Je zou toch verwachten dat er grote gretigheid bestaat onder wetenschappers om het verband tussen voeding en geestelijk welzijn te onderzoeken. Hoe baanbrekend zou het niet zijn om per nutriënt of voedingsmiddel aan te kunnen tonen wat de mens moet eten om vrolijk, optimistisch of op zijn minst vrij van deprimerende gedachten te zijn?

Volgens een inventariserend artikel in The New York Times is de opkomende discipline van de 'nutritional psychiatry' echter nog een ondergeschoven kindje. Meer kennis over de mechanismen die werken tussen voeding en het microbioom gaat het vakgebied zeker helpen.

‘Voedingspsychiatrie’ klinkt niet mooi, maar dekt wel de lading
Leefstijlpsychiatrie
‘Voedingspsychiatrie’ klinkt niet mooi, maar dekt wel de lading. Een breder begrip is 'lifestyle psychiatry', wat in vertaling het iets fraaiere ‘leefstijlpsychiatrie’ oplevert.

De reden voor het veronachtzamen van de opkomende dieetleer door behandelende psychiaters die de Times signaleert is even simpel als begrijpelijk. Van psychofarmaca en therapie is zo ongeveer bekend wat ze doen bij psychiatrische patiënten of personen met lichtere psychische stoornissen. Maar er zijn geen specifieke, en daardoor precies werkzame diëten tegen angsten, depressie en andere aandoeningen van de geest, die misschien goed te diagnosticeren zijn, maar lastig te behandelen.

In een overzichtsartikel uit 2020 over de rol van leefstijlfactoren in het ontstaan van psychische aandoeningen formuleren de auteurs die voorzichtigheid aldus: “Naarmate het vakgebied vordert, moet er steeds rekening mee worden gehouden dat de oorzaak van psychische stoornissen uiteraard multifactorieel is en dat gevallen zich vaak zullen voordoen (en blijven voordoen) onafhankelijk van leefstijlfactoren. Het toeschrijven van de toestand van een persoon aan zijn/haar gezondheidsgedrag is dus vaak ongegrond, stigmatiserend en nutteloos.”

Hersenziekte
Niettemin wordt er veel verwacht van leefstijlpsychiatrie. Het begon met de ‘ontdekking’ van de darm-hersen-as dertig jaar geleden, toen onderzoekers beschreven hoe hepatische encefalopathie, een debiliserende hersenziekte als gevolg van een zieke lever (vaak door alcohol), met een minder eiwitrijk dieet behandeld kon worden. Naar de hersenen vanuit de darmen dus.

Inmiddels is bekend dat er een meervoudig communicatiesysteem tussen de hersenen en de darmen vice versa loopt, via het zenuwstelsel, het immuunsysteem en het hormoonsysteem. Met de zenuwbanen, het bloed en het lymfesysteem als transportmedia. ‘Het tweede brein’ of ‘het brein in de darmen’, wordt de bacterierijke darminhoud liefdevol genoemd.

Wie vroeger zei: ‘Lichaam en geest zijn één’, was een hippie. Nu kan een lezer van het NY Times-stuk aldus reageren: “Geestelijke gezondheid is lichamelijke gezondheid! Het is zo vreemd dat we denken over de hersenen en hoe we ons voelen als een abstract, ontastbaar object. Onze hersenen zijn een fysiek deel van ons lichaam.”

Darmtuinieren
Het is zo langzamerhand wel duidelijk wat er op het gebied van voeding gedaan kan worden om de fysieke gezondheid te verbeteren. In grote lijnen was ook al wel bekend dat (en waarom) 'darmtuinieren' een heilzame bezigheid is. Voor een auteur van 'brain food books', zoals de Amerikaanse psychiater (en 'farmer') Drew Ramsey, is de weg naar geestelijke gezondheid via een 'array of delicious food' gesneden koek. Voorlopig is dit een niche waar het naar kwakzalf ruikt.

Ongelukkige woordkeuze: gesneden koek en ander snoep, snaai en snack is nou precies wat je niet moet eten. ‘Appeltje, eitje’ is beter. Dat 'comfort food', waarnaar we juist in deze tijden van stress, eenzaamheid en angst voor covid grijpen, werkt op den duur contraproductief, zegt ook de Times.

Ja, we weten het: groente, fruit, vis, granen, noten. Geen suiker, vet, vlees, alcohol, snelle koolhydraten. Gezonde darmen krijgen we door vezelrijke voeding, waarvan darmbacteriën stofjes maken, zoals korteketenvetzuren, die de darmwand voeden en gezond houden. Dat heeft een verlagend effect op de laaggradige systeeminflammatie, en dat is overal goed voor, zeker ook voor de hersenen.

Inflammatie
Wie zijn kennis over inflammatie wil opfrissen, moet het voortreffelijke en Nederlandstalige artikel dat Frits Muskiet er tien jaar geleden over schreef nog eens lezen. Inflammatie is de oorzaak van zo ongeveer alle niet besmettelijke kwalen, maar is zelf ook het gevolg van biochemische processen. Hoe werkt dat dan precies? Wat gebeurt er in de darmen met goede en slechte voeding en hoe werkt dat vanuit de darmen terug het lichaam in, en naar de hersenen?

