degelijk aanwijzingen dat persistente en systemisch werkende synthetische gewasbeschermingsmiddelen een rol spelen.
Er wordt nog nader onderzoek gedaan. Naar ik hoop onafhankelijk.
Kees van Heemert heeft een zeer genuanceerd stuk geschreven over de actuele situatie. "Meer sterfte van bijenvolken door vooral varroa en virusziekten; niet door neonicotinen. Door meer volken te kweken blijft het aantal op peil en groeit zelfs. Geen bestuivingscrisis; bij bestuivingsvolken is er ook marktwerking. Er zijn geen honingtekorten"
‘Dode Lente’ voor de honingbij