Bobek pleitte voor verruiming van de regelgeving en wilde de lidstaten van de Europese Unie zelf in nationale wetgeving laten bepalen welke technieken zij toelaatbaar achtenZelf bepalen
De uitspraak is verrassend. Eind januari 2018 presenteerde advocaat-generaal Michal Bobek van het Europese Hof zijn juridische vooradvies. Bobek pleitte voor verruiming van de regelgeving en wilde de lidstaten van de Europese Unie zelf in nationale wetgeving laten bepalen welke technieken zij toelaatbaar achten.
Huidige richtlijnen
De huidige regelgeving voor GGO’s in de EU is vastgelegd in Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van Europa uit 2001.
De EU laat het aan de lidstaten om te bepalen of ze de teelt van gemodificeerde gewassen toelaten op hun grondgebied. Wel bepaalt de EU welke GGO’s geteeld mogen worden, en welke niet. Tot nu toe is alleen de maïssoort MON810 goedgekeurd. Die wordt in 4 lidstaten geteeld. Op de importlijst staan op dit moment nog 58 gewassen die goedgekeurd zijn door de EU. Onderzoek naar GGO’s is over het algemeen wel toegestaan.
Transgene versus mutagene modificatie
De richtlijn uit 2001 maakt onderscheid tussen ‘transgene’ en ‘mutagene’ modificatie. Bij transgene modificatie wordt in het DNA van een gewas genetische materiaal uit andersoortige organismen ingebed. Bij mutagenese worden er aanpassingen, of genetische mutaties, gemaakt in het DNA van het organisme zelf, zonder 'vreemd' DNA. Genetische mutaties vinden ook spontaan in natuurlijke vorm plaats. Het stimuleren van deze aanpassingen vormen al duizenden jaren de basis van door de mens gestuurde veredeling.
Zulke veredelingstechnieken zijn niet-doelgericht, onnauwkeurig en tijdrovendDe uitspraak van het Europese Hof beperkt zich tot mutagene technieken en noemt die nu een vorm van genetische modificatie. GGO’s zijn echter juist omstreden vanwege transgene technieken, het gebruik van soortvreemd DNA. Denk bijvoorbeeld aan het in een graansoort inbrengen van het DNA van een stikstofbindende bacterie.
Technieken uit de oude tijd
De uitspraak slaat niet op álle mutagene technieken, dus niet alle door mutagenese verkregen variëteiten zijn nu per definitie meteen aan de GGO-regelgeving onderworpen. In traditionele veredeling worden ook mutagene technieken gebruikt. Zo worden van oudsher bijvoorbeeld radioactieve straling, UV-licht en chemische stoffen gebruikt om genetische mutaties te stimuleren die mogelijk bruikbare eigenschappen in gewassen naar voren te halen. Zulke technieken zijn heel grof. Ze dwingen het DNA van de plant zich aan te passen onder stress en de veredelaar kijkt of dat wellicht leidt tot gewenste eigenschappen. Als die er zijn, heeft hij de basis voor een nieuwe variëteit in handen.
Zulke veredelingstechnieken zijn niet-doelgericht, onnauwkeurig en tijdrovend. Bij gebrek aan beter werden zulke processen tot op heden gebruikt. Voor wie het eng vindt klinken: voor deze technieken zijn vergunningen nodig, maar ze zijn al decennia lang de gangbare praktijk waar we dagelijks een rodere of zoetere tomaat, een mindere hete radijs of een groenere of minder bittere courgette door kunnen eten. Deze vorm van mutagenese is standard procedure.
CRISPR-Cas9 maakt het mogelijk een met een simpele doelgerichte handeling een tomaat roder en zoeter te maken of een graansoort minder hitte- en droogtegevoeligKlassiek maar geavanceerder?
CRISPR-Cas9 is ook een mutagene techniek, met één verschil van de klassieke mutagene technieken: je kunt er recht mee op het doel af. CRISPR-Cas9 maakt het mogelijk met een simpele doelgerichte handeling een tomaat roder en zoeter te maken of een graansoort minder hitte- en droogtegevoelig. Is het daarmee een GGO-techniek of domweg een geavanceerdere vorm van klassieke veredeling? Zeker is dat de doelgerichte aanpassing van het genoom naar gewenste eigenschappen veel sneller te realiseren is dan met klassieke mutagenese.
Wat technischer geformuleerd werkt CRISPR-Cas9 met een gids-RNA dat doorgaans met een virus in de cel wordt ingebracht. Aan het gids-RNA is een genetische sequentie van een specifieke volgorde van nucleotiden geplakt. Het gids-RNA wordt vervolgens gekoppeld aan het eiwit Cas-9, dat graag DNA splitst. Samen vinden ze in de cel een DNA-sequentie waar het RNA op past en vervolgens knipt Cas-9 dat DNA kapot. Bij het herstellen van het DNA wordt een specifiek stuk DNA kunstmatig toegevoegd. Zo kunnen veredelaars bepaalde eigenschappen aan een plant toevoegen. In het filmpje van de Volkskrant legt Maarten Keulemans het duidelijk uit.
CRISPR-Cas9 krijgt veel positieve media-aandacht. Het zou een goedkope, snelle, makkelijke, en preciezere methode zijn om genetische mutaties aan te brengen. Toch blijkt uit recent onderzoek dat dit ‘vlaggeschip van precisietechnieken’ het DNA onnodig kan beschadigen en zelfs volledige stukken kan verwijderen. Onderzoekers bestuderen ook technieken die al verder gaan dan CRISPR-Cas9, die al in de jaren ’80 theoretisch mogelijk was. De producten van de nieuwere, nog preciezere, technieken vallen door de uitspraak ook onder de GGO-wetgeving.
Belgische maïs
Veredelaars kregen het advies CRISPR-Cas9 veredelingen alleen in het lab - voor onderzoek - te gebruiken tot de uitspraak van het Europese Hof. Volgens De Morgen stoorde het Vlaams Instituut voor Biotechnologie zich daar niet aan. Met medewerking van de overheid werden daarom in Vlaanderen de afgelopen anderhalf jaar al veldproeven gedaan met door middel van CRISPR-Cas9 veredelde maïs.
Plantum-directeur Louwaers: "Daarmee is het juridisch gezien niet verboden, maar economisch een onbruikbare techniek"Innovatie in gevaar
Door de strenge wetgeving rond GGO’s loopt de ontwikkeling op het gebied van gestuurde en versnelde veredeling in Europa achter in vergelijking met Noord- en Zuid-Amerika. Die regio’s stomen door en investeren fors in de nieuwe technische mogelijkheden rondom genetische modificatie. “De uitspraak van vandaag naar aanleiding van vragen van het Franse Hooggerechtshof geeft de sector langverwachte duidelijkheid, maar niet de duidelijkheid waar we op gehoopt hadden,” laat Plantum, de koepelorganisatie van Nederlandse veredelaars, teleurgesteld weten. Niels Louwaars, directeur Plantum, legt uit: “De uitspraak staat toe dat CRISPR, als mutagene veredelingstechniek, gebruikt mag worden in lab-omstandigheden. En zelfs in het veld. Het is nu alleen gereguleerd als een GGO. Dat betekent dat een bedrijf miljoenen testen moet uitvoeren om de zaden commercieel te verkopen. Daarmee is het juridisch gezien niet verboden, maar economisch een onbruikbare techniek. Zulke ontwikkelingstrajecten zijn te kostbaar en zullen in de EU niet meer worden toegepast omdat het elders veel goedkoper kan.”
Nederland als agrarische kenniseconomie loopt gevaar door deze uitspraak, waarschuwt Louwaars. Onze zaadveredelaars hebben wereldwijde marktaandelen van tientallen procenten in zaden en uitgangsmateriaal. “Nederland dreigt achterop te raken,” zegt hij, “en zijn positie als vooraanstaand veredelingsland kwijt te raken.” Plantum is teleurgesteld omdat de precisietechnieken van Crispr-Cas oplossingen bieden om versneld in variëteiten te ontwikkelen die succesvol te telen zijn in als gevolg van klimaatverandering vernattende of juist verdrogende gebieden.
De concurrentiestrijd met landen die de toepassing van CRISPR-Cas9 minder streng reguleren, wordt een soort boksen met twee aan elkaar gebonden handen. Louwaars voorspelt dat bedrijven Nederland zullen verlaten. “Nederlandse bedrijven die gevestigd zijn in Amerika en Canada kunnen de innovaties die CRISPR-Cas9 mogelijk maakt wel optimaal benutten. Maar die ontwikkelingen komt dan toch echt niet meer uit Nederland. Uiteindelijk heeft dat gevolgen voor het hele agrarische cluster in ons land.”
Greenpeace is wel tevreden met de uitspraak van het Hof:
GREAT NEWS! EU court rules that new brand of GMOs cannot escape safety testing & labelling under EU law
— Greenpeace EU (@GreenpeaceEU) July 25, 2018
EU Commission + governments must ensure all new GMOs and any field trials are brought under #GMO rules
https://t.co/4tyu3DnMwx#CRISPR #GeneEditing pic.twitter.com/4fpgEu4JMQ
Op 6 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Frank Erik #92: Ik moet wat corrigeren. Heb net uitgevonden dat, in tegenstelling tot de "gewone" GM (ja, moet je toch begrijpen) CRISPR wel heel wat verfijnder werkt, maar dat wel even door grote delen van het genoom kan herhalen. Voor het goede begrip: er zijn erg veel genen die wel als 1-gen-voor-1-eigenschap werken, maar waarvan ook simpele duplicaten op andere plaatsen in het genoom aanwezig zijn. Dit is niet wat verstaan wordt onder "multigeen bepaald": in dat geval zijn er verschillende genen die ieder op een net even andere manier aan dezelfde eigenschap bijdragen. Terwijl je met "klassieke" (....) GM een beetje grof 1 locatie aanpakt, doet CRISPR het met elke kopie van precies hetzelfde gen, door het hele genoom. Dat maakt het wel wat minder ideaal in mijn ogen. Je zou kunnen zeggen dat het op die manier bijdraagt aan verarming van genetische variatie. Daar moet even wat op gevonden worden, denk ik.
Als antwoord op je vraag: het is maar wat je "beter" noemt. Klassieke kruising en selectie werkt op alle loci tegelijk, maar het selecteren en terugkruisen neemt heel veel tijd. CRISP doet het allemaal tegelijk, alle kopieen van hetzelfde gen, maar voor net even andere genen voor dezelfde eigenschap moet je het herhalen. Zal toch uiteindelijk wel sneller en goedkoper zijn, maar je hebt een laboratorium nodig, niet alleen je volkstuintje...
#91, Harry, je zegt dat Crispr nog wel gaat voor mono-gen-eigenschappen, maar dat de klassieke selectie-methoden voor multigen-eigenschappen (zoals droogte- en zout tolerantie? Of een aardappel die met hittegolven overweg kan?) beter werken? En ik droomde er al van, met de toenemende hittegolven en droogtes in het vooruitzicht, dat ik wat aan mijn planten zou kunnen sleutelen, om ze beter te laten omgaan met die omstandigheden; setje Crispr-cas te koop bij de brico, anno 2025?
Jan Peter #89 : bij CIMMYT (Spaans acroniem voor Internationaal Centrum voor de Verbetering van Mais en Tarwe, deel van het CGIAR - verband van grote internationale (publiek gefinanceerde) landbouwonderzoeksinstituten) hebben veredelaars in hun Afrikaanse programma's (in Zimbabwe en Nigeria) al een hele reeks van maisrassen ontwikkeld die tolerant zijn voor lage N-milieus, en dus betere opbrengsten leveren met (veel) minder stikstofbemesting dan conventionele rassen. CRISPR zou daar wel een beetje bij kunnen helpen, maar het probleem met dergelijke eigenschappen is dat ze heel sterk multigeen bepaald zijn. In zulke gevallen zijn conventionele selectiemethoden meer bruikbaar, omdat die tegelijk op veel verschillende genlocaties werken. Kost wel veel meer tijd. En je moet ook de nodige genetische variatie hebben in je uitgangspopulatie om mee te beginnen. Daar kan CRISPR (of andere mutatiemethoden) wel behulpzaam zijn, als zulke individuele genen bestaan en zijn geidentificeerd.
Zoals Marco ook aangeeft, wordt er op verschillende plaatsen geprobeerd om de N-fixatiecapaciteit van vlinderbloemigen over te dragen naar andere planten. Blijkt heel wat moeilijker dan eerst was gedacht.
Waarom ligt het accent bij de veredelaars niet op het goedkoper en vooral toegankelijk en eerlijk maken (voor kleine bedrijven) van de toelatingsprocedure? Zo opzienbarend is de uitspraak nu ook weer niet.
Jan Peter van Doorn,
Wellicht dat de ene plant wat efficienter met (nitraat)stikstof omgaat dan de andere. Mogelijk zijn er kansen om planten zelf stikstof uit de lucht te laten vastleggen.
Misoogsten voorkomen door betere ziekte en droogteresistentie zal ook een belangrijke onderzoeksrichting zijn. Met minder misoogsten is er minder areaal landbouwgrond nodig wereldwijd om dezelfde hoeveelheid voedsel te produceren. (voedselaanbod als sturingsmechanisme voor de totale wereldbevolking is mij wat te oostvaardersplassenachtig).
Om een en ander ongecontroleerd aan degene over te laten die vooral "duurzaam en permanent" de rest van de wereld kapot willen concurreren om daarna diezelfde wereldbevolking te kunnen voeden is m.i. te risicovol.
Zijn we met CRISPR in staat om planten minder afhankelijk van nitraat te maken?