Het resultaat van het grootste metaonderzoek naar insectensterfte aller tijden is gepubliceerd in Science: "De wereldwijde gezondheid van insectenpopulaties is veel gecompliceerder dan eerder werd gedacht," schrijft de BBC.
Het is niet overal ter wereld zo alarmerend als in Krefeld. Regionaal zijn er belangrijke verschillen: "in Noord-Amerika boeren insecten al heel lang achteruit, maar het tempo waarin dat gebeurt lijkt niet toe te nemen, integendeel zelfs. In Europa is de teruggang van insecten recenter begonnen, maar gaat die nu steeds sneller," denkt Trouw.
Landinsecten: achteruitgang
Gemiddeld blijkt er sprake te zijn van een achteruitgang van 0,9% per jaar - onder landinsecten. "Dat is zeer ernstig," zegt hoofdauteur Roel van Klink. "Over meer dan 30 jaar betekent het een kwart minder insecten. En omdat het een gemiddelde is, zijn er plaatsen waar het veel erger is dan dat." De sterkste achteruitgang was te zien in het westen en midden-westen van de Verenigde Staten en in Europa, met name in Duitsland.
Het leuke aan insecten is dat de meeste soorten ongelooflijk veel nakomelingen hebben, dus als je het leefgebied op de juiste manier verandert, zullen we ze heel snel zien herstellenZoetwaterinsecten: groei
Met het aantal zoetwaterinsecten (denk aan eendagsvliegen of haften) gaat het juist goed, dat laat een groei zien van 1,08% per jaar. De meeste vooruitgang was te zien in noord-Europa, het westen van de VS en, sinds 1990, in Rusland. De verklaring is volgens de wetenschappers te vinden in het feit dat het wettelijk aanpakken van vervuilde rivieren en meren zijn vruchten begint af te werpen.
Geen reden om ons rijk te rekenen. De waterinsecten kunnen de achteruitgang van de landinsecten niet goed maken. "Ze zijn maar een fractie van de insecten op het land", aldus Van Klink. "Hooguit 10%." Ze spelen geen rol als bestuivers. En zoetwater maakt maar 2,4% van 's werelds aardoppervlak uit, rekent The Conversation voor.
Geen eenduidige oorzaak
Uit het onderzoek komt niet één duidelijke oorzaak naar voren. Wel wijzen de onderzoekers op het verlies van habitats door voortschrijdende verstedelijking. Het totaalbeeld is complex. Zo kan het in vlak bij elkaar gelegen geografische gebieden gebeuren dat sommige insecten het goed doen naast leden van dezelfde soort die het moeilijk hebben.
Van Klink besluit op een bemoedigende noot: als het voor waterinsecten gelukt is de neerwaartse trend om te buigen, kan dat voor landinsecten, met de juiste maatregelen, vast ook. "Het leuke aan insecten is dat de meeste soorten ongelooflijk veel nakomelingen hebben, dus als je het leefgebied op de juiste manier verandert, zullen we ze heel snel zien herstellen."
Op 11 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Insecten vormen een zeer, zeer diverse groep en oorzaken van aantalsverandering kunnen sterk verschillen tussen gebieden, omdat de 'drukfactoren' sterk kunnen verschillen. Paar voorbeelden. In voedselarme gebieden leidt toevoegen van voedingsstoffen tot meer productie van algen of hogere planten en daardoor meer insecten. In Zweden nam door de landbouw (gemiddeld veel extensiever dan bij ons) het nutrientengehalte in het water toe, daardoor meer rietvelden en waterinsecten, daardoor toename grote karekiet (deed ik ooit onderzoek naar). In Nederland door landbouw te veel nutrienten, daardoor minder waterplanten, minder grote insecten zoals libellen, en daardoor minder grote karekieten. Verder: grote insecten hebben langere levenscyclus dan kleine. Bv libellenlarven leven 3-4 jaar in water, muggenlarven paar weken. Idem op het land. Dus zijn grote insecten gevoeliger voor intensieve landbewerking, baggeren, dan kleine insecten.
Enz, enz. Dus als je wereldwijd alle getallen bij elkaar neemt, zou het heel goed kunnen zijn dat je geen enkele verandering in biomassa ziet. Kort door de bocht: in gebieden met agrar productie in opkomst nemen de kilo's insecten toe, in gebieden met heel intensieve landbouw nemen ze kilo's. af.
En dan noem ik alleen nog maar het effect van variatie in voedingsstoffen.
It's complicated.
Er is dus iets aan de hand, als insecten met zoveel nakomelingen toch niet in staat zijn er te zijn. Kan me van een tijd geleden herinneren, dat de vlinderstruiken bomvol zaten met vlinders, in een parkje in A'dam Zuid. Nu vind je dat bijna nergens meer. Toch zijn er nog zat brandnetels, voedselplant van de rupsen van veel van die 'brandnetelvlinders': kleine vos, admiraal, dagpauwoog, aurelia.
Ik lees nergens wat ‘de juiste maatregelen zijn voor een razendsnel herstel’.‘Het leefgebied op de juiste manier veranderen’ terwijl er niet één duidelijke oorzaak naar voren komt maakt ‘razendsnel herstel’ er niet eenvoudiger op. Wat een vaagheden. Ik weet wel wat: om te beginnen alle glyfosaat de wereld uit.
Ik vraag mij af of de diversiteit daarbij wel in balans is.
Altijd weer grappig om te horen zeggen dat iets veel gecompliceerder is dan men dacht om er vervolgens uit de losse pols een paar oorzaken achteraan te gooien.