De jonge WUR-academicus Erik-Jan van Oosten viel hier eerder groei als basis voor de ontwikkeling van techniek aan. Hij luisterde naar Louise Fresco, bestuursvoorzitter van de WUR, en spitst zijn technologiekritiek verder aan. We zouden van het efficiencydenken af moeten dat ons bijvoorbeeld steeds meer tarwe van een hectare of tomaten uit kas laat halen.
De groep Critical Students Wageningen nodigde me uit om deel te nemen aan een debat met Louise Fresco, bestuursvoorzitter van de WUR. Dat vond ik een mooie gelegenheid om de discussie die ik ook graag met Bill Gates had willen aanzwengelen alsnog te voeren met één van de invloedrijkste deskundigen op het gebied van voeding en landbouw in Nederland.
De Fossil Free Wageningen beweging was aanwezig en maakte van het moment gebruik om Fresco het boek This changes everything van Naomi Klein aan te bieden. Twee weken eerder schreef Fresco in de NRC een kritiek op Kleins jongste boek. Ze zou te negatief zijn over groei en alle vormen van kapitalisme over één kam scheren.
Ik stelde Louise Fresco twee vragen.
1. "Kunnen we wel eindeloos blijven groeien?"
Anders dan Klein, vindt Fresco groei en kapitalisme niet per definitie slecht. Ze hebben ons immers veel gebracht. Klein ziet de negatieve kant van groei te zwart en de positieve van negatieve groei te wit.
Daarnaast zegt Fresco het onethisch te vinden om ontwikkelingslanden te blokkeren in hun recht op groei. Die zullen immers door een rem op technologiegedreven groei niet kunnen komen waar wij zijn en zeker niet nog verder.
Met zulke punten kan niemand het oneens zijn, maar zijn het daarom sterke argumenten? Dat groei niet altijd slecht is, betekent niet dat het altijd goed is. Een gelijkere verdeling van welvaart kan ook door middel van het contraction and convergence principe. Het laat ontwikkelingslanden doorgroeien, terwijl rijke landen krimpen. Zo kan de totale impact van de mens op de planeet worden verkleind. De kosten van onze groei zijn immers inmiddels hoger aan het worden dan het welzijn dat het oplevert.
Fresco gaat aanmerkelijk minder ver. Zij zegt: “Kapitalisme garandeert niet dat publieke belangen en de zwakken worden beschermd of dat privatisering en markteconomie alles oplossen. Maar het is wel het minst slechte systeem dat we hebben, zeker in combinatie met een robuuste democratie. Ook binnen het kapitalisme kunnen we grenzen aan de ongebreidelde consumptie stellen, bijvoorbeeld door belastingen. Negatieve groei, zoal [Klein] voorstelt, helpt in ieder geval niet om in 2015 tot een klimaatakkoord komen. Maar wel, en daar zijn we het eens, meer creativiteit.”
2. "Gelooft u dat er voor ieder probleem een technologische oplossing is?"
Technologie heeft, antwoordde Fresco in lijn met haar antwoord op de eerste vraag, ons in het verleden veel goeds gebracht zal dat ook in de toekomst blijven doen. Anders dan Bill Gates in College-tour gaf ze aan dat de rol van technologie voor het welzijn van mensen erg belangrijk is. Technologie blijft echter de kern van de oplossing, vindt ze.
Toch zijn er gegronde redenen om daaraan te twijfelen. In de eerste plaats is er sprake van een afnemende meeropbrengst van technologische ontwikkeling. Alexander Fleming kon in 1928 in een relatief bescheiden laboratorium peniciline ontdekken. Charles Darwin kon door goed om zich heen te kijken de mechanismes van evolutie blootleggen. Maar inmiddels hebben we grote onderzoeksteams nodig om onderzoek van dezelfde toevoegende waarde te produceren. De afname van rendement op onderzoek is een goed gedocumenteerd fenomeen en is, zeker wanneer we kijken naar de effecten voor onze kansen voor klimaat-adaptatie, ronduit beangstigend. Ons probleemoplossend vermogen neemt al tientallen jaren af.
