De gemiddelde hoeveelheid zout die Britten binnenkregen daalde met bijna 20% nadat de Food Standards Agency (FSA) in 2003 een zoutreductieprogramma startte. Vrijwillige zoutdoelstellingen richtten zich in 2006 op 85 categorieën bewerkte en bereide voedingsmiddelen, die bijdroegen aan ruim 75% van de dagelijkse zoutinname in Groot-Brittannië. In 2011 liet de toenmalige coalitieregering die strenge en voortvarende aanpak in 2011 varen, ook al werd die door deskundigen bejubeld als 'van wereldklasse'.

Volgens onderzoek van de Queen Mary University daalde op het hoogtepunt van het zoutreductieprogramma - tussen 2003 en 2014 - de zoutinname van de Britten met 19%. De onderzoekers stellen dat dit naar schatting jaarlijks meer dan 9.000 levens kan hebben gered. Na de verandering steeg de gemiddelde inname weer, van 7,58 gram per dag in 2014 naar 8,39 gram per dag in 2018. De bloeddruk daalde in die periode gemiddeld met 3 mmHg, wat bijdroeg aan de vermindering van de sterfte door beroertes en ischemische hartziekten. De besparing op de gezondheidszorg schatten de onderzoekers op £1,5 miljard per jaar.

De getallen resulteren uit rekenmodellen en zijn geen vastgestelde werkelijkheid. Het team schat dat als de zoutreductie was doorgegaan, de gemiddelde inname tussen 2014 en 2018 met nog eens 1,45 gram per dag zou zijn gedaald. Het loslaten van de doelstellingen voor zoutreductie leidde ook tot een afvlakking van zowel de bloeddrukniveaus in de hele bevolking als het aantal sterfgevallen als gevolg van hartaanvallen en beroertes, die beide een daling hadden ingezet nadat voedingsmiddelen minder zout waren geworden. Het zou 38.000 sterfgevallen als gevolg van beroertes en hartziekten in slechts 4 jaar tijd - waarvan 24.000 voortijdig zouden zijn geweest - hebben kunnen voorkomen, denken de onderzoekers.

action on salt grafiek 1
Grafiek uit Salt intake, blood pressure and cardiovascular disease mortality in England, 2003–2018


De onderzoekers vinden dat de industrie niet vrijblijvend met de zoutreductie mag omgaan en nadrukkelijker geprikkeld moeten worden om zich eraan te houden. “Deze nieuwe bevindingen zouden politici moeten overtuigen om voedselproducenten meer aan te sporen om het zoutgehalte van hun producten te verlagen. Ook zouden ze serieus moeten gaan nadenken over verplichte maatregelen om het huidige vrijwillige programma op te volgen”, zegt John Maingay, directeur beleid en beïnvