Draagt steenmeel iets bij aan de vruchtbaarheid van landbouwbodems? Een forse controverse deed Jopie Duijnhouwer besluiten er even rustig naar te kijken. Hij ontdekte de kekke eigenschap van steen en kattenbakkorrels.
Recent is op Foodlog een stammenstrijd uitgebroken over steenmeel. Het werd een steen des aanstoots met karikaturaal uitgesproken voor- en tegenstanders. De argumenten zijn divers. Het werkt/werkt niet en het is niet netjes te verspreiden. Het is zwaar, we kunnen daar toch niet mee gaan slepen, malen kost veel energie, het is te duur en meer van dat soort ‘ja, maar’ argumenten. De tegenargumenten komen allemaal neer op: het is geen oplossing.
Traditioneel gebruik
Met uitzondering van nitraat-meststoffen hebben alle andere voedingsstoffen een gesteente als uitgangsmateriaal. Fosfaat wordt gewonnen uit rotsfosfaat, kali is een zout wat over de hele wereld gewonnen wordt. Op dit moment rijden de kalkwagens af en aan over het net geoogste maïsland met gemalen kalksteen: Dolokal. Alle bezwaren aangaande de energiekosten van het vermalen, het transport en het verspreiden gelden dan ook voor alle traditionele anorganische meststoffen. Als we dus vanaf vandaag besluiten alle gesteentemelen categorisch af te wijzen vanwege milieutechnische verwerkings- en vervoerskosten, hebben we morgen een groot probleem.
De controverse begint waar het gaat om gesteentemeel die niet gekenmerkt wordt door een hoog gehalte van één element, zoals vermeld op de inmiddels beruchte “steenmeellijst”. Daarop staan vooral mineralen van vulkanische oorsprong, zoals basalt en zeoliet. Wat ontbreekt op deze lijst, maar waar in land- en tuinbouw ook mee geëxperimenteerd wordt is het kleimineraal bentoniet. Uit het overzicht wordt duidelijk dat de gesteentemelen een breed spectrum aan mineralen meebrengen. Met uitzondering van de sporenelementen, lijken ze landbouwkundig allemaal te laag gedoseerd t om een verschil te kunnen.
CEC maakt het verschil
De belangrijkste eigenschap van met name de zeolieten en bentonieten is niet gelegen in de voedingsstoffen maar in de CEC. De wat? Onderstaand filmpje legt het ook voor dummies uit.
De CEC (sommigen zeggen kek) - de cation exchange capacity - is een bodemeigenschap die aangeeft hoeveel voedingsstoffen een bodem vast kan houden. Metselzand heeft bijvoorbeeld net als glaswol een CEC van 0. Dat betekent dat meststoffen die aan zo’n medium toegediend worden bij de eerste regenbui of watergift uitspoelen. Kleimineralen hebben een hoge CEC, die kan oplopen tot 1000 meq/kg. Het belang van de CEC wordt door BLGG zo hoog ingeschat dat deze instantie bij een kaartje van bodemvruchtbaarheid in Nederland als enige maat neemt.
'Kattenbakkorrels' voor de boer
Daarom is op zandgronden organische stof (OS) zo belangrijk omdat OS op deze gronden de basis is van de CEC. Met als verschil tussen OS en gesteentemelen dat de eerste zoveel sneller wordt afgebroken dat de boer jaarlijks organisch materiaal moet aanvoeren.
Een belangrijke eigenschap van bentoliet en zeoliet is dat beide zowel water als voedingsstoffen vasthouden. Bij bentoliet wordt daar dankbaar gebruik van gemaakt door ze als kattenbakkorrel te gebruiken en het wordt zelfs in zakjes verpakt als droogmiddel bij onder meer electrische appratuur. De CEC van beide gesteentemelen is hoog en wordt in tegenstelling tot OS niet afgebroken.
Wat dit allemaal betekent?
Een boer die een goede keus maakt, haalt met gesteentemelen een combinatie van sporenelementen, extra CEC en zuurbindende waarde in huis die extra vocht vasthoudt. Het kost tweemaal zoveel als kalk, maar je krijgt er meer voor. Ik ga die ‘kattenbakkorrels’ eens proberen voor boerengebruik en laat weten of het me bevalt.
Fotocredits: Maanlandschap, Conanil
Dit artikel afdrukken
Traditioneel gebruik
Met uitzondering van nitraat-meststoffen hebben alle andere voedingsstoffen een gesteente als uitgangsmateriaal. Fosfaat wordt gewonnen uit rotsfosfaat, kali is een zout wat over de hele wereld gewonnen wordt. Op dit moment rijden de kalkwagens af en aan over het net geoogste maïsland met gemalen kalksteen: Dolokal. Alle bezwaren aangaande de energiekosten van het vermalen, het transport en het verspreiden gelden dan ook voor alle traditionele anorganische meststoffen. Als we dus vanaf vandaag besluiten alle gesteentemelen categorisch af te wijzen vanwege milieutechnische verwerkings- en vervoerskosten, hebben we morgen een groot probleem.
De CEC (sommigen zeggen kek) - de cation exchange capacity - is een bodemeigenschap die aangeeft hoeveel voedingsstoffen een bodem vast kan houden.Lage dosering
De controverse begint waar het gaat om gesteentemeel die niet gekenmerkt wordt door een hoog gehalte van één element, zoals vermeld op de inmiddels beruchte “steenmeellijst”. Daarop staan vooral mineralen van vulkanische oorsprong, zoals basalt en zeoliet. Wat ontbreekt op deze lijst, maar waar in land- en tuinbouw ook mee geëxperimenteerd wordt is het kleimineraal bentoniet. Uit het overzicht wordt duidelijk dat de gesteentemelen een breed spectrum aan mineralen meebrengen. Met uitzondering van de sporenelementen, lijken ze landbouwkundig allemaal te laag gedoseerd t om een verschil te kunnen.
