Terwijl er wordt gesproken over fosfaatrechten voor de melkveehouderij in Nederland, komt oud-minister Cees Veerman met een veel goedkoper voorstel: mestcoöperaties.
Met het wegvallen van het melkquotum hebben de Nederlandse melkkoeienboeren ingezet op een flinke groeispurt. Dat maakt dat er teveel mest met daarin teveel fosfaat wordt geproduceerd in ons land. Er worden verschillende oplossingen uitgedacht om de groei die de boeren zelf niet tegen weten gaan, met wetgeving te beteugelen. Dierrechten zouden een oplossing kunnen zijn. Het nadeel daarvan is echter dat boeren die op fosfaat weten te knijpen daar geen voordeel van hebben. Fosfaatrechten zouden dan ook een betere oplossing zijn, vinden velen.
Kringlopen weer sluiten
Die rechten worden verhandelbaar en blijken nu al veel geld waard. Er zijn nu al koeienboeren die via varkensrechten de 'fosfaatrechten' van varkensboeren kopen.
Pikant
Tegen Boerderij zegt Veerman dat er 'zoveel mogelijk' melkveehouders aan akkerbouwers gekoppeld zouden worden. "Het is bedoeld om de kringloop weer te sluiten zoals ze er vroeger ook altijd op het gemengde bedrijf was. Dat familiebedrijf kende geen afval. De mest was voor het land, restanten van voer gingen naar de varkens."
Veermans plan bepleit de facto weer een volledige terugkeer naar een zogenaamde grondgebonden dierhouderij in Nederland. Dat is pikant, want die bleek verre van haalbaar in de politieke onderhandelingen die eerder dit jaar hebben geleid tot de zogenaamde Melkveewet die dierrechten en fosfaatrechten had moeten voorkomen.
Mest uitrijden, eutrophication&hypoxia
Dit artikel afdrukken
Kringlopen weer sluiten
Die rechten worden verhandelbaar en blijken nu al veel geld waard. Er zijn nu al koeienboeren die via varkensrechten de 'fosfaatrechten' van varkensboeren kopen.
Het is bedoeld om de kringloop weer te sluiten zoals ze er vroeger ook altijd op het gemengde bedrijf wasGa die weg niet op, zegt boer, professor en ex-minister van Landbouw Cees Veerman. Zulke rechten kosten boeren weer veel geld en maken hen nog afhankelijker van de bank dan ze toch al zijn geworden door hun uitbreidingsplannen. Hij bepleit het maken van samenwerkingen tussen akkerbouwers en koeienboeren. Ze zouden een mestcoöperatie moeten vormen om wel gebonden te zijn aan het afzetten van hun mest, maar daar geen bergen geld aan kwijt te zijn.
Pikant
Tegen Boerderij zegt Veerman dat er 'zoveel mogelijk' melkveehouders aan akkerbouwers gekoppeld zouden worden. "Het is bedoeld om de kringloop weer te sluiten zoals ze er vroeger ook altijd op het gemengde bedrijf was. Dat familiebedrijf kende geen afval. De mest was voor het land, restanten van voer gingen naar de varkens."
Veermans plan bepleit de facto weer een volledige terugkeer naar een zogenaamde grondgebonden dierhouderij in Nederland. Dat is pikant, want die bleek verre van haalbaar in de politieke onderhandelingen die eerder dit jaar hebben geleid tot de zogenaamde Melkveewet die dierrechten en fosfaatrechten had moeten voorkomen.
Mest uitrijden, eutrophication&hypoxia
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Op Boerderij valt ook een opinie te lezen van Piet Jan Thibaudier. Hij geeft aan wat er mis is gegaan. Jaren geleden is aangekondigd dat het melkquotum zou worden afgeschaft. Boeren hebben daarop voorgesorteerd door te groeien. Niet een beetje maar teveel, zoals nu blijkt.
