Joost de Jong ging naar Haïti. Importvoedsel drukt daar lokale boeren van de markt. Het wordt in andere landen met subsidies gemaakt. Vinden we dat gewenst?
De regeringen van de armste landen hebben geen geld om hun landbouw te steunen. Dat bleek bij een bezoek als PUMmer (uitzending als vrijwilliger door www.pum.nl) aan een groot tuinbouwbedrijf in Haïti dit voorjaar. Het land wordt overspoeld met voedselimporten uit landen die wél steun geven aan hun boeren. Het vormt één van de vervelende uitwassen van ons krakende voedselsysteem.
Goedkope importen
Met name de Verenigde Staten levert goedkope rijst en granen. De markt staat vol zakken met 50 kg witte rijst uit de VS. Voor boeren in Haïti is dit extra sneu, omdat hun prijzen daardoor onder druk staan. Maar vanwege de ondervoeding in het land en omdat de lokale productie onvoldoende is, wil de regering de goedkope importen zoveel mogelijk handhaven.
De verwachting is dat zelfs met de nieuwe president Jovenel Moïse, die sinds februari in functie is en een landbouwachtergrond heeft, er niet echt veel zal veranderen. Ik sprak een Nederlandse directeur die graan importeert en zorgt dat dit graan gemalen wordt voor de bakkerijfabrieken. Hij heeft daarvoor een eigen haven zodat grote schepen kunnen zorgen voor voldoende aanvoer.
Kom daar maar eens tussen als relatief kleine Haïtiaanse boer. Door de lage opbrengstprijzen zijn investeringen niet te betalen, kredietverlening en bedrijfsontwikkeling lastig of niet haalbaar, terwijl de landbouw in de rest van de wereld zich wel ontwikkelt. Met uitzondering van de rijstteelt is er bij de boeren in Haïti geen geld om kunstmest of bestrijdingsmiddelen te gebruiken.
Volksgezondheid
Het geïmporteerde graan wordt grotendeels tot wit brood bewerkt en de ingevoerde witte rijst is van zijn vezels ontdaan. Dat is jammer vanuit het oogpunt van volksgezondheid. Voedsel zonder vezels geeft een grotere kans op obesitas. Die ziekte is niet langer alleen een probleem van ontwikkelde landen, maar maakt ook zijn opmars in ontwikkelingslanden.
De laatste avond komt er bij het tuindersgezin waar ik verblijf een grote Amerikaanse pizza op tafel. Op de voorplaat van de pizzadoos staan vijf Amerikaanse koeien die suggereren voor lekkere kaas te zorgen. Ook fastfood rukt op in Haïti.
De aanpak van voldoende en gezond voedsel begint uiteraard met gezond eten voor de schoolkinderen. Maar een gesprek met Rob Padberg maakt me minder optimistisch. Hij is een Nederlander die al 35 jaar in Haïti woont. Hij is directeur van het ‘Bureau Nutrition et Dévéloppement’. Dit bureau is verantwoordelijk voor de schoolmaaltijden voor meer dan 200.000 schoolkinderen in Haïti. De kinderen krijgen elke dag een snack van 1200 kcal. Het bureau krijgt geld van het WFP (World Food Programme) en de Wereldbank om dit te organiseren.
Omdat het om zeer grote hoeveelheden gaat, die ze niet zo makkelijk op de lokale markt kunnen kopen, gebruikt het bureau veel geïmporteerd voedsel. Geraffineerde producten die houdbaar zijn, want de scholen moeten een paar maanden voorraad kunnen bergen. Dus weinig groenten en weinig lokale producten. Op mijn vraag of er niet veel meer lokale producten ingekocht zouden kunnen worden, zegt Rob Padberg: "We krijgen maar beperkte middelen en het geïmporteerde voedsel is goedkoper". Schrijnend vind ik het dan ook op de markt appelen te zien uit de VS, terwijl Haïti zo ontzettend veel lekker fruit heeft.
Oneerlijk
Zo lijkt de cirkel rond. Door de afspraken van de WTO (de Wereldhandelsorganisatie) wordt van ontwikkelingslanden verwacht dat ze importheffingen hanteren om hun eigen landbouw te beschermen, maar hoe eerlijk zijn die verhoudingen als de armste landen geen geld hebben om hun landbouw te steunen? En de eigen boeren weggeconcurreerd worden?
