De overdracht van ziekteverwekkers van dieren naar mensen kennen we onder de naam zoönosen. Het SARS-CoV-2-virus is de jongste loot aan de stam van ziekteverwekkers als Q-koorts, vogelgriep en ziekte van Lyme. Maar toen in de begindagen van de pandemie bleek dat dieren als honden en katten ook ziek werden, en wel van mensen, bleek er ook sprake is van 'omgekeerde zoönose', ofwel '(zoö)antroponose'. In gewoon Engels spillback. Ook de later aan het licht gekomen besmettingen met dierentuindieren (tijgers, leeuwen) zijn daar voorbeelden van.

Reden voor een team Amerikaanse onderzoekers om uit te vinden hoe frequent dat verschijnsel voorkomt. Ze vonden 97 beschrijvingen van 'spillback'-gebeurtenissen, los van de coronavirus-pandemie. "Waarschijnlijk hebben we het over het topje van een ijsberg", zegt hoofdonderzoeker Anna Fagre in The New Scientist. Bacteriën, virussen, schimmels en parasieten blijken van de mens op dieren overgesprongen te zijn. In veel gevallen betrof dat dieren in dierentuinen, maar ook in het wild liepen dieren mensenziekten op. Zo bleken berggorilla's in Oeganda besmet met menselijke bacteriën die diarree veroorzaakten en waart op dit moment SARS-CoV-2 rond in de wilde witstaarthertenpopulatie in Ohio.

Niet zo heel verrassend was dat 57 van de gevonden cases een overdracht betroffen naar aapachtigen. Het is voor een pathogeen nét iets makkelijker over te springen naar een nauwverwante soort. Het belangrijkste risico bij een spillover-besmetting is dat zich binnen de getroffen diersoort een nieuwe variant van de ziekteverwekkers ontwikkelt, die vervolgens voor mensen gevaarlijker blijkt dan de oorspronkelijke. De angst voor zo'n onbeheersbaar 'reservoir' lag ten grondslag aan het besluit in Nederland en Denemarken de voor hun bont gehouden nertsen te ruimen.

"Ik vermoed dat er veel meer overdracht plaatsvindt dan we nu waarnemen," zegt Fagre. Want met SARS-CoV-2 wordt nu wel heel zorgvuldig in de gaten gehouden welk effect besmetting heeft op wilde dieren, maar eigenlijk weten we maar heel weinig over ziekten bij wilde dieren. Het is dan ook niet zo gek dat als we gericht zoeken, bijvoorbeeld bij grote zoogdieren in dierentuinen, dat we dan ziekteverwekkers ontdekken. Dat roept volgens Fagre de vraag op welke overdracht van mensen op dieren en weer terug we mogelijk missen. "En dat kan belangrijke gevolgen hebben voor de volksgezondheid en voor de gezondheid en het behoud van een geïnfecteerd diersoort”, voegt zij daar waarschuwend aan toe.

Voor bezoekers aan dierentuinen en wildreservaten zou dus eigenlijk ook de regel moeten gelden: mondkapje op! De dieren kunnen ziek van ons worden.

Dit artikel afdrukken