Tweederde van Nederland vindt ons voedsel te duur. Tuinder en 'goed voedsel'-advocaat Rob Baan twistte dat slechts 'een derde van Nederland kan nadenken'. Goos Eilander zet de verontwaardigde reacties op zijn recente Foodmonitor-onderzoek op hun plek.
Vorige week publiceerden Trendbox en FoodforFood het eerste stukje resultaat uit hernieuwd Foodmonitor-onderzoek. Daaruit bleek dat iets meer dan 60% van de Nederlanders het prijspeil van voeding aan de dure kant vindt.
Neerbuigend
Dat leverde nogal wat reacties op, onder meer op het altijd actuele Twitter. Voornaamste toon van de reacties: hoe durven ze, die consumenten! Weten ze dan niet dat voeding bij ons eigenlijk goedkoop is? En alsmaar goedkoper wordt? Laat die consument nou eens om zich heen kijken, zich eerst oriënteren en dan pas zo’n vraag beantwoorden, vond de criticasters.
Zulke reacties vind ik nogal neerbuigend en vol dédain. Door de jaren heen heb ik ze vaak zo geuit zien worden door mensen die expert zijn op een bepaald terrein. In dit geval gaat het om mensen die iets weten van de voedingsbranche. Maar expert zijn op het terrein van voeding betekent nog niet dat je het oordeel van anderen zomaar kunt bashen. Zeker niet als het om ‘de consument’ gaat, lijkt me.
Eigen perceptietechniekjes
Bedenk dat consumenten wezens zijn die dit soort zaken geheel vanuit hun eigen, autonome perspectief bekijken. Als wezens die murw zijn van 5 jaar recessie, van een regering die van geen ophouden weet waar het bezuinigen betreft, en die het begrip investeren vergeten is. En als wezens waarvan het besteedbaar inkomen al een paar jaar op rij daalt, waarvan een toenemend aantal de maandelijkse eindjes al niet meer aan elkaar geknoopt krijgt.
Bedenk bovendien dat die consument al zoveel in de gaten moet houden, en dat die consument daar zijn/haar eigen perceptietechniekjes voor heeft ontwikkeld. Zo kijkt de consument qua prijspeil bijvoorbeeld naar de prijzen van Wijn, of Tabak, of Benzine in Duitsland en België, of naar de prijs van Uit Eten Gaan in die beide landen. Op de manier constateert hij aan de hand van een heel feitelijke waarneming waar hij het voordeligst uit is. Dat vertaalt hij meteen door naar een groot domein als voeding en de prijs die daarvoor betaald wordt. Dat verklaart de score op die vraag.
In het verlengde van de discussie over het prijspeil werd natuurlijk meteen opgemerkt dat de consument niks over heeft voor goede voeding. Kom nou toch zeg! Kijk eens naar de ontwikkeling van biologisch: langzaam maar gestaag. Biologische en/of ecologische en/of eerlijke voeding wordt gekocht door een van jaar tot jaar steeds maar uitdijende groep consumenten. Dat gaat echt wel de goede kant op. Nou die recessie nog de baas worden.
Goos.eilander@trendbox.nl
Fotocredits: Sascha Kohlmann
Dit artikel afdrukken
Neerbuigend
Dat leverde nogal wat reacties op, onder meer op het altijd actuele Twitter. Voornaamste toon van de reacties: hoe durven ze, die consumenten! Weten ze dan niet dat voeding bij ons eigenlijk goedkoop is? En alsmaar goedkoper wordt? Laat die consument nou eens om zich heen kijken, zich eerst oriënteren en dan pas zo’n vraag beantwoorden, vond de criticasters.
Zulke reacties vind ik nogal neerbuigend en vol dédain. Door de jaren heen heb ik ze vaak zo geuit zien worden door mensen die expert zijn op een bepaald terrein. In dit geval gaat het om mensen die iets weten van de voedingsbranche. Maar expert zijn op het terrein van voeding betekent nog niet dat je het oordeel van anderen zomaar kunt bashen. Zeker niet als het om ‘de consument’ gaat, lijkt me.
Eigen perceptietechniekjes
Bedenk dat consumenten wezens zijn die dit soort zaken geheel vanuit hun eigen, autonome perspectief bekijken. Als wezens die murw zijn van 5 jaar recessie, van een regering die van geen ophouden weet waar het bezuinigen betreft, en die het begrip investeren vergeten is. En als wezens waarvan het besteedbaar inkomen al een paar jaar op rij daalt, waarvan een toenemend aantal de maandelijkse eindjes al niet meer aan elkaar geknoopt krijgt.
Bedenk bovendien dat die consument al zoveel in de gaten moet houden, en dat die consument daar zijn/haar eigen perceptietechniekjes voor heeft ontwikkeld. Zo kijkt de consument qua prijspeil bijvoorbeeld naar de prijzen van Wijn, of Tabak, of Benzine in Duitsland en België, of naar de prijs van Uit Eten Gaan in die beide landen. Op de manier constateert hij aan de hand van een heel feitelijke waarneming waar hij het voordeligst uit is. Dat vertaalt hij meteen door naar een groot domein als voeding en de prijs die daarvoor betaald wordt. Dat verklaart de score op die vraag.
In het verlengde van de discussie over het prijspeil werd natuurlijk meteen opgemerkt dat de consument niks over heeft voor goede voeding. Kom nou toch zeg! Kijk eens naar de ontwikkeling van biologisch: langzaam maar gestaag. Biologische en/of ecologische en/of eerlijke voeding wordt gekocht door een van jaar tot jaar steeds maar uitdijende groep consumenten. Dat gaat echt wel de goede kant op. Nou die recessie nog de baas worden.
Goos.eilander@trendbox.nl
Fotocredits: Sascha Kohlmann
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Ik lees dat ik als consument zou weten hoe de prijzen voor wijn, tabak, benzine en uit eten gaan in onze buurlanden zijn ten opzichte van in Nederland. Dat zal best kloppen voor de mensen die aan de grens wonen, maar in de Randstad (waar de meeste consumenten wonen) lijkt me dat stug.
Goedemorgen Henric, mensen in de Randstad komen ook weleens daarbuiten.
Goos, ik kom niet uit een ei, kom ook best eens buiten, zelfs in de supermarkt. Maar ik heb sterk mijn twijfels bij de stelling dat de gemiddelde consument weet hoe de verhoudingen zijn in prijzen tussen Nederland, Duitsland en België. Maar misschien heb ik het mis en heeft de gemiddelde consument dit wel scherp in beeld. Kun je misschien uitleggen hoe de gemiddelde consument deze informatie krijgt?
Dag Henric, ik ben zelf de gemiddelde consument nog niet tegengekomen, maar van hen die wij ondervragen gaat een groot gedeelte weleens met vakantie en doet dan ervaring op. Die ervaring wordt verder gevoed door wat men leest, en ook door wat men voelt. Dat is niet altijd even feitelijk gebaseerd maar wel Hun Mening, en daar ging het mij om.
Goos, in sociaal-psychologische termen: jij stelt dat dit onderzoek laat zien dat de houding van Nederlanders overwegend wordt bepaald door een duurte-gevoel dat wordt veroorzaakt door als lager gepercipieerde prijzen in het buitenland.
Wat kunnen Nederlandse winkeliers eraan doen om die perceptie meer richting realiteit te krijgen?