In gesprek met Foodlog vertelt Wijnker over zijn lopende project in de 'badkuip' van de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden en de noodzaak - nog maar eens aangetoond door de huidige hoogwatersituatie - om snel het vervolg daarop in gang te zetten. Heeft Nederland draaiboeken voor de evacuatie van veehouderijen in ons land en hoe zien die eruit?

Hoe evacueer je een veehouderij met honderden dieren?
Dat die vraag in de belangstelling staat, bleek al toen Wijnker in 2016 met een groep diergeneeskundestudenten het onderwerp wilde uitdiepen in een collegereeks. Hij benaderde rond de 15 potentiële sprekers. Bijna tot zijn schrik wilden ze allemaal komen om een bijdrage te leveren. Want hoewel er wel een Leidraad voor het evacueren van vee bestond (opgesteld door het toenmalige Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2008), was er behoefte aan meer duidelijkheid. Hamvraag: wie is verantwoordelijk of moet het initiatief nemen in het geval van de evacuatie van vee bij een mogelijke overstroming?

Wijnker weet inmiddels wel hoe je een dergelijke veehouderij-evacuatie kunt aanpakken maar ook hoe complex dat is. De afgelopen jaren werkte hij aan een concreet project voor de Alblasserwaard / Vijfheerenlanden. Het wordt deze maand afgerond met de presentatie van de 'VEB Viewer' (zie kader hieronder).

De mens gaat vóór
"Iedereen snapt inmiddels wel dat als er een ramp gebeurt je mens én dier moet redden", zegt Wijnker. We hebben immers een zorgplicht naar elkaar en naar onze dieren. De situatie in Zeeland van 1953 heeft ons geleerd dat een goede voorbereiding noodzakelijk is. Toen was er geen tijd voor mensen om zich in veiligheid te brengen, laat staan hun dieren".

Bij een evacuatie staat echter één ding altijd bovenaan: mensen gaan vóór dieren. Gelukkig wordt er in het in 2020 verschenen Landelijk Crisisplan Hoogwater en Overstromingen (uitgegeven door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) al heel concreet gesproken over de evacuatie van mens én dier en gaat de Handreiking Redden van mens en dier tijdens overstromingen (WAVE 2020, Nederlands Instituut Publieke Veiligheid) nog dieper in op de mogelijkheden voor de dieren.

Nieuw-Zeeland heeft in 2017 te kampen gehad met grote overstromingen. Uit onderzoek in Nieuw-Zeeland weten we inmiddels dat ook mensen makkelijker te evacueren zijn als zij hun huisdieren mee mogen nemen en daar opvang voor geregeld is.

Project
"Bij de uitvoering van ons project zijn we uitgegaan van de vraag wie eigenlijk verantwoordelijk is voor deze dieren bij een dijkdoorbraak," zegt Wijnker. "In Nederland is dat de eigenaar. De veehouder heeft economisch gewin bij zijn veestapel en is dus zelf verantwoordelijk voor zijn bedrijfsrisico én het welzijn van zijn dieren. Bij een dijkdoorbraak is geen sprake van een veterinaire noodzaak zoals de NVWA die heeft bij dierziekte-uitbraken of handelsbelangen (zoals de export)."

Maar bij een dijkdoorbraak en overstroming zijn veel meer instanties betrokken dan de veehouder en zijn dieren. Dat werd bijvoorbeeld pijnlijk duidelijk bij de overstromingen van 2021 in het Maasgebied in Limburg. De veehouders zelf waren onvoldoende voorbereid en georganiseerd. Daardoor bleek het nemen van gecoördineerde maatregelen en evacueren van vee al snel erg lastig. Helaas was het gevolg daarvan ook dat de volop aangeboden en welbedoelde hulp nauwelijks het gebied in mocht en kon bij gebrek aan coördinatie. Met frustratie alom als resultaat.

Wijnker: "Wil je echt ‘iets’ doen aan het managen van de overstromingsrisico’s voor de veehouders en hun dieren, dan moet je deze veehouders bereiken en samen een handelingsperspectief creëren. Zij moeten zelf gemotiveerd raken om mee te doen, voelen dat het om hún dieren gaat waar zij verantwoordelijk voor zijn. Ze moeten gaan zien dat de mogelijkheden die een veehouder heeft ook vanuit hun perspectief in hun eigen beslissingen kunnen worden omgezet. Maak je hen bewust van die ruimte en hun handelingsperspectief, dan bereik je ze pas echt. De veehouder kan dan ook besluiten om zijn dieren preventief te evacueren en niet af te wachten tot het echt misgaat. Zo kun je een grootschalige evacuatie zo efficiënt mogelijk inrichten met een maximaal haalbaar effect."

