Onlangs publiceerden we een artikel waarin stond dat Belgen zich onbewust zijn over de watervoetafdruk van voeding. Dit was de eindconclusie van een onderzoek van iVOX in opdracht van Too Good to Go. Gemiddeld konden de bevraagde Belgen maar voor één product het waterverbruik correct inschatten. Het juiste antwoord bleek gebaseerd op de watervoetafdruk die is opgesteld door het internationaal onderzoeksteam van de hoogleraren Mesfin Mekonnen (University of Alabama) en Arjan Hoekstra (TU Twente). Hun afdruk is gebaseerd op wetenschappelijk werk rond internationale watervoetafdrukken van landbouwgewassen.

Volgens die watervoetafdruk is er 140 liter water nodig om een komkommer te produceren en 50 liter voor een tomaat. Een aandachtige VILT-lezer gaf na de publicatie van het artikel aan dat deze hoeveelheid ver boven het gemiddeld watervolume zit die een Vlaamse landbouwer aan zijn groenten geeft. Volgens onderzoeks- en adviescentrum in de land- en tuinbouw Inagro geven telers gemiddeld 3,5 liter water per komkommer van 350 gram. Tomaten zouden voldoende hebben aan 1,3 liter.

Hoe komt het dat deze hoeveelheden zo ver uit elkaar liggen?
De watervoetafdruk van Mekonnen en Hoekstra is een som van drie soorten waterverbruik tijdens de ganse productiecyclus van een landbouwgewas, startende bij de ontginning van grondstoffen. Het gaat dus veel verder dan enkel het waterverbruik bij de productie op het landbouwbedrijf. De som van het waterverbruik wordt per kleur opgedeeld. Zo houdt de groene watervoetafdruk het volume verbruikte neerslagwater in dat onder meer via de bodem wordt opgenomen door de planten. De blauwe watervoetafdruk geeft het kraanwater en water weer afkomstig van oppervlakte- of grondwaterbronnen dat ingezet wordt om bijvoorbeeld de landbouwgewassen te irrigeren of gewasbeschermingsmiddelen te maken.

Ten slotte wordt in de watervoetafdruk ook rekening gehouden welk effect de gebruikte gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen hebben op de waterkwaliteit. Om deze watervervuiling te kunnen meenemen in de berekening, wordt gekeken hoeveel water er nodig is om de pollutie te verdunnen zodanig dat het terug aan de waterkwaliteitsnormen voldoet. Dit is puur theoretisch, in de praktijk wordt vervuild water niet zomaar ‘verdund’. Dit waterverbruik wordt aangeduid met de grijze kleur.

Er wordt dus niet enkel gekeken naar het volume water dat nodig is om een gewas te doen groeien, er zit ook een volume water in dat vervuiling compenseert. De watervoetafdruk staat dus niet gelijk aan het directe watervolume dat een landbouwer aan zijn gewassen of dieren geeft.

Global average water footprint
Het is niet de bedoeling om deze watervoetafdrukken één op één te vertalen naar de producten die hier geteeld worden

Is deze watervoetafdruk een correcte maatstaf om producten te vergelijken?
De watervoetafdruk is gebaseerd op degelijk wetenschappelijk werk, maar kan niet zomaar in elke context toegepast worden. De watervoetafdruk geeft een groot deel van het volledige plaatje mee maar is zeer ruw berekend en is helemaal niet locatie- en bedrijfsspecifiek. “Met deze watervoetafdrukken kan je alles wat we produceren in een soort van rangorde plaatsen, van komkommers tot T-shirts of smartphones”, duidt onderzoekster Sarah Garré van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek in Vlaanderen (ILVO). “Zo kan je op wereldniveau kijken voor welke producten er gemiddeld meer of minder water gebruikt wordt in alle stappen van het productieproces. Maar dit één op één vertalen naar de producten die hier geteeld worden, is niet de bedoeling. Je kan deze cijfers niet gebruiken om onze telers te evalueren hoe belastend hun productie is op ons water.”