CEC maakt het verschil
De belangrijkste eigenschap van met name de zeolieten en bentonieten is niet gelegen in de voedingsstoffen maar in de CEC. De wat? Onderstaand filmpje legt het ook voor dummies uit.
De CEC (sommigen zeggen kek) - de cation exchange capacity - is een bodemeigenschap die aangeeft hoeveel voedingsstoffen een bodem vast kan houden. Metselzand heeft bijvoorbeeld net als glaswol een CEC van 0. Dat betekent dat meststoffen die aan zo’n medium toegediend worden bij de eerste regenbui of watergift uitspoelen. Kleimineralen hebben een hoge CEC, die kan oplopen tot 1000 meq/kg. Het belang van de CEC wordt door BLGG zo hoog ingeschat dat deze instantie bij een kaartje van bodemvruchtbaarheid in Nederland als enige maat neemt.
'Kattenbakkorrels' voor de boer
Daarom is op zandgronden organische stof (OS) zo belangrijk omdat OS op deze gronden de basis is van de CEC. Met als verschil tussen OS en gesteentemelen dat de eerste zoveel sneller wordt afgebroken dat de boer jaarlijks organisch materiaal moet aanvoeren.
Een belangrijke eigenschap van bentoliet en zeoliet is dat beide zowel water als voedingsstoffen vasthouden. Bij bentoliet wordt daar dankbaar gebruik van gemaakt door ze als kattenbakkorrel te gebruiken en het wordt zelfs in zakjes verpakt als droogmiddel bij onder meer electrische appratuur. De CEC van beide gesteentemelen is hoog en wordt in tegenstelling tot OS niet afgebroken.
Wat dit allemaal betekent?
Een boer die een goede keus maakt, haalt met gesteentemelen een combinatie van sporenelementen, extra CEC en zuurbindende waarde in huis die extra vocht vasthoudt. Het kost tweemaal zoveel als kalk, maar je krijgt er meer voor. Ik ga die ‘kattenbakkorrels’ eens proberen voor boerengebruik en laat weten of het me bevalt.
Fotocredits: Maanlandschap, Conanil
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Zeer zeer grote dank, Jopie!!!
Fantastische vondst van Jopie Duijnhouwer. Serieus. Kattebakvulling. Op het internet vind ik dat een kat er 45 kilo van gebruikt, per jaar. 135 miljoen kilo minstens, de katten van Nederland samen.
Toen huisvuil in steden nog in vuilniszakken aan de straat werd gezet waren ze vaak te zwaar. Vuilnislui kregen rond hun veertigste rugklachten en konden het vaak niet volhouden tot hun pensioen. Onderzoek. Waar komt het gewicht vandaan? In Amsterdam was het vooral de kattebakvulling die het gewicht van de vuilniszak bepaalde.
Alle kattebakvulling gaat naar de vuilverbranding. Behalve de mijne. Tot mijn spijt schijt een bangelijk zwervertje niet op mijn erf, maar alleen in huis. Kleikorrels. Ik gooi ze uit het zicht van deftige dames, op het land en kijk wat gebeurt. Na een paar weken wordt het een gladde zalvige massa en na een jaar vind ik er niets meer van terug, opgenomen in de grond.
Ik wil het eventueel wel naar Drenthe brengen, om te bezien of we er de grond van de voorvaderen van Kaput mee kunnen opknappen. Er zit tenslotte ook dierlijke mest in.
Net als Wouter heb ik ook een constante aanvoer van (gebruikte) kattenbakkorrels voor de liefhebber.... (eigen tuin is te klein en storten in de uiterwaarden misschien ook niet zo'n goed idee...)
#2 & 3 Ja mannen. Dit is bodemkunde welk in het Landbouwonderwijs gegeven wordt. Het begint allemaal met een optimale bodemgesteldheid. NPK is belangrijk maar de rest ook.
Dierlijke mest (bodemleven) moet zich wel ergens aan kunnen binden (complex).
En Wouter; Vlees smaakt naar wat het beest eet, en planten naar wat de plant “eet”.
Vocht wordt in de bodem vastgehouden in de poriën. Hoe groter de poriën, hoe meer vocht ze kunnen bevatten. Echter, hoe groter de poriën, hoe minder sterk het vocht gebonden is. Het water verdwijnt dus makkelijker naar de ondergrond, zeker als het grondwaterpeil laag is. Een goede bodem heeft een dusdanige verhouding tussen grote en kleine poriën, dat voldoende water wordt vastgehouden maar tevens voldoende lucht in de bodem zit.
Als je het watervasthoudend vermogen van de bodem wilt vergroten, zul je heel grote hoeveelheden materiaal moeten aanvoeren. Dat kan organisch materiaal zijn, maar ook steenmeel of de kattenbakkorrels van Wouter. Ik verwacht van het extra vermogen om water vast te houden geen wonderen, omdat de gebruikte hoeveelheden te klein zijn.
Het vergroten van het klei/humus complex is m.i. wel verstandig, als dat tenminste onvoldoende is. Daar heb je veel minder materiaal voor nodig, en steenmeel heeft het voordeel dat het, zoals Jopie ook schrijft, niet verteert. Bovendien breng je extra complex op waar al veel elementen aan gebonden zijn, al is vaak niet helemaal duidelijk welke hoeveelheden.
Verder zou steenmeel goed zijn voor het bodemleven, dat is de reden dat ik het sinds enige tijd in mijn teelt gebruik.