Dat zegt Wageningen Economic Research (WEcR) in het rapport Mogelijke inkomenseffecten van de oorlog in Oekraïne voor bedrijven in de land- en tuinbouw.
Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne zijn de prijzen voor energie, kunstmest en (veevoer)granen voor veel bedrijven in de land- en tuinbouw sterk gestegen.
De stijging van de prijzen van mengvoer, kunstmest, loonwerk en energie zette al in 2021 in als gevolg van Covid, inhaalvraag en de vraag naar gas vanuit Azië. Door de oorlog in Oekraïne en de daarmee gepaard gaande sancties tegen Rusland en Belarus zijn de prijzen nog meer omhooggegaan. Voer steeg ten opzichte van 2021 gemiddeld met 20%, meststoffenprijzen met 130%, loonwerkkosten met 5% en de prijzen voor elektriciteit en gas met 60%. Tegenover deze kostenstijging staat dat in een aantal sectoren de opbrengsten in het eerste kwartaal van 2022 ook zijn gestegen ten opzichte van het gemiddeld niveau van 2021.
Reserves, voorraden en afspraken
Hoe goed bedrijven tegenvallers kunnen opvangen ligt verder aan een aantal factoren. Hadden ze voldoende financiële reserves voor de oorlog financieel? Hebben ze voorraden aangelegd en prijsafspraken met leveranciers en afnemers? Bedrijven die geen maatregelen hebben genomen of konden nemen staan voor fors hogere productiekosten.
Opbrengst moet 15-20% omhoog
Om de gevolgen van deze veranderingen te kunnen berekenen, werkt WeCR met scenario-analyses. Via een basisvariant, een optimistische variant en een pessimistische variant voor de ontwikkeling van de kosten beoordeelde WEcR de financiële toekomst van de Nederlandse akkerbouw, tuinbouw, melkveehouderij, varkenshouderij en pluimveehouderij voor de rest van het jaar.
WeCR concludeert dat de opbrengstprijzen voor agrarische ondernemers met ongeveer 15-20% moeten stijgen om op hetzelfde inkomen uit te komen als in 2021 of het gemiddelde van de laatste 5 jaar.
In de akkerbouw worden de hogere kosten momenteel in alle scenario’s ruim gecompenseerd door de hoge prijzen voor voertarwe en eetaardappelen.Verlies aan inkomen wordt ook in de toekomst niet verwacht.
Na de sancties daalden de opbrengstprijzen in de glastuinbouw terwijl de kosten doorstegen. In deze sector zullen de inkomsten dalen. In rest van het jaar zullen de opbrengsten waarschijnlijk niet genoeg zijn om de kosten te kunnen compenseren.
De melkprijs is ten opzichte van 2020 met 20% gestegen. Als die op dit niveau kan blijven, dan compenseren de hogere opbrengsten de hogere kosten compenseren.
De prijs van vleesvarkens en biggen is ten opzichte van de gemiddelde prijs van 2021 met resp. 18% en 35% gestegen. Als de prijzen gelijk blijven dan worden de hogere kosten in de varkenshouderij in alle scenario’s ongeveer gecompenseerd tot het niveau van 2021. De inkomens van boeren zullen er niet door vooruitgaan. Om te komen tot een inkomen dat gelijk is aan het gemiddelde van de laatste 5 jaar is een sterkere prijsstijging nodig.
Eieren en pluimveevlees brengen ruim genoeg op om gemiddeld genomen de negatieve gevolgen van de gestegen kosten te compenseren.
WEcR benadrukt dat de resultaten van individuele bedrijven sterk kunnen verschillen. De mate waarin de gestegen prijzen het inkomen beïnvloedt, wordt onder andere bepaald door de afspraken en contracten die zijn gemaakt met leveranciers en afnemers.
WEcR schrijft: "Na de sancties daalden de opbrengstprijzen in de glastuinbouw terwijl de kosten doorstegen. In deze sector zullen de inkomsten dalen. In rest van het jaar zullen de opbrengsten waarschijnlijk niet genoeg zijn om de kosten te kunnen compenseren."
Daarbij vergeet WEcR te vermelden wat de inkomens waren in de glastuinbouw de afgelopen jaren. Uit het BIN-ternet blijken de inkomens uit de glastuinbouwbedrijven de afgelopen jaren aanzienlijk. Het gemiddelde glastuinbouwbedrijf had een inkomen van € 270.000,- in de periode 2010 tot 2021. En de laatste 5 jaar was dat inkomen zelfs nog aanzienlijk hoger € 330.000,-.
Als de inkomens in deze sector (gemiddeld) dit lopende jaar halveren zal er nog geen droog brood worden gegeten.
Een titel "Opbrengstprijzen Nederlandse boer moeten 15-20% omhoog" is dan ook véél te generiek en ongenuanceerd!
Frits, wat vind je van de titel Hogere kosten tasten inkomen boer niet aan?
Die vonden wij nl. echt niet kunnen.
Ik zou Petra Berkhout willen vragen of ze denkt dat de Amerikaanse koopstaking van rund- én varkensvlees zich ook in EU-landen en Nederland in het bijzonder kan voordoen?
Ik persoonlijk houd het voor mogelijk en dan betekent dat een snelle sanering van de varkenssector.
In het Franse dorpsrestaurant waar we onlangs aten stond luxe rundvlees nog op de kaart. We konden het niet meer bestellen want 'plus disponible' (niet meer verkrijgbaar; de groothandel koopt het niet meer in). Ik moest het doen met een lokale bavette; geen straf wat mij betreft.
Dick Veerman de opbrengstprijzen zijn van veel producten behoorlijk omhoog gegaan en compenseren daarmee de hogere kosten. Niet in alle sectoren en terecht als daarvoor aandacht wordt gevraagd.
Maar "Opbrengstprijzen Nederlandse boer moeten 15-20% omhoog" impliceert dat er -bovenop de huidige (al hogere) prijzen- nog eens een verhoging noodzakelijk is. Dat is voor de meeste sectoren niet het geval. Daarmee is de titel in NRC "Hogere kosten tasten inkomen boer niet aan" hoewel ook te generiek, misschien toch wel beter op zijn plaats.
Wat mij enigszins dubieus overkomt, is aandacht voor financiële effecten van hogere kosten en of lagere opbrengsten als bedrijven in een sector gemiddeld een circa 10x modaal inkomen hebben....
Frits, je geeft het wel een beetje een interpretatie om je punt te kunnen maken - vind ik. Er staat gewoon dat de inkoop voor handel en detailhandel structureel voorlopig gemiddeld met 15-20% omhoog gaat. In een markt waar de marges gering zijn, is dat heel veel en kun je er - denk ik - vanuit gaan dat er koopstakingen gaan ontstaan (= het aankoopvolume gaat omlaag). Ik denk eerlijk gezegd dat WeCR daar wat gemakkelijk overheen gaat. Voor fans van duurzaamheid is het natuurlijk fantastisch. Mensen die een Tesla rijden, met boompjes planten hun vier vliegreizen compenseren en net een duur huis hebben gekocht en verbouwd en de kinderen laten studeren in Singapore en dachten dat het allemaal niet op kon, zien dat vermoedelijk toch anders.
Maar iets anders: wat is er mis met tuinbouwondernemers die een gezonde winst maken? Je doet net alsof het inkomens zijn. Het zijn geen boereninkomens maar ondernemingsinkomsten. En als ze gespaard hebben dan gaan ze nu door (en denken ze na over nieuwe business modellen).