Ten tweede is er naast de afname van de meeropbrengst ook een afname van beschikbare energie. Om onder de twee graden opwarming te blijven zal een aanzienlijk gedeelte van de fossiele brandstoffen onder de grond moeten blijven. Dit betekent dat we letterlijk minder energie beschikbaar hebben om te compenseren voor de afnemende meeropbrengst die ontwikkeling ons biedt.
Dat betekent dat de complexiteit van de samenleving af zal nemen als gevolg van de afnemende hoeveelheid beschikbare energie.
Ecosystemen laten een direct verband zien tussen energie en complexiteit. Joseph Tainter heeft deze relatie voor verschillende maatschappijen in de loop der geschiedenis aangetoond en er is geen reden om aan te nemen dat wij de uitzondering zijn, alleen maar omdat we nog net in het tijdperk van de goedkope energie en hoge complexiteit leven.
Dat brengt me bij het punt dat de meeste discussie opleverde tijdens het debat: hoe denkt Fresco over agro-ecologische landbouw als opvolger van de gangbare die we 'conventioneel' noemen?
'Fossiele landbouw'
Fresco blijkt landbouw per definitie een verstoring van de natuur te vinden. Hoe efficienter we die verstoring regelen, hoe minder ruimte we nodig hebben en hoe minder we de natuur belasten. Dat klinkt logisch, al zou misschien een anarcho-primitivist er niet mee akkoord gaan. Zover zou ik in ieder geval niet durven te gaan. Toch kom ik met dezelfde argumentatie als Fresco tot een tegenovergestelde conclusie.
Ja, landbouw is een verstoring van natuur. Ja, we moeten onze impact op het milieu minimaliseren en menselijk leed zo veel mogelijk voorkomen. Maar nee, conventionele landbouw kan deze belofte niet waarmaken. Dat heeft alles te maken met energie en technologie.
De mogelijkeid tot mechanisatie en vooral het Haber/Bosch proces heeft het mogelijk gemaakt fossiele brandstoffen om te zetten in kunstmest. Daarmee werd het de start van wat we nu conventionele landbouw noemen. Zelf pleit ik ervoor om voortaan te spreken over "fossiele landbouw" aangezien de beschikbaarheid van goedkope fossiele energie dit landbouwsysteem mogelijk heeft gemaakt en omdat het een recente (rond 1900 ontstaan) en exceptionele landbouwmethode is in de menselijke geschiedenis. Er zijn talloze andere methodes waarbij de titel conventioneel toepasselijker zou zijn. Fossiele landbouw zal zijn efficientie verliezen wanneer energie schaarser wordt. De zgn. ERoEI van fossiele landbouw is nu in veel gevallen lager dan agro-ecologische landbouw en dat zal wanneer de inputs en innovatie in de loop van tijd afnemen erger worden.
Blinde focus op efficiency
Ik ben het eens met Louise Fresco dat we toe moeten naar een landbouwsysteem dat de impact op het milieu minimaliseert en de menselijk leed zo veel mogelijk beperkt. Maar dat gaat alleen binnen een systeem dat de fysieke grenzen van de planeet erkent. Fresco lijkt te denken vanuit een hockeystick-denken waarbinnen oneindige groei van hetzelfde mogelijk is omdat we steeds een nieuwe technologische sprong kunnen maken. In werkelijkheid zijn we meer dan ooit gebonden aan enorme systemen die nog slechts zichzelf kunnen reproduceren bij steeds verder afnemende meeropbrengsten. Er is juist een sprong nodig naar een andere manier van doen die niet meer ‘conventioneel’ in de zin van efficiënt is, maar juist weer divers en daardoor weerbaar en robuust om veranderingen en bedreigingen aan te kunnen. Als we die sprong niet zelf laten gebeuren, zal die ons overkomen. Daar ligt dan ook de werkelijke keuze, waar we voor staan. Gaan kapitalisme en creativiteit ons die zelf laten maken?
