In Nederland schiet bijvoorbeeld het Voedingscentrum de zogenaamde 'superfoods' af. De keurige Amerikaanse Centers for Disease Control - een overheidsdienst - maakten juist een lijst van 'powerhouse fruits and vegetables'. Groenten en fruitsoorten dus die officieel barsten van de gezonde stoffen.
De Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC) verdiepten zich vorig jaar in de zogeheten powerhouse fruits and vegetables, PFV's. Nationale voedingsrichtlijnen bevelen namelijk aan vooral veel van deze supergezonde voedingsmiddelen te eten. Het gaat om voedingsmiddelen die in wetenschappelijke onderzoeken het sterkst geassocieerd zijn met een verlaagd risico op chronische ziekten.
Helaas ontbrak nog een eenduidige definitie van FPV's. Het CDC besloot daar wat aan te doen. Een onderzoeksteam zette een classificatie-schema op. FPV's werden gedefinieerd als 'gemiddeld per 100 calorieën 10% of meer bevattend van de dagelijks aanbevolen inname van 17 essentiële nutriënten'.
PFV's zijn voedingsmiddelen waarvan min of meer is aangetoond dat ze gezondheidsrisico's verlagen. Ze zijn in een aantal categorieën in te delen. Dat zijn groene bladgroenten, geel/oranje groenten en fruit, citrusvruchten en planten uit de kruisbloemenfamilie (koolsoorten). Voor het classificatie-schema keken de onderzoekers naar 17 nutriënten, die door de FAO en het Amerikaanse Institute of Medicine benoemd zijn omdat ze van belang zijn voor de volksgezondheid. Dat zijn kalium, vezels, eiwit, calcium, ijzer, thiamine, riboflavine, niacine, foliumzuur, zink en de vitamines A, B6, B12, C, D, E en K.
Methode en aanpak
Eerst stelden de wetenschappers op basis van wetenschappelijke literatuur en voedingsrichtlijnen een voorlopige PFV-lijst op.
Op de lijst zetten ze de groenten en fruit die geassocieerd waren met een verlaging van gezondheidsrisico's voor hart- en vaatziekten (de hierboven genoemde categorieën), maar ook bessen en groenten uit de uienfamilie die geassocieerd zijn met een verlaagde kans op neurodegeneratieve ziektes en sommige soorten kanker. Ook voegden ze appels, bananen, mais en aardappels toe omdat die juist bekend staan om hun lage nutriëntendichtheid.
Nutriëntendichtheid
Vervolgens zochten ze van iedere soort de hoeveelheden van de 17 essentiële nutriënten per 100 gram rauw basisvoedsel bij elkaar. Daar lieten ze vervolgens een berekening op los om de nutriëntendichtheid per 100 calorieën vast te stellen. Tenslotte maakten ze de balans op: alle voedingsmiddelen met een nutriëntendichtheid van ≥10 kregen het stempel PFV mee. Dat sluit aan bij het uitgangspunt van de Amerikaanse Food and Drug Administration die voedingsmiddelen die 10% van de 'dagelijks aanbevolen dosis' van een nutriënt bevatten als een 'goede bron'voor die nutriënt definieert.
Nadat alle sommetjes gemaakt waren, bleken 41 van de onderzochte voedingsmiddelen te kwalificeren als PFV. Alleen frambozen, mandarijnen, cranberries, knoflook, uien en blauwe bessen schoten te kort en uiteraard kwalificeerden de 4 voedingsmiddelen met een lage nutriëntendichtheid zich ook niet als PFV. De nutriëntendichtheid van de PFV's liep uiteen van 10,47 tot 122,68. Aan de voedingsmiddelen met een score van boven de 100 zou je je in theorie dus zelfs kunnen overeten.
Bovenaan de ranglijst: waterkers
De ranglijst wordt met trots aangevoerd door de waterkers. Verder domineren in de bovenste helft van de lijst de kruisbloemigen en groene bladgroenten. In de onderste helft zitten meer gele en oranje groenten en fruit, uisoorten, citrusvruchten en bessen. De hele tabel ziet er zo uit:
Inzicht voor consumenten
Wat hebben we hier nu aan? Het is een eerste stap op weg naar een wetenschappelijk onderbouwde indeling van groenten en fruit die echt iets voor je gezondheid doen en daarom de naam 'powerhouse food' echt verdienen. Het brede publiek heeft waarschijnlijk meer aan een helder schema waarin individuele groenten en fruitsoorten benoemd staan dan aan abstracte categorieën als 'koolsoorten' of oranje fruit. Ook krijgen consumenten op deze manier een beetje inzicht in waar ze bij het boodschappen doen op kunnen letten om zoveel mogelijk nutriënten binnen te krijgen met hun dagelijkse maaltijden.