Hij pleit er - naar mijn idee tegen beter weten in - voor dat boeren zelf het heft in eigen handen nemen en door middel van zelfregulering zorgen voor een verlaging van hun fosfaatproductie via mest. De trieste waarheid is echter: dat doen ze niet omdat ze elkaar de groei niet gunnen. Daarom groeien ze zich gezamenlijk kapot.
Ik mocht vorige week de nazit van een voorstelling over Mansholt modereren. Een boerendochter wier vader zijn bedrijf al had verkocht bij het verdwijnen van de melkbussen, zei het treffend: 'het gaat gewoon door'. Ik vroeg wat? Ze zei 'de groei, die wordt door iedereen gestimuleerd'. Een boer heeft maar twee keuzen, zei ze eigenlijk: stoppen of doorgaan.
Een oplossing? Maak 1 groot Nieuw Gemengd Bedrijf per provincie of logisch deel van een provincie en start de fusiebesprekingen tussen de boeren. Zo doen bedrijven dat ook als ze koek groots willen verdelen. En zorg er vooral voor dat ze de boel mooi maken en we er trots op zijn als we er langs rijden. Niet omdat de avond mogelijk werd gemaakt door de kaasmakers van Cono, maar omdat zij dat toevallig doen: ze willen met mooie, altijd herkenbare Cono stallen komen. Komop, pak eens door. Dat geeft pas schitterende plaatjes in China. Ook voor melkpoeder.
Voor welk probleem is dit nu een oplossing? We komen er met elkaar achter dat de melkveehouderij haar eigen problemen in snel tempo heeft georganiseerd. Samengevat leidt de snelle groei (met vreemd vermogen) tot drie problemen:
1. de melkprijs daalt door snelle stijging van het aanbod en minder snelle stijging van de vraag. Hoe dat op termijn uitpakt is de vraag, ik er zijn twijfels of China en Rusland duurzame afzetmarkten zijn. Laten we het hopen.
2. de vraag naar ruwvoer (snijmais) neemt toe, dus prijs gaat omhoog. Door het droge voorjaar is de grasoogst ook erg laag, dus 2015 wordt een spannend jaar.
3. het aanbod van drijfmest neemt toe, kosten voor afzet worden hoger.
Je hoeft geen top-econoom te zijn om te zien dat een lagere/instabiele productprijs in combinatie met stijgende kosten voor melkveehouders en hun financier een soort worst-case scenario is.
Veerman komt nu met een suggestie die ingaat op punt 2 en 3, want de akkerbouwer speelt een grote rol in het produceren van ruwvoer en het afnemen van mais. Die akkerbouwer is ook niet gek: die wil best snijmais verbouwen of drijfmest afnemen, als dat voldoende oplevert. En precies daar zie ik het probleem: met of zonder cooperaties, de veehouder gaat fors betalen aan de akkerbouwer om zijn probleem op te lossen, maar daar heeft hij helemaal geen geld voor. Kortom: de veehouder hoeft niet naar de bank om geld voor de aankoop van grond, fosfaatrechten of wat dan ook, maar hij moet wel naar de bank om zijn exploitatietekort te financieren.
Ik hoop dat ik er helemaal naast zit met mijn analyse, dat hoor ik dan ook graag.
In specifieke regio's is zo'n samenwerking best mogelijk denk ik, Pieter. En het gebeurt ook al. Bedrijfsontwikkeling in de melkveehouderij gaat gepaard met de zoektocht naar grond voor voerproductie en mestplaatsingsruimte. Maar ook akkerbouwers zoeken in het kader van het verduurzamen van het bedrijf naar de samenwerking met melkveehouders: om grond productief te houden is extensivering van het bouwplan gewenst en/of teelten, zoals gras en luzerne die een bovengemiddelde bijdrage leveren aan de structuur en organische stof niveau.
Ik weet dat er diverse projecten lopen, ook wel samen te vatten onder mest-voer-coalities. Je kunt dan ook denken aan bv. regionale voercentra. In een voercentrum wordt ruwvoer op een centrale plaats ingekocht en opgeslagen. Vanaf dat centraal punt worden rantsoenen voor bedrijven bereid, en worden de dieren op de bedrijven door medewerkers van het voercentrum gevoerd. Zo ontstaat een regionale kringloop (niet meelezen Hendrik -:).