De blinde focus van de fossiele landbouwindustrie op efficiëntie van de opbrengsten van een gewas per hectare is juist wat deze manier van landbouw minder robuust maakt en daarmee ontvankelijker voor rampen zoals de dust bowl in de jaren dertig. Juist wanneer ons klimaat onstabieler wordt zie ik dit als een onaanvaardbaar risico dat niet strookt met het streven menselijk leed te beperken en welzijn te maximaliseren. Ik durf blind te vertrouwen op technologie. Die hoort bij ons wezen, efficiency niet. Om te kunnen overleven, moeten we ons steeds kunnen aanpassen. Dat lukt niet met een een groei die leidt tot steeds grotere efficiënte systemen. Ik denk dat Louise Fresco dat niet ziet of verdringt.
Fotocredits: Mason's Efficiency Restaurant, Brent Moore
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Erik Jan, je argumenten snijden hout, maar ontwikkeling zonder efficiency lijkt me een contradictio in terminis. Als de relatie tussen energie en complexiteit zo hard is als jij het stelt (en waar ik in mee ga), dan moet je ook onderkennen dat de relatie tussen complexiteit en efficiency hard is. Complexe systemen hebben er baat bij efficiënt om te gaan met de beschikbare (schaarse) energie, omdat hen dit in staat stelt om de bestaande complexteit langer vol te houden c.q. energie vrij te maken om te investeren in nieuwe complexiteit (d.w.z. oplossing van nieuwe problemen). Voortgaande efficiency hoort dus bij voortgaande complexiteit. Het nadeel van voortgaande efficiency is toenemende kwetsbaarheid. Efficiency wordt vooral gerealiseerd door schaalvergroting en specialisatie. Dat betekent strakkere koppelingen en minder redundantie, en gaat net zolang door tot een kritieke drempel wordt bereikt. Het proces van voortgaande efficiëntie is dus niets anders dan een proces van selforganised criticallity. Complexe systemen kunnen niet anders: juist om hun complexiteit zo lang mogelijk in stand te kunnen houden, c.q. hun probleemoplossend vermogen te vergroten organiseren ze hun eigen kritikaliteit. Dat is de paradox van (on)houdbaarheid van complexe systemen.
De vraag is vervolgens welke handelingsperspectieven je hier aan kunt ontlenen met het oog op een continueerbaar en redelijk welvaartsniveau voor allen? Het patroon van selforganised criticallity is wat mij betreft een natuurwet. Het is eenvoudigweg de manier waarop complexe systemen evolueren. De belangrijkste variabele is m.i. de schaal waarop het systeem is georganiseerd. Hoe groter het systeem, hoe langer het duurt voordat de hele cyclus doorlopen is, maar ook hoe heftiger de catastrofe na het bereiken van de kritieke drempel. Hoe kleiner het systeem, hoe sneller de cyclus wordt doorlopen, maar ook hoe kleiner de catastrofe na het bereiken van de kritieke drempel (vglk. Gunderson & Holling’s panarchy). Dit impliceert dat systemen die op mondiale schaal zijn georganiseerd het nog wel even kunnen uitzingen voordat de kritieke drempel wordt bereikt, maar als die eenmaal is bereikt, dan is het leed niet te overzien. Het lijkt dus wijzer om onze samenleving te organiseren op basis van meerdere, kleinere, losjes gekoppelde systemen. Dat levert meer crises op, maar de effecten daarvan zijn niet zo verreikend. Bovendien biedt elke crisis ook kansen. Er kan immers weer met een schone lei worden begonnen. Dat komt de veerkracht van het systeem als geheel ten goede.