Naar de microbiologische inhoud van de darmen wordt vaak verwezen met de term ‘black box’: daarin gebeurt van alles, maar geen idee wat. In de tijd dat Muskiet zijn stuk schreef stond de microbiologie aan het begin van een explosieve ontwikkeling door nieuwe analysetechnieken.

Ook in 2011 promoveerde Lidy Pelsser aan de Radboud Universiteit op een onderzoek naar dieet en ADHD bij kinderen. Ze stelde een behandelprotocol op met een eliminatiedieet. De resultaten in de diverse klinieken waren spectaculair: patiëntjes met ernstige ADHD werden rustig door het RED-dieet. Te spectaculair, schamperde de Volkskrant. Het RIVM vond de ‘ernstige tekortkomingen in het studiedesign’ zwaarder wegen dan de resultaten die Pelsser aantoonbaar boekte. Als deugdelijk bewijs ontbreekt, kan het niet werken, zo redeneren de kritische wetenschappelijk geest en de wantrouwige journalist.

De leefstijlpsychiatrie, die een verband zoekt tussen voeding en geestelijke gezondheid, lijdt onder dezelfde zwakte als de voedingskunde: hard bewijs van de mechanismen die de biochemische processen vormen ontbreekt
Zwakte
In 2014 bereikte het boek De beestjes in ons van de Amerikaanse microbioloog Martin Blaser een groot publiek met de laatste inzichten over ‘het belang van bacteriën’. Rond die tijd verschenen ook de eerste onderzoeksartikelen over de betekenis van die kennis voor de psychiatrie.

De leefstijlpsychiatrie, die een verband zoekt tussen voeding en geestelijke gezondheid, lijdt onder dezelfde zwakte als de voedingskunde: hard bewijs van de mechanismen die de biochemische processen vormen ontbreekt. Causale verbanden tussen input en uitkomst kunnen niet gelegd worden. Welke bacteriesoort doet wat met welk nutriënt en wat levert dat op?

Inkijkje
Maar daar komt verandering in door nieuw onderzoek. Eerder dit jaar meldde de Britse onderzoeksgroep rond hoogleraar Tim Spector al opmerkelijke resultaten uit het PREDICT-project. Voor het eerst legden zij met metabolomics verbanden tussen specifieke darmbacteriën en nutriënten.

Een onderzoeksgroep van de afdeling Gastroenterologie en Hepatologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen publiceerde recent in het vakblad Gut een fascinerend inkijkje in de relaties tussen specifieke nutriënten en het voórkomen en de werking van de diverse soorten darmbacteriën. Onder de titel ‘Long-term dietary patterns are associated with proinflammatory and anti-inflammatory features of the gut microbiome’ volgt het verslag van een omvangrijk onderzoek met vier cohorten proefpersonen, drie daarvan patiënten met darmziekten (Crohn, colitis en IBS/PBS).

In een paar woorden samengevat keek dit onderzoek vooral naar voedingsmiddelen en nutriënten die in de darmen voor een hogere of een lagere inflammatie zorgen. Uit de conclusie: “Een hogere inname van dierlijke voedingsmiddelen, bewerkte voedingsmiddelen, alcohol en suiker, kan leiden tot een microbiële omgeving die typisch is voor inflammatie, en wordt in verband gebracht met hogere niveaus van darmontstekingsmarkers.” Plantaardige voeding zorgt voor de productie van de gewilde korteketenvetzuren, die de darmen gezond en de inflammatie laag houden.

Rode wijn
Preciezer: “We ontdekten voedingspatronen die consistent correleren met groepen bacteriën met gedeelde functionele rollen in zowel gezondheid als ziekte. Bovendien werden specifieke voedingsmiddelen en nutriënten in verband gebracht met soorten waarvan bekend is dat ze slijmvliesbeschermende en ontstekingsremmende effecten hebben.” Dit soort onderzoek is belangrijk voor de voortgang van het vakgebied, ook dat van de leefstijlpsychiatrie, al komen de woorden ‘hersenen/brain’ of ‘darm-hersen-as’ niet voor in het Groningse onderzoek.

Opmerkelijk is dat ongeveer alle uitkomsten overeenstemmen met de bestaande consensus over gezonde voeding. Wel bevat het onderzoek nog een paar leuke take aways, die we als bewezen mogen beschouwen: De polyfenolen uit rode wijn werken anti-inflammatoir, evenals die uit koffie. Vervanging van dierlijke eiwitten door plantaardige eiwitten kan darmontstekingsprocessen verminderen. Omega-3 vetten zorgen voor meer korteketenvetzuren en de inname van omega-6 vetten uit plantaardige olie moet teruggeschroefd worden.

De conclusie is onontkoombaar: bonen, noten, granen, groenten, fruit, olijfolie, vis. Samengevat: mediterraan. En dat langdurig volhouden, dat moet vanzelf tot gezonde èn vrolijke mensen leiden.
Dit artikel afdrukken