Natura 2000-gebied de Veluwe is een van de grootste natuurgebieden van Nederland, met veel bijzondere dieren en planten en een variatie aan landschapstypen. Deze variatie in planten en dieren is belangrijk voor een sterke natuur en voor onze gezondheid. De Veluwe herbergt de grootste populatie van het vliegend hert in Nederland. Zowel landelijk als in de provincie Gelderland gaat het nog niet zo goed met het vliegend hert als we zouden willen. Op de Veluwe moet zowel de omvang, kwaliteit als verspreiding van geschikt leefgebied voor het vliegend hert omhoog.

Groot maar kwetsbaar
Het vliegend hert kan wel negen centimeter lang worden en is de grootste kever in ons land. Vooral de mannetjes zijn indrukwekkend, met hun grote, gewei-achtige kaken. Toch is het vliegend hert een kwetsbare soort. In Nederland komt hij maar op vijf plekken voor. Het is een veeleisend dier: de larven zijn volledig afhankelijk van eikenhout dat aangetast is door witrot-schimmels. Ze hebben maar liefst drie tot vier jaar nodig om groot te worden. Bovendien zetten de vrouwtjes het liefst hun eieren af op de plek waar ze zelf zijn opgegroeid. Dat werkt inteelt in de hand en maakt het vliegend hert weinig flexibel bij verstoringen.

Waar staan we nu?
Om te weten hoe het met de soort gaat, liet de provincie in 2017 een zogenaamde nulmeting uitvoeren door EIS Kenniscentrum Insecten (EIS). Daarbij werd de verspreiding in kaart gebracht op basis van de op dat moment bekende waarnemingen. Dit zijn voor een groot deel waarnemingen uit tuinen en campings. Daardoor bleek het beeld in de bossen binnen het Natura 2000-gebied Veluwe onvolledig. Om beter inzicht te krijgen in de verspreiding van de soort en de ontwikkelingen in aantallen, is EIS in 2018 met aanvullende monitoring gestart. Zo wordt steeds duidelijker hoe de populatie van deze soort er op de Veluwe voor staat.

Naar concrete doelen
Provincie Gelderland is verantwoordelijk voor het halen van de Natura 2000-doelen voor de Veluwe. Ze wil de natuur op de Veluwe op een toekomstbestendige manier herstellen, zodat deze minder kwetsbaar is voor negatieve invloeden van buitenaf. Komend jaar gaat de provincie aan de slag met het opstellen van verbeterplannen met daarin maatregelen om deze doelen te realiseren. Op deze manier is er toekomst voor de Veluwe waar wonen, werken, ondernemen en recreëren mogelijk blijft.

Wat voor het vliegend hert echter nooit is vastgesteld, is een einddoel: waar werken we naartoe, wanneer zijn we tevreden? Hiervoor heeft EIS in opdracht van Provincie Gelderland nu een rapport opgesteld. Hierin staat concreet wanneer het leefgebied van het vliegend hert aan de Natura 2000-doelstelling voldoet: wat is de gewenste kwaliteit van het leefgebied en omvang van de populatie? Er wordt ook aangeven hoe we die gewenste situatie kunnen meten. Het gaat dan om doelen als het aantal vakken van een kilometer (kilometerhokken) waarin vliegend herten voor moeten komen, met welke gemiddelde dichtheid, en in hoeverre de verschillende deelpopulaties met elkaar verbonden moeten zijn. In de gewenste situatie moeten in minimaal 316 kilometerhokken vliegend herten voorkomen (dat is nu 245), in gemiddeld 5 hectarehokken per kilometerhok. En: 80 procent van de deelpopulaties moet met elkaar verbonden zijn.

Op naar meer dood en wegkwijnend eikenhout!
Hoe komen we daar? Het is essentieel dat er op de lange termijn dood of wegkwijnend eikenhout beschikbaar is. Om de deelpopulaties te verbinden heb je een netwerk van ongestoord bos nodig (bosreservaten) met veel verschillende eiken (leeftijd en vitaliteit). Ook zijn open plekken belangrijk, omdat het vliegend hert warmte nodig heeft om goed te ontwikkelen. Door de bosreservaten te verbinden met ‘corridors’ van eikenbomen, ontstaat ook meer genetische uitwisseling tussen deelpopulaties.

De provincie gaat nu op zoek naar kansen voor dit netwerk van oude aftakelende eikenbomen. Dat doet ze samen met de eigenaren in het gebied. Eerst wordt in kaart gebracht waar gevarieerd eikenbos aanwezig is, daarna waar kansen zijn om het te realiseren. Zo werkt Provincie Gelderland aan eikenbos met meer diversiteit en het duurzaam voortbestaan van een bijzondere soort.


Dit artikel werd geschreven door Indra Span, provincie Gelderland, en verscheen eerder op Nature Today.
Dit artikel afdrukken