Schaal is dus wat mij betreft de sleutel. De relatie tussen schaal en veerkracht is bijvoorbeeld een gefundeerd argument tegen ongebreideld handelsliberalisme (itt populistische "eigen volk eerst" argumenten). Maar, de behoefte aan probleemoplossing, en dus meer complexiteit, en dus meer efficiency drijft ons naar het mondiale niveau van organisatie. Weerstand bieden tegen die trend betekent minder (materiele) welvaart. Dat is de prijs die we in het heden moeten betalen voor het voorkomen van grote catastrofes in de toekomst. En dat is natuurlijk een hele lastige afweging, want ook kleine catastrofes in kleine systemen kunnen grote persoonlijke drama's betekenen. Daar staat tegenover dat een collapse op mondiaal niveau waarschijnlijk nog wel even (enkele tientallen jaren?) op zich laat wachten. Hoop doet leven zegt Dick V. altijd, en als we vijftig jaar terug kijken en zien wat we in die tijd allemaal voor oplossingen hebben bedacht, dan ontlenen heel veel mensen daar de (valse) hoop aan dat ons dat de komende vijftig jaar ook weer gaat lukken. Dat veranderen we niet zomaar even ...
Erik-Jan, denk je dat het je deze keer wel gaat lukken mede-studenten die aanwezig waren in Wageningen te mobiliseren voor deze door jou ingezette foodlog-draad?
Over die kenschets fossiele landbouw: alle vormen van landbouw op de wereld zitten ergens op een schaal van tussen de 1% en (pakweg) de 90% gebruik fossiel (berekend in verhouding menselijke/machinale inputs) voor een eenheid product. Een indiaan in de amazone die het bos kapt met een kapmes gebruikt daarvoor die 1%, een maisboer die ploegt, kunstmest, combinet, droogt en vervoert die 90%. Ik meen dat Pimentel eens 3 systemen heeft vergeleken, maisbouw met pootstok, mais met ossenploeg, en Midwest maisbouw. De uitkomst is simpel: naarmate je minder fossiel gebruikt, produceer en verdien je ook minder per dag, heb je meer grond nodig per kilo product, maar vervuil je de atmosfeer minder met CO2. Tel uit je winst of verlies. Ik word wel eens uitgescholden om mijn fossiele ideeen, maar daar is een ander concept van fossiel in het spel uiteraard.
Erik-Jan, even een vraag wie willen jullie op jullie manier voeden, alleen Nederland of ga je er vanuit dat het vanzelf goed komt om ook de hele bevolkings- groei in Africa te voeden als we niet meer efficiënt mogen werken in de landbouw.
Vind het ook ronduit dom en kortzichtig dat jullie, zoals ik het lees, efficiëntie per definitie associëren met met gebruik van meer fossiele brandstoffen.
Indien we in NL per direct over zouden gaan op, ja wat eigenlijk, ik neem even aan een vorm van biologische landbouw dan ben je er in elk geval zeker van dat we in levensstandaard in NL er een % of 30 of nog meer op achteruit gaan, en we zeker geen geld meer hebben om ook nog maar iets te doen aan problemen in andere landen. Het lijkt er op dat jullie nog steeds geloven in gratis geld, of zoals de communisten deden, gewoon bij laten drukken als je te weinig had.
@ Frank: die arme Erik-Jan niet te hard aanpakken hoor, hij begint pas, een broekje vol jeugdig optimisme, het moet anders want zo gaat het niet langer!, ik mag dat wel, in mijn tijd was de hele jeugd zo, maar dat is allang niet meer zo. Hij heeft nu al 2 vragen mogen stellen aan een canon, en al 2x een podium hier mogen betreden, me dunkt, dat kan niet iedere pas afgestudeerde hem nazeggen! En dat -jullie- lijkt me ook niet op zijn plaats, hoe groot is zijn achterban? Maar al te klein, vrees ik, de WUR blijft toch vooral het bastillon van de Dijkhuizens (hele kluif voor Louise!!).