De VEB Viewer

Aan de basis van het nu zo goed als afgeronde project staat de Veehouderij Evacuatie Beoordeling (VEB), die in 2020 onder begeleiding van Wijnker is ontwikkeld door dierenarts Stefan Leinenga als master thesis. De VEB kan de kwetsbaarheid van een veehouderij inschatten op basis van een aantal vaste parameters. Het jaar daarop is de VEB door Leinenga en Wijnker op kleine schaal succesvol toegepast in het doelgebied van het project: Alblasserwaard / Vijfheerenlanden (A5H). Vervolgens is begin 2023 een start gemaakt met de ontwikkeling van de VEB Viewer. In januari 2024 wordt deze als demonstratiemodel opgeleverd.

Dit project is een samenwerking tussen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de Veiligheidsregio Utrecht, de Veiligheidsregio Zuid-Holland-Zuid, LTO Nederland, de gemeente Molenlanden, de gemeente Vijfheerenlanden, de gemeente Hardinxveld-Giessendam, de HAS Green Academy en VPH Consultancy, het bedrijf van Joris Wijnker.

Het doelgebied A5H is als het ware een ingedijkte ‘badkuip’ die volledig onderloopt als er ergens een dijk zou doorbreken. Het risico hierop wordt op dit moment ingeschat op eens in de 45 jaar en is daarmee 'ernstig hoog'. Het gebied herbergt circa 225.000 mensen en meer dan 130.000 runderen, schapen en geiten die in geval van een calamiteit allemaal geëvacueerd zouden moeten gaan worden.

Gezien die situatie en aantallen stuurde de Gebiedsraad A5H, met daarin de burgemeesters van de grootste gemeenten, eind 2021 een brandbrief aan de toenmalig minister van LNV Carola Schouten. Daarin benoemden ze de kwetsbaarheid van het gebied bij een mogelijke overstroming en de grote impact op mens, dier en infrastructuur. Dat daarmee dit doelgebied opnieuw zou worden gebruikt voor het in 2023 gestarte project lag voor de hand.

Een voorspellingsmodel (VEB Viewer), op basis van bekende overstromingsscenario’s van het gebied A5H, geeft inzicht in hoe snel het gebied onderwater zal komen te staan, en hoeveel tijd een veehouder in dat gebied maximaal nog heeft om zijn veestapel op de wagen het gebied uit te krijgen
Voorspellingsmodel: tijd tot ramp en voor evacuatie
Het doel van dit project is het ontwikkelen van een voorspellingsmodel (VEB Viewer) op basis van bekende overstromingsscenario’s van A5H. Het moet kunnen berekenen hoe snel het gebied onder water zal komen te staan en hoeveel tijd een veehouder maximaal heeft om zijn veestapel op de wagen het gebied uit te krijgen.

Door deze twee tijdsfactoren inzichtelijk te maken, kun je vaststellen hoeveel tijd er eventueel nog beschikbaar is voor je moet besluiten om haalbaar tot evacuatie over te gaan. Daar bleek een complicerende factor bij te komen. Uit een praktijkproef bleek het bijeen drijven en op de wagen krijgen vanuit de wei van 18 pinken (jonge koeien) wel anderhalf uur te duren. Daarom is goed voorbereid zijn en weten wanneer het spannend wordt van het grootste belang.

Uit de VEB Viewer en het verzamelen van de informatie die nodig is voor een evacuatie, leerde het team dat veehouders voor grotere onzekerheden staan bij een dreigende overstroming dan mensen met alleen een paar gezelschapsdieren. De laatsten kunnen hun dieren als het ware ‘onder de arm’ meenemen. Maar omdat mensen vóór dieren gaan, moet een veehouder al (ver) voordat mensen geëvacueerd gaan worden, besluiten zijn dieren te verplaatsen. Als het echt zover is, hebben de mensen immers voorrang en is er simpelweg niet genoeg tijd meer om de dieren op de wagen te zetten. "Met de VEB Viewer willen we het voor de veehouder zo eenvoudig mogelijk maken om het besluit tot eventueel preventief evacueren te nemen," zegt Wijnker. "Daarnaast wordt het voor de Veiligheidsregio’s duidelijk waar de grootste stroom dieren vandaan zal gaan komen en welke acties nodig zijn om dit in goede banen te leiden."

Te snel en voorzichtig of te laat: de beslissingsparadox
Wanneer je besluit om mens en dier preventief te evacueren uit een gebied, maar de overstroming vindt niet plaats, komt je dat gegarandeerd op kritiek te staan omdat je mensen - achteraf gezien - onnodig hebt belast met de evacuatie. Besluit je om de overstroming af te wachten en dan pas te evacueren, is de kans op slachtoffers bij zowel mens als dier erg groot. Ook hier zal je kritiek op krijgen omdat je te laat het besluit hebt genomen.