Het CDC sluit af met de opmerking dat er nog andere nutriëntrijke voedingsmiddelen zijn die in deze eerste opzet niet zijn meegenomen. Ook is, voor een echte validatie van de classificering, 'meer onderzoek' nodig. Het zal eens niet waar zijn.
Fotocredits: 'cresson', [puamelia]
Dit artikel afdrukken
Helaas ontbrak nog een eenduidige definitie van FPV's. Het CDC besloot daar wat aan te doen. Een onderzoeksteam zette een classificatie-schema op. FPV's werden gedefinieerd als 'gemiddeld per 100 calorieën 10% of meer bevattend van de dagelijks aanbevolen inname van 17 essentiële nutriënten'.
PFV's zijn voedingsmiddelen waarvan min of meer is aangetoond dat ze gezondheidsrisico's verlagen. Ze zijn in een aantal categorieën in te delen. Dat zijn groene bladgroenten, geel/oranje groenten en fruit, citrusvruchten en planten uit de kruisbloemenfamilie (koolsoorten). Voor het classificatie-schema keken de onderzoekers naar 17 nutriënten, die door de FAO en het Amerikaanse Institute of Medicine benoemd zijn omdat ze van belang zijn voor de volksgezondheid. Dat zijn kalium, vezels, eiwit, calcium, ijzer, thiamine, riboflavine, niacine, foliumzuur, zink en de vitamines A, B6, B12, C, D, E en K.
Methode en aanpak
Eerst stelden de wetenschappers op basis van wetenschappelijke literatuur en voedingsrichtlijnen een voorlopige PFV-lijst op.
Op de lijst zetten ze de groenten en fruit die geassocieerd waren met een verlaging van gezondheidsrisico's voor hart- en vaatziekten (de hierboven genoemde categorieën), maar ook bessen en groenten uit de uienfamilie die geassocieerd zijn met een verlaagde kans op neurodegeneratieve ziektes en sommige soorten kanker. Ook voegden ze appels, bananen, mais en aardappels toe omdat die juist bekend staan om hun lage nutriëntendichtheid.
Nutriëntendichtheid
Vervolgens zochten ze van iedere soort de hoeveelheden van de 17 essentiële nutriënten per 100 gram rauw basisvoedsel bij elkaar. Daar lieten ze vervolgens een berekening op los om de nutriëntendichtheid per 100 calorieën vast te stellen. Tenslotte maakten ze de balans op: alle voedingsmiddelen met een nutriëntendichtheid van ≥10 kregen het stempel PFV mee. Dat sluit aan bij het uitgangspunt van de Amerikaanse Food and Drug Administration die voedingsmiddelen die 10% van de 'dagelijks aanbevolen dosis' van een nutriënt bevatten als een 'goede bron'voor die nutriënt definieert.
Nadat alle sommetjes gemaakt waren, bleken 41 van de onderzochte voedingsmiddelen te kwalificeren als PFV. Alleen frambozen, mandarijnen, cranberries, knoflook, uien en blauwe bessen schoten te kort en uiteraard kwalificeerden de 4 voedingsmiddelen met een lage nutriëntendichtheid zich ook niet als PFV. De nutriëntendichtheid van de PFV's liep uiteen van 10,47 tot 122,68. Aan de voedingsmiddelen met een score van boven de 100 zou je je in theorie dus zelfs kunnen overeten.