De HAS heeft nut en haalbaarheid van zo'n voercentrum in Zuid-Nederland onderzocht. Ik heb projectleider Arjan Hoppenbrouwers gevraagd wat de huidige stand van zaken is.
En op de Boerderij las ik de volgende reactie: "Veerman ziet het goed, hier in de regio zijn akkerbouwers die al een reeks van jaren voedergewassen telen o.a. maïs/gras/graan voor een aantal veehouders die op de grond van de akkerbouwer mest afzetten. Voor de mestafzet worden bonnen getekend en de maïs/gras/koren wordt gekocht door de veehouders die de mest aanvoeren. De mest wordt uiteraard bemonsterd en de prijs voor het voer wordt ieder jaar opnieuw bekeken op basis van marktwaarde. Werkt uitstekend, ik noem dit kringloop. Dat is toch de bedoeling. Zekerheid voor akkerbouwer en mestproducent e.e.a. op basis van vertrouwen. Dat kan in deze tijd ook nog."
En een andere: "En de coöperatie kan ook wel wat breder worden opgezet dan alleen melkveebedrijf en akkerbouwbedrijf. Ook pluimveebedrijven en varkensbedrijven voeren graan en nemen dat rechtstreeks af bij de akkerbouwer."
Concluderend lijkt me: diverse varianten van samenwerking mogelijk, geen panacee voor alle kwalen. Het komt dan aan op individueel én collectief ondernemerschap......
Hoe moet dit nu allemaal in relatie tot het fosfaatplafond.? Bij meer samenwerking melkveehouder- akkerbouwer gaat de ruwvoerproductie annex fosfaatproductie met sprongen omhoog. En dat terwijl het fosfaatplafond al is bereikt. Het Nederlandse akkerbouwareaal is het laatste jaar al met 25 000 ha gekrompen. Bij opstarten van meer samenwerking melkveehouder-akkerbouwer gaat het akkerbouwareaal nog meer krimpen. En bij krimp van akkerbouwareaal raken ook de varkens- en pluimveehouders steeds meer mestplaatsingsruimte kwijt. Vanwege uitbreiding melkveehouderij is er al meer productie van rundveemest gekomen en waarmee varkensmest is verdrongen. Met gevolg dat er vandaag de dag nog steeds varkenshouders zijn die met volle mestputten zitten. Het kan niet zo zijn dat bij afschaffen melkquotum de melkveehouderij in Nederland een vrijbrief en dominante positie gaat krijgen waarbij akkerbouw en intensieve veehouderij in de verdrukking worden gebracht en het gelag moeten betalen.
Maar gauw het melkquotum weer terug, voordat er meer brokken in landbouwend Nederland vallen.
Herman, ik ben gelukkig ook zelf betrokken bij diverse initiatieven en al sinds mijn afstudeervak op de AP Minderhoudhoeve draag ik het gemengde bedrijfsconcept een warm hart toe. Ik ben echter wel kritischer geworden op de praktijk, waar van alle goede bedoelingen maar weinig terecht komt.
Als voorbeeld: het veelgehoorde argument dat een akkerbouwer zijn bouwplan kan verruimen met voergewassen (Veerman noemt het, jij ook). De praktijk is dat veel akkerbouwers hun graan inruilen voor snijmais, en gewoon op een groter areaal 1:3 pootaardappelen of 1:2 zetmeelaardappelen gaan telen. Niks extensivering en zorg voor de bodem. En ja, gelukkig zijn er uitzonderingen.
Maar ik ben er wel van overtuigd dat een duurzame samenwerking moet berusten op het gezamenlijke belang van een productieve bodem op lange termijn. Mijn (wellicht wat scherpe) reactie komt voort uit mijn zorg dat veel mest-voer samenwerkingen desastreuze gevolgen hebben voor de bodem (structuur, organische stof, bodemleven). Dat hoeft niet zo te zijn, maar het is helaas wel de praktijk.