Eigenlijk is er maar één optie 'goed'. Dat is als je preventief en met de grootste kans op zo min mogelijk slachtoffers bij mens en dier de evacuatie bent gestart ÉN de overstroming vindt ook daadwerkelijk plaats. Het paradoxale is dan dat wanneer je het evacuatiebesluit moet nemen vóórdat de dijk doorbreekt, je eigenlijk stiekempjes hoopt dat het gebied ook daadwerkelijk zal overstromen en jouw beslissing de goede zal zijn geweest.

Voor veehouders is de afweging nog lastiger, omdat zij rekening moeten houden met nog meer onzekerheid over het eventueel wel of niet doorbreken van de dijk, omdat ze anders geen tijd meer hebben en krijgen om hun dieren te evacueren. Daar komt nog bij dat wanneer zij besluiten om preventief te evacueren en zo maximaal hun best doen om diergezondheid en -welzijn te borgen, maar de overstroming vindt niet plaats, de kosten voor deze acties bij de veehouders zelf liggen. Zij betalen dan een hoge rekening om de schade aan hun bedrijf en dieren te beperken, terwijl die wel vergoed zou worden als het geheel zou onderlopen.

Omdat mensen vóór dieren gaan, moet een veehouder al (ver) voordat mensen geëvacueerd gaan worden, besluiten zijn dieren te verplaatsen
Meer stakeholders in kaart brengen
Zodra de VEB Viewer beschikbaar is, begin 2024, wordt de volgende stap voor de uitvoering en coördinatie van een te besluiten evacuatie nog spannender.

Wie zijn de betrokken partijen en hoe zit het met de verantwoordelijkheden? Wijnker en zijn team maakten een stakeholderanalyse. Daaruit bleek dat alleen al 12 tot 15 partijen betrokken zijn bij het hele proces van de verplaatsing en opvang van vee op een veilige en geschikte locatie. Denk bijvoorbeeld aan de NVWA, die toezicht houdt op dierentransporten en de veetransportsector die op dat moment voldoende capaciteit beschikbaar moet maken. Of aan de noodzakelijke afstemming tussen de vijf veiligheidsregio's - in het stroomgebied van de grote rivieren tussen Nijmegen-Arnhem tot Dordrecht-Rotterdam.

Het kan bovendien voorkomen dat een veehouder moet besluiten om zijn veestapel (gedeeltelijk) te laten slachten of euthanaseren om dierenleed te beperken en te voorkomen dat kadavers in de openbare ruimte terecht komen. Dat brengt weer een andere keten van stakeholders in beeld (onder meer dierenartsen en slachters), met weer andere vragen en knelpunten. Om de verantwoordelijkheden en taken van de verschillende ketens en de uitvoerbaarheid daarvan duidelijk vast te stellen, wil Wijnker een vervolgtraject op de VEB Viewer.

Het gaat er in die fase dan om bijvoorbeeld de kostenkant van een (preventieve) evacuatie en de economische waarde van de veestapel verder uit te werken. Daarin zijn verzekeraars en banken stakeholders die financieel een rol kunnen spelen.

Hoop op vervolg
Al met al liggen er nog verschillende grote vragen waar de betrokken partijen zich begin van dit jaar over moeten buigen, om de VEB Viewer en zijn (financiële) risico-inschattingen (en mogelijke verzekerbaarheid daarvan) op grotere schaal in de praktijk te kunnen gaan brengen. Een mogelijk vervolg is op dit moment onderwerp van gesprek.

Wijnker voelt zich gesteund in zijn hoop op een vervolg door de laatste Kamerbrief voor het verkiezingsreces van minister Piet Adema van LNV (26 oktober 2023), waarin de minister het huidige project uitgebreid benoemt en steunt.

Op 14 december 2023 verscheen bovendien de zienswijze 'Laat dierenwelzijn niet ondersneeuwen’ van de Raad voor Dieraangelegenheden. Daarin staat ook al een verwijzing naar de ontwikkelde VEB Viewer als mogelijke maatregel om de risico’s van overstromingen voor het welzijn van dieren te beperken.

"Ik hoop", zegt Wijnker tot slot, "dat alle moeite die ik, samen met alle betrokkenen, nu steek in een toepassing, in de praktijk nooit nodig zal blijken." Hoe goed je ook voorbereid kunt zijn, tot preventief evacueren aan toe, op een dijkdoorbraak of evacuatie zit uiteindelijk niemand te wachten.
Dit artikel afdrukken