Bovenaan de ranglijst: waterkers
De ranglijst wordt met trots aangevoerd door de waterkers. Verder domineren in de bovenste helft van de lijst de kruisbloemigen en groene bladgroenten. In de onderste helft zitten meer gele en oranje groenten en fruit, uisoorten, citrusvruchten en bessen. De hele tabel ziet er zo uit:
Inzicht voor consumenten
Wat hebben we hier nu aan? Het is een eerste stap op weg naar een wetenschappelijk onderbouwde indeling van groenten en fruit die echt iets voor je gezondheid doen en daarom de naam 'powerhouse food' echt verdienen. Het brede publiek heeft waarschijnlijk meer aan een helder schema waarin individuele groenten en fruitsoorten benoemd staan dan aan abstracte categorieën als 'koolsoorten' of oranje fruit. Ook krijgen consumenten op deze manier een beetje inzicht in waar ze bij het boodschappen doen op kunnen letten om zoveel mogelijk nutriënten binnen te krijgen met hun dagelijkse maaltijden.
Het CDC sluit af met de opmerking dat er nog andere nutriëntrijke voedingsmiddelen zijn die in deze eerste opzet niet zijn meegenomen. Ook is, voor een echte validatie van de classificering, 'meer onderzoek' nodig. Het zal eens niet waar zijn.
Fotocredits: 'cresson', [puamelia]
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Rob Baan's cressjes scoren 100!
Dit onderzoek is een belangrijke goede start voor meer onderzoek. Wanneer er uiteindelijk ook nog consumentenprijzen (met alle externe kosten er in verdisconteerd) per nutrientendichtheid aan toegevoegd worden hebben we een mooi lijstje met producten/dieten die meer of minder "bang for the buck" leveren. En we ermee mogelijk stappen zetten om het eens te hebben over welke producten nu wel of niet relevant zijn om in grote hoeveelheden te telen. En waarom dan.
Komkommers staan bijvoorbeeld niet in het lijstje terwijl we er heel veel van produceren. Misschien voor de vezels en het vocht?
(Mooi geschreven, Cécile)
Wat een vreemde ranking. Een korte zoektocht leert dat waterkers alleen hoog scoort op vitamine K, 312%DV per 100g. Maar vitamine K heeft in hun beoordeling een bioavailability van maar 20%, en de andere 16 essentiële nutriënten scoren ver beneden de 100%DV, dus het is mij een raadsel hoe ze op een score van 100 zijn gekomen.
Cécile, overeten is geen issue. De DV's van nutriënten waar naar gekeken is zijn veel lager dan de Upper safe Limit (UL). Voor de vitamine K in waterkers is zelfs geen UL vastgesteld.
(Leuk detail: op deze pagina is ook te lezen dat boerenkool nog 5x meer vitamine K bevat dan waterkers.)
Enerzijds leuke start, deze lijst, anderzijds erg jammer dat de voedingsmiddelen slechts op enkele stofjes zijn beoordeeld en niet in hun totaliteit. Elke plant bevat weer andere verbindingen en die enorme rijkdom valt niet te vatten in een lijstje van 17 nutriënten. Het gevolg is dat bijvoorbeeld het veelgeprezen en -onderzochte knoflook buiten de boot valt. Wat mij betreft zou het daarom goed zijn dat het CDC niet alleen aan de output-kant de abstracte productgroepen (zoals gele groenten) verruilen voor individuele groenten en fruitsoorten, maar dat ook aan de input-kant doen door te kijken naar hele voedingsmiddelen in plaats van stofjes.
Persoonlijk zie ik dit als een mooi begin om bredere 'acceptatie' en gewaarwording te krijgen. Wat Dennis zegt is terecht uiteraard, maar het is een begin. En aangezien er weinig 'gewogenwaardes' zijn gemaakt is het altijd lastig om een totaal beeld te krijgen. Welke geef je meer waarde dan de andere?? #1 Denk dat Rob Baan inderdaad in zijn handen kan wrijven :-)))
Dennis, Peter, maar hoe zijn die UL dan tot stand gekomen?
Let ook nog even op, het CDC heeft de nutrientenwaarde per 100 calorieën berekend, niet per 100 gram.
We hebben in Nederland ook een uitgebreide database over inhoudsstoffen. Hier info over een rauwe tomaat, per 100 gram. (Leuk om die database eens te bekijken)
De keuze om per 100 kcal te ijken is een keuze waarop af te dingen valt. Producten met een lagere calorische waarde scoren al gauw wat hoger bij de powerhouse f&v. Desondanks, een goed begin.
Ik zou graag zien dat supermarkten telers zouden belonen wanneer geleverde versproducten significant boven de NEVO waarden zouden scoren. Toekomst muziek, maar de toon is gezet.