Het lijkt een ver van mijn bed show als je in Nederland woont. Maar is er bekend hoeveel Nederlandse uien de afgelopen jaren in Afrika gedumpt zijn toen de prijzen in Nederland laag waren? Weliswaar niet meer met exportsubsidies, maar de Nederlandse boeren krijgen wel €300 per hectare als inkomenssteun.
Gemeenschappelijk Landbouw Beleid
In Europa begint binnenkort weer de discussie over het nieuwe GLB, het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid. Marc Calon, de nieuwe voorzitter van de Nederlandse boerenkoepel LTO, vindt dat er niet aan het GLB-budget getornd mag worden. Het Europees Parlement heeft ook al aangekondigd dat de landbouwsubsidies niet omlaag mogen. Echte veranderingen zijn niet van hen te verwachten.
Wat is er wel nodig om veranderingen in het mondiale en Europese voedselsysteem te krijgen?
Dit artikel afdrukken
Goedkope importen
Met name de Verenigde Staten levert goedkope rijst en granen. De markt staat vol zakken met 50 kg witte rijst uit de VS. Voor boeren in Haïti is dit extra sneu, omdat hun prijzen daardoor onder druk staan. Maar vanwege de ondervoeding in het land en omdat de lokale productie onvoldoende is, wil de regering de goedkope importen zoveel mogelijk handhaven.
De verwachting is dat zelfs met de nieuwe president Jovenel Moïse, die sinds februari in functie is en een landbouwachtergrond heeft, er niet echt veel zal veranderen. Ik sprak een Nederlandse directeur die graan importeert en zorgt dat dit graan gemalen wordt voor de bakkerijfabrieken. Hij heeft daarvoor een eigen haven zodat grote schepen kunnen zorgen voor voldoende aanvoer.
Door de lage opbrengstprijzen zijn investeringen niet te betalen, terwijl de landbouw in de rest van de wereld zich wel ontwikkeltGeen geld voor investeringen
Kom daar maar eens tussen als relatief kleine Haïtiaanse boer. Door de lage opbrengstprijzen zijn investeringen niet te betalen, kredietverlening en bedrijfsontwikkeling lastig of niet haalbaar, terwijl de landbouw in de rest van de wereld zich wel ontwikkelt. Met uitzondering van de rijstteelt is er bij de boeren in Haïti geen geld om kunstmest of bestrijdingsmiddelen te gebruiken.
Volksgezondheid
Het geïmporteerde graan wordt grotendeels tot wit brood bewerkt en de ingevoerde witte rijst is van zijn vezels ontdaan. Dat is jammer vanuit het oogpunt van volksgezondheid. Voedsel zonder vezels geeft een grotere kans op obesitas. Die ziekte is niet langer alleen een probleem van ontwikkelde landen, maar maakt ook zijn opmars in ontwikkelingslanden.
De laatste avond komt er bij het tuindersgezin waar ik verblijf een grote Amerikaanse pizza op tafel. Op de voorplaat van de pizzadoos staan vijf Amerikaanse koeien die suggereren voor lekkere kaas te zorgen. Ook fastfood rukt op in Haïti.
We krijgen maar beperkte middelen en het geïmporteerde voedsel is goedkoper. Schrijnend vind ik het dan ook op de markt appelen te zien uit de VS, terwijl Haïti zo ontzettend veel lekker fruit heeftSchoolmaaltijden
De aanpak van voldoende en gezond voedsel begint uiteraard met gezond eten voor de schoolkinderen. Maar een gesprek met Rob Padberg maakt me minder optimistisch. Hij is een Nederlander die al 35 jaar in Haïti woont. Hij is directeur van het ‘Bureau Nutrition et Dévéloppement’. Dit bureau is verantwoordelijk voor de schoolmaaltijden voor meer dan 200.000 schoolkinderen in Haïti. De kinderen krijgen elke dag een snack van 1200 kcal. Het bureau krijgt geld van het WFP (World Food Programme) en de Wereldbank om dit te organiseren.
Omdat het om zeer grote hoeveelheden gaat, die ze niet zo makkelijk op de lokale markt kunnen kopen, gebruikt het bureau veel geïmporteerd voedsel. Geraffineerde producten die houdbaar zijn, want de scholen moeten een paar maanden voorraad kunnen bergen. Dus weinig groenten en weinig lokale producten. Op mijn vraag of er niet veel meer lokale producten ingekocht zouden kunnen worden, zegt Rob Padberg: "We krijgen maar beperkte middelen en het geïmporteerde voedsel is goedkoper". Schrijnend vind ik het dan ook op de markt appelen te zien uit de VS, terwijl Haïti zo ontzettend veel lekker fruit heeft.
