Nederlandse en Franse eierboeren zitten tot hun nek vol krediet omdat nieuwe EU- en nationale regelgeving op het gebied van dierenwelzijn hen tot verbouwing van hun oude stalinrichtingen dwong. Het batterij-ei werd verboden. Nederland ging massaal aan het scharrelei. Zo massaal dat er een overaanbod is ontstaan dat de prijzen ver onder de kostprijs doet dalen. De kostprijs van een ei is 7 cent. De Nederlandse boer krijgt er 4,5 cent voor. Zijn Franse collega krijg nog iets minder, 4,3 cent, maar heeft dan ook iets lagere kosten omdat hij koos voor een minder duur houderijsysteem. Dat laatste legde hier ZLTO-kippenvoorman Hugo Bens afgelopen zaterdag uit.
Verliesfinanciering
De boer houdt dat niet lang meer vol en moet met zijn bank praten. Zijn nieuwe stallen kosten hem dermate veel geld in rente en aflossing dat hij het niet trekt
Hij heeft dus nieuw krediet nodig. Niet om iets beter te doen of om iets op te bouwen, maar uitsluitend om zijn verliezen te financieren en voor niets te mogen werken. Omdat het voor een aantal bedrijven goed achter kwaad geld aangooien wordt, zal een flink aantal bedrijven de nog nieuwe stallen moeten sluiten. Het Landbouw Economisch Instituut schat dat 10 tot 20% van de Nederlandse bedrijven zal verdwijnen. Daarmee zal het aanbod afnemen en is de situatie weer in evenwicht, zo redeneert het LEI doorgaans.
LTO: 'soort van importheffing'
De boeren zijn daar niet blij mee. Zij willen natuurlijk allemaal door. In de Provinciale Zeeuwse Courant zegt LTO kippenvoorman Eric Hubers vandaag dan ook dat er misschien maar 'een soort van importheffing' moet komen. Nederland koopt ongeveer 10% van zijn eieren voor thuisgebruik. Circa 25% gaat door de koekjes, ons brood, de mayonaise en andere sauzen; zo'n 65% wordt geëxporteerd, met name naar oosterbuur Duitsland.
De banken moeten beslissen
Wat het LEI vergeet en zijn berekening daarom laat rammelen, is het feit dat de EU de productie van de goedkopere kooi-eieren in Europa heeft verboden maar de import ervan toestaat. De economische crisis maakt een goedkoper ei aantrekkelijk voor vele voedselverwerkers (gebak, brood, sauzen) en natuurlijk ook voor Europese consumenten waarvan het grootste deel minder hecht aan dierenwelzijn dan de Nederlandse burger en zijn supers. Nederland zit dan ook door zijn grote exportbelang en nog nét iets strengere welzijnseisen met een te buitenissig, exclusief product. Het gat dat boeren hier laten, zou weleens snel opgevuld kunnen raken door buiten-Europese eieren die steeds weer een rand van 5, 10 of 15% zullen wegsnoepen. Op den duur is daar geen houden aan.
Zolang de grenzen open blijven, blijft verliesfinanciering dweilen met de kraan open. Het probleem van de boeren doet zich nú voor; een oplossing kan geen maanden op zich laten wachten. Eer de Europese politiek de situatie heeft kunnen doorgronden en er vervolgens een oordeel over heeft kunnen vellen, is de teerling vermoedelijk allang geworpen.
Dit betekent dat uiteindelijk de banken - m.n. de Rabobank en de Crédit Agricole - nu moeten beslissen hoe zij de toekomst en markt voor het welzijnsei in de EU taxeren. Het feit dat deze situatie heeft kunnen ontstaan, laat zien dat er een fout is gemaakt door de Europese regelgevers. Die fout is herhaald in Den Haag door nog nét iets strengere nationale eisen op te leggen.
Le Foll smeekt vanaf het ziekbed
De Franse minister van landbouw, Stéphane le Foll, is begaan met het lot van zijn Franse eierboeren. Hij zit, schreef Le Figaro vanmorgen, aan het hoofdeinde van hun bed. Eerder deze week gaf hij al toe dat er overproductie is. Maar hij doet niets. Hij smeekte de supermarkten hun verantwoordelijkheid te nemen. Maar waarom zouden die geld besteden aan een fout die op politiek niveau is gemaakt?
Vanmiddag om 14:30h spreekt hij boeren in Bretagne, het eierepicentrum van Frankrijk. Hij heeft vooral één doel: voorkomen dat boeren het publiek nog verder tegen zich innemen door nog meer eieren op straat kapot te smijten; Le Figaro drukte een duidelijke foto af van de taferelen die burgers - die wordt verteld dat ze geen voedsel mogen verspillen - pijn in het hart doen.
Op hun beurt kondigden de boeren alvast aan dat ze daarmee door zullen gaan als er geen oplossing komt.
De eiercrisis is interessant omdat hij mogelijk gaat laten zien dat de overheid zijn boeren niet meer opvangt. De markt mag beslissen over politieke fouten. Ministers huilen nog wat aan het ziekbed voor de vorm.
Fotocredits: Fred Tanneau, AFP, uitsnede, Le Figaro
Op 6 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
En het probleem lost zich op: het aantal hennen neemt af. Hopelijk hoeft er niet al teveel voor afgeschreven te worden zonder dat er ooit geld op is verdiend.
Peter, fijn dat je reageert en ons terecht wijst. Het LEI stelt dus niet dat overproductie verdwijnt door faillissementen (zoals wij beweerden), maar alleen door handelsafspraken. Dat is een belangrijke nuance, hoewel de resultaten hetzelfde zijn.
Die nuance is vooral daarom van belang omdat ik het LEI voor het eerst nadrukkelijk voor een vorm van regulering hoor pleiten. Daarmee wijst het de EU terecht en stelt het - net als Foodlog - dat er sprake is van een duidelijk aantoonbaar politiek falen. Zie ik dat correct?
Voor wie het niet weet, Peter is de auteur van het - vlgs mij uitstekende - rapport ‘Concurrentiekracht van de Nederlandse eiersector’.
Volgens het LEI is de huidige situatie op de eiermarkt een klassiek voorbeeld van overproductie. Teveel scharreleieren in Nederland en Duitsland en teveel kooi-eieren in heel Europa. In de zomer is er altijd minder consumptie en dan zijn lage prijzen het gevolg. De enige oplossing is minder productie. Die komt er NIET als 10 tot 20% van de bedrijven failliet gaat (zoals gesuggereerd als denkwijze van het LEI in de foodlog). 10 tot 20% komt in de financiële problemen en zal bij de bank moeten aankloppen voor extra krediet.
Uit recente LEI studies blijkt duidelijk dat er een ongelijk speelveld is tussen Europa en enkele landen buiten Europa die eieren exporteren. Brussel heeft al vele maken aangegeven dat er geen eisen komen aan de productiewijze van geimporteerde eieren. Die zijn er alleen op gebied van voedselveiligheid, maar niet voor dierenwelzijn of milieu. De enige oplossing is quota en invoerheffingen. Zo kan de invoer hoeveelheid gecontroleerd worden. Dit moet een zwaarwegend aspect zijn in alle onderhandelingen over vrijhandel met derde landen.
peter van Horne, LEI Wageningen UR
#11 er ging zelfs geld naar boeren die zelf niet hadden bedacht om kippen te houden
Dank Henric. Je compagnon zegt "als de sodemieter wegwezen". Dat is een goed, maar misschien laatste advies en alleen voor bedrijven die het kunnen met werknemers en families die het willen. Wat nu als je niet wilt verkassen?
Eerst: De belangenbehartigingsissue: Het is bijna onvermijdelijk dat belangenbehartigers in een dramadriehoek terecht komen, van redder naar slachtoffer naar dader. Mancur Olson toonde dat in 1965 met veel meer woorden aan. Goede belangenbehartigers weten dat en evolueren, scholen zich bij, twijfelen aan zichzelf, stellen regelmatig hun stoel beschikbaar en stellen zich kwetsbaar op. Belangenbehartigen is inmiddels een kunde. Grote oude bedrijven snappen dat en hebben het geld er voor over. Die gaan ook wel eens om industriebelangenbehartigers heen. Meestal met instemming van die laatste en altijd belangen van tegenstrevers goed in het oog houdende.
Wat te doen als je niet zelf kunt lobbyen en je niet wilt verkassen. Kijk voor inspiratie naar je bloemen en planten, Henric. Onze trotse en enorm veelzijdige eenpoters KUNNEN niet verkassen, maar staan net als eierboeren, postbodes, consultants, lobbyisten en politici onder constante druk van onzekerheid. Maar onze reacties op die stress zijn naar mijn mening veel minder sophisticated dan die van onze eenpoters. Duwt er iemand, duwen we terug, grijpt iemand in in onze bedrijfsvoering schreeuwen we moord en brand. Planten die aangevallen worden hebben een veelvoud aan middelen tot hun beschikking, meer dan wij omdat ze niet kunnen verkassen. Ik heb er van geleerd dat je als bedrijf ook zeer veelzijdig moet opereren. Het kan niet zo meer zijn dat als one trick pony je eieren produceert en niet aangesloten bent bij het verenigingsleven in je dorp, niet de buurt regelmatig uitnodigt, en niet op bezoek gaat bij scholen met omeletjes, dat je je niet inlaat met de lokale politiek, dat je niet zelf met grachtengordelende of Zeister wakkere dieren inlaat, dat je niet als hedge aandelen neemt in de plantaardige sector, dat je je niet laat bijscholen wat communicatie betreft, dat je niet regelmatig drie kranten leest, je talen ontwikkelt en in Brussel en Den Haag het parlementaire proces bijwoont.
Wil je dat niet? Jammer, maar klaag dan niet als je speelbal wordt van grote bewegingen. Kun je dat niet? Eis van je belangenbehartigers dat ze die zaken wel voor je op de rit zetten; in hapklare brokken zodat je met eenvoudig ja/nee kunt sturen bij referenda. Dat sluit niet uit dat je geen speelbal wordt, maar de road to oblivion is wat leuker, langer en je houdt meer ontwikkelingsmogelijkheden en je hebt meer aan de keukentafel te vertellen.