Zelfs Eurocommissaris Sinkevičius van het DG-Milieu is er inmiddels van overtuigd dat de zorg voor de Nederlandse schrale, stikstofarme natuur een prioriteit is. Daarom schreef hij minister Christianne Van der Wal dat zij haast moet maken om de Nederlandse stikstofreductiedoelen te halen. Juridisch begaf de Commissaris zich daarmee ver buiten zijn bevoegdheden omdat de enige stikstofemissies waarmee Brussel zich mag bemoeien diegenen zijn in relatie tot de overeengekomen NEC-plafonds (NEC = National Emission Ceilings). Europarlementariër Manfred Weber moest eraan te pas komen om de nog jonge Eurocommissaris te wijzen op het overschrijden van zijn verantwoordelijkheden.
Twee vingers in de neus
De NEC-plafonds zijn voor NH3 (stikstof in de vorm van ammoniak) en NOx (stikstofoxiden) voor de periode 2020-2029 respectievelijk 134,1 en 222,6 kiloton/jaar en voor de periode vanaf 2030 respectievelijk 121,7 en 157,8 kiloton/jaar. Voor NH3 is het plafond voor 2030 in 2021 met 121,9 kiloton/jaar al nagenoeg bereikt.
Voor NOx moet voor 2030 nog een reductie van 20 kiloton worden gerealiseerd. Dat kan alleen al door de omschakeling naar elektrische personenauto´s worden bereikt. Noch de EU, noch de Nederlandse regering of politiek hoeven zich hierover grote zorgen te maken. De realisatie is in beginsel met twee vingers in de neus te halen, terwijl op dit moment het hele land in onzekerheid verkeert, de bouw is stilgelegd en boeren nog altijd gedwongen staking van hun bedrijfsvoering vrezen.
De reductiedoelstelling die de regering voor 2030 óf 2035 - de jaartallen zijn onderwerp van politieke ruzies en uitvergroting in de media - heeft vastgesteld is dan ook een uitsluitend Nederlandse aangelegenheid. Die doelstelling berust op de vooronderstelling dat er een relatie is tussen de staat van instandhouding (SVI) van de natuur zoals de Vogel- en Habitatrichtlijn die vereist en stikstof. Psychologisch is dat te begrijpen omdat het is moeilijk om te ontsnappen aan beïnvloeding door de niet aflatende berichtgeving dat het slecht gaat met de natuur. Met natuur die in een stikstofrijke omgeving floreert, gaat het vermoedelijk veel minder slecht maar er bestaat geen bestandsopname van de biodiversiteit die hoort bij de rijke natuur.
Aan al die factoren doet Nederland weinig tot niets; er zijn geen doelstellingen en maatregelen voor gedefinieerdAndere factoren
Daarom gaan dramaverhalen zoals de “jarenlange accumulatie” van stikstof in natuurbodems er gemakkelijk in. Tot op heden is daar echter geen enkel op metingen gebaseerd bewijs voor. Dat is best een beetje gek en al helemaal als je bedenkt dat bijvoorbeeld bureau Eurofins, de specialisten in bodemmetingen, sterke twijfels over stikstofaccumulatie hebben. Negatieve effecten van falend beheer, verdroging, gebrek aan fosfaatrijk kwelwater, verzuring door zwavelverbindingen en andere factoren worden afgewimpeld op overmatige stikstofdepositie. Aan al die factoren doet Nederland weinig tot niets; er zijn geen doelstellingen en maatregelen voor gedefinieerd.
Roozendaalse Heide
Pak gegevens die ik hier eerder presenteerde er nog eens te bij, De drie daarin genoemde gebieden met habitattype H4030 (Droge heide) kennen praktisch dezelfde (berekende!) stikstofdepositie die bovendien nauwelijks verschilt van de KDW voor het type. In twee gebieden, de Sallandse Heuvelrug en Vecht en Beneden-Regge is de SVI uitstekend, in het derde gebied, de Roozendaalse Heide (onderdeel van de Veluwe) is de SVI matig tot slecht. Het verschil in de SVI zou aan stikstofdepositie liggen. Dat is onzinnig omdat die zelfs nog iets lager is dan in de andere gebieden. Stikstof kan op de Roozendaalse Heide het probleem niet zijn.
Stikstof kan op de Roozendaalse Heide het probleem niet zijnTot overmaat van ramp is ook Frans Timmermans, vice-voorzitter van de Europese Commissie niet doordrongen van het feit dat er geen onderbouwing is voor de (politieke) stellingname dat de stikstofdepositie op natuurgebieden te hoog is. Hij bevestigde eerder deze week dat de voorstellen van de BBB van Caroline van der Plas een stap in de goede richting zijn. Zij pleit gelukkig nadrukkelijk voor natuur (en niet alleen tegen stikstof), maar zit nog steeds gevangen in de gedachte dat stikstof in de Nederlandse context de belangrijkste factor is voor behoud of verbetering van natuur.
Een drastische reductie van stikstofemissies gaat de Nederlandse natuur niet “redden”. Ik handhaaf mijn pleidooi voor een betere oplossing van de crisis.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Onverstandig beheer door Natuurmonumenten heeft ook veel schade aangericht (Nieuwkoopse plassen: florerende stikstofminnende natuur, rietzomen met kruiden en veel vogels is omgezet in kruidenrijk schraal grasland, waar nu ganzen problemen veroorzaken. Natuurmonumenten heeft dus (bewust?) natuur met een hoge KDW omgezet in een habitat met een zeer lage KDW. En dan maar roepen dat het slecht gaat met de natuur. Rietzomen, struweel en ruigten halen veel stikstof uit de lucht, mits er niet teveel stikstof in de bodem zit. Het riet, de oorspronkelijke begroeiing lijkt terug te komen en dat wordt als een probleem gezien. Tja, het is maar wat je natuur noemt. Het is afwachten wanneer de eerste schadeclaim bij NM binnenkomt.
#50 Jawel Frans je koppelt dit aan beleid;
https://www.foodlog.nl/artikel//provincies-kunnen-nederland-van-het-stikstofslot-halen/allcomments/#comment-326768
en laat de vraag van Nico onbeantwoord.
Beleid overigens wat gekoppeld is aan berekende schade dus ver vóór 2030 (overmorgen al) kan dit gehaald worden, heel simpel; de virtuele schade er uit halen ook wel droge depositie genoemd.
René #45 .Ik heb niet geroepen of geschreven dat de EU verplicht de emissies in 2030 met 50% gereduceerd te hebben. De EU geeft lidstaten tot 2030 de tijd om de neergang van de milieukwaliteit te stoppen. Hoe ze dat doen mogen ze zelf beslissen. Daarna moet de kwaliteit verbeteren tot het gewenste niveau.
#34, Jopie,
Mijn analyse van natte depositie loopt vanaf 1990 (15 meetstations), vanaf 2004 zijn stations gesloten en 2014 waren er nog 7 in werking.
Wat ik net heb gedaan is de trendlijn doortrekken (onzekerheid troef)
SO4 in 2023: 18-19 mol, vanaf 1993 – 2014, continu dalend.
NO3 in 2023: 144 mol, bij trendlijn van 1990 – 2014. Echter, van 2003 – 2014 horizontaal op gemiddeld 198 mol.
NH4 van 1990 – 2002 afname van 600 tot 400 mol. Vanaf 2003 – 2014 horizontaal op gemiddeld 381 mol.
Alleen voor SO4 moeten de cijfers die ik eerder heb gebruikt worden bijgesteld. Ik heb geen cijfers over SO4 accumulatie.
#44 René, jij zegt dat je alle referenties hebt doorgelezen. Ik niet, dus is mijn vraag, zitten er bij die referenties zaken die onjuist zijn?