Oneerlijk
Zo lijkt de cirkel rond. Door de afspraken van de WTO (de Wereldhandelsorganisatie) wordt van ontwikkelingslanden verwacht dat ze importheffingen hanteren om hun eigen landbouw te beschermen, maar hoe eerlijk zijn die verhoudingen als de armste landen geen geld hebben om hun landbouw te steunen? En de eigen boeren weggeconcurreerd worden?
Het lijkt een ver van mijn bed show als je in Nederland woont. Maar is er bekend hoeveel Nederlandse uien de afgelopen jaren in Afrika gedumpt zijn toen de prijzen in Nederland laag waren? Weliswaar niet meer met exportsubsidies, maar de Nederlandse boeren krijgen wel €300 per hectare als inkomenssteun.
Gemeenschappelijk Landbouw Beleid
In Europa begint binnenkort weer de discussie over het nieuwe GLB, het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid. Marc Calon, de nieuwe voorzitter van de Nederlandse boerenkoepel LTO, vindt dat er niet aan het GLB-budget getornd mag worden. Het Europees Parlement heeft ook al aangekondigd dat de landbouwsubsidies niet omlaag mogen. Echte veranderingen zijn niet van hen te verwachten.
Wat is er wel nodig om veranderingen in het mondiale en Europese voedselsysteem te krijgen?
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Hoe had Joost de Jong het anders gehad willen hebben? Ik lees niks. Veel duurder, veel meer boom and bust cycles? Moeilijker sociaal beleid? Die grondgebonden agro subsidies zijn hier juist ingevoerd om de overproductie te temperen. Weg met subsidies terwijl de landbouwkwaal blijft bestaan? Ik hoor niks wat er nu precies moet gebeuren. Haïti doet de grenzen dicht, wat dan?
#1 Hebben de grondgebonden subsidies geholpen om de overproductie in te tomen.? Ik begrijp uit de discussies op dit medium dat die grote productie juist een groot probleem is.
De bedoeling van het EU GLB is overproductie (niet dat de boeren daar een objectief belang bij hebben), maar niet al te veel natuurlijk. Onderproductie of tariefmuren van het onderontwikkelde land betekenen hetzelfde, hogere prijzen. Voor derdewereldlanden geldt het geloof dat beschermde landbouw zich uit eigen kracht kan ontwikkelen. Eerst maar eens zien en dan geloven. En ondertussen?
De landbouw in ontwikkelde landen heeft zich dankzij overheidssteun kunnen ontwikkelen. En haar concurrentiepositie kunnen versterken. Maar de armste landen hebben geen mogelijkheden om hun landbouw te steunen of mogen van de WTO geen importheffingen invoeren of willen hun voedselprijzen niet duurder maken. Zie daar het dilemma en de impact voor de landbouw in die arme landen zelf. De gekozen oplossingen voor de korte termijn (import goedkoop graan) zijn ongewenst gelet op de lange termijn effecten (ontwikkeling landbouw en volksgezondheid). Vraagt om andere aanpak waarbij zowel het voedsel betaalbaar blijft, maar waarbij ook de landbouw in deze armste landen zich kan ontwikkelen.
“One size fits all” oplossingen zijn hier niet voor. Maar voor mij staat wel als een paal boven water dat wanneer een land beslist dat een bepaalde tak van industrie (in de ruimste zin) cruciaal is voor dat land, de mogelijkheid er moet zijn om importbeperkingen in te voeren teneinde die business te beschermen. Dus in dit geval: ga na wat er gezien voedselcultuur, landbouwmogelijkheden, en economische bedrijvigheid in het algemeen het hardste nodig is om te ontwikkelen in Haïti, en neem daar maatregelen voor. Als dat rijst zou zijn, invoerheffingen en tegelijkertijd een gericht stimuleringsbeleid op de rijstbouw en –verwerking. Dan kun je ook aandacht besteden aan de voedingswaarde van het lokale product, en het zo bewerken dat het aansluit bij de traditionele bereidingswijzen. Als ik me goed herinner werd Haïtiaanse rijst traditioneel gestampt, net als in het verre oosten, en zal het product dus iets zilvervlies-achtigs zijn geweest. Maak daar een business-case van. En als het land zo arm is dat ze uit eigen kracht dit niet op kunnen starten, dan moet het salonfähig zijn om daar ontwikkelingsgeld aan te besteden. Maar, caveat: als het zaakje loopt, ophouden met de verwennerij.