De Europese Commissie heeft het Zwitserse farmaconcern Novartis en het Amerikaanse Johnson & Johnson forse boetes opgelegd omdat zij door middel van kartelafspraken de introductie van nieuwe, goedkope pijnstillers bij kanker hebben tegengehouden. De Amerikanen krijgen 10,8 miljoen euro en de Zwitsers 5,5 miljoen euro aan hun broek.

Het gaat om het middel fentanyl, een al in 1960 door Johnson & Johnson ontwikkelde krachtige pijnstiller die 100 maal krachtiger werkt dan morfine. In 2005 liep het patent af. Op dat moment wilde Novartis-dochter Sandoz een generieke fentanylpleister op de markt brengen, maar daar werd het bedrijf van afgebracht doordat de Amerikanen - via hun dochter Janssen-Cilag - een maandelijkse vergoeding boden die hoger lag dan Sandoz aan winst verwachtte te maken. Na 17 maanden kwam er alsnog een fentanylpleister beschikbaar en kwam de overeenkomst tot een einde.

In een verklaring zegt de Europese Commissie vandaag: "Een en ander betekende dat het akkoord de introductie van een goedkoper generiek geneesmiddel met zeventien maanden heeft vertraagd en de prijs voor fentanyl in Nederland kunstmatig hoog heeft gehouden - ten koste van patiënten en de belastingbetaler die de Nederlandse gezondheidszorg financiert". Dat schrijft NRC.
Dit artikel afdrukken