De watervoetafdruk van een gewas varieert ten eerste heel hard tussen de verschillende regio’s. De restricties die per regio en land worden opgelegd in functie van gewasbescherming en meststoffengebruik verschillen op zich al zeer hard. Daarnaast zijn er ook ontelbaar veel soorten landbouwbedrijven in de wereld met elk hun eigen cultuur rond irrigatie. “In deze gemiddelden zit het waterverbruik voor dat gewas over heel de wereld”, verduidelijkt Garré. “In Vlaanderen alleen al kan het ene bedrijf al zeer hard verschillen met het andere bedrijf op vlak van watergebruik, beginnend met de grondstoffen die een teler kiest.”

Daarnaast geeft de watervoetafdruk van Mekonnen en Hoekstra het watergebruik aan per kilogram. Als men de watervoetafdruk per kcal zou nemen, verandert het beeld ook helemaal. Ook houdt de watervoetafdruk geen rekening met de locatie en de schaarste van water waar het onttrokken wordt.

Is er een betere voetafdruk waar we onze Vlaamse producten mee kunnen vergelijken?
Omdat het waterverbruik zo sterk afhangt van het product en de situatie waarin het geteeld is, zijn cijfers over het algemene Vlaamse waterverbruik vrij schaars. Het is bovendien uiterst moeilijk om de hele keten errond ook mee te rekenen. “Bij ILVO maken we gebruik van de AWARE-watermethode zoals die ook in de Environmental Footprint methode van de Europese Commissie wordt voorgeschreven. Deze methode bepaalt de bijdrage van activiteiten zoals landbouwproductie aan de uitputting van de watervoorraden en houdt rekening met waterschaarste ”, zegt ILVO-onderzoeker Veerle Van linden.

De AWARE-rekensleutel is niet zo uitgebreid als de methode van Hoekstra en Mekonnen, en focust zich vooral op de eerder genoemde blauwe watervoetafdruk in combinatie met de schaarste-index van een regio. Een kuub water in landen met waterschaarste zal dan harder doorwegen dan een kuub water in landen waar water goed voorhanden is.

De methode van de watervoetafdrukken is erg moeilijk te vatten zonder voorkennis
ILVO past de AWARE-methode toe om een watervoetafdruk van de deelnemende Klimrek-landbouwbedrijven op te maken. “Op die manier kunnen we een vergelijking van de watervoetafdruk maken tussen bedrijven, en is het voor de deelnemers ook interessant om hun grootste waterverbruikers op het bedrijf te ontdekken”, aldus Van linden.

Conclusie
Volgens de methode van Hoekstra en Mekonnen is de watervoetafdruk van een komkommer 140 liter. Maar deze watervoetafdruk staat niet gelijk aan het watervolume dat een teler aan een komkommer geeft. Daarnaast is het directe waterverbruik in de watervoetafdruk van Hoekstra en Mekonnen een gemiddelde van het waterverbruik van over heel de wereld.

VILT mocht ondertussen het iVOX-onderzoek inkijken en stelde vast dat de vragen zeer eenvoudig waren opgesteld. De deelnemers kregen per voedingsmiddel de vraag “Hoeveel liter water denk je dat er nodig is om het volgende voedsel te produceren?”. Als antwoord konden ze kiezen tussen vijf watervolumes gaande van ‘0-50 liter’ tot ‘meer dan 300 liter’. In de vraag werd ook niet verduidelijkt of het over een productie in België ging of een globaal gemiddelde. Ook werd niet toegelicht wat allemaal meegerekend werd in het gevraagde waterverbruik.

De conclusie dat '1 op de 5 Belgen het waterverbruik voor de productie van alledaagse voedingsmiddelen verkeerd inschat', beoordeelt VILT daarom als voorbarig. De vraagstelling was te kort door de bocht en de methode van de watervoetafdrukken is erg moeilijk te vatten zonder voorkennis.

Dit artikel maakt deel uit van de contentsamenwerking tussen Foodlog en VILT.
Dit artikel afdrukken