De redactie van dit medium vernam o.m. vanuit een bekende melkcoöperatie dat melkveehouders bepaald boos waren op Wakker Dier. De organisatie zat er met zijn kiloknallermelkcampagne helemaal naast vonden ze. Dat ontdekte ook NRC correspondente Renée Postma die de echte inzet van de campagne uit de mond van Sjoerd van der Wouw noteerde tijdens een werkbezoek bij melkveehouder Kees Romijn uit Langerak. In de krant van gisteravond rapporteert ze:

De melkveehouder pleit voor een bonus op weidegang, een stimulans om het nog beter te doen, want „we doen het echt niet slecht”. „Nee”, stelt Van de Wouw hem gerust, „jullie doen het ook niet slecht, zeker niet vergeleken met varkens- en kippenboeren. De kiloknaller-campagne van vorig jaar was vooral gericht tegen kippen- en varkenshouders, geeft hij toe. Was de campagne tegen het melkvee dan niet een beetje erg aangezet? „Nou ja, een beetje misschien, maar dat doen we vaker om een punt te maken.”

En dan blijken de melkveehouder en Wakker Dier het eigenlijk helemaal eens te zijn: de consument moet gaan betalen voor de koe in de wei. „Het is letterlijk een centenkwestie”, concludeert Van de Wouw. Een enkele cent kan al een groot verschil maken. Met de 800.000 liter melk die Romijn jaarlijks produceert kan dat net het verschil beteken tussen een betonnen vloer in de stal of een rubberen vloer, rekent de melkveehouder uit. Wat de melkveehouder en de dierenrechtenactivist betreft is nu de maatschappij aan zet.


Het ging Wakker Dier dus om een rubber mat en het beter betalen van de boer. Wat een rare manier van een ‘punt’ maken met 'een beetje overdrijving'.
Betaal de rubber in de melk. Daar ging het dus om.

Boeren vragen al jaren om betere prijzen. Zou de consument het begrepen hebben nu Wakker Dier boeren eerst weer even flink voor melkknallende boeven heeft uitgemaakt?
Dit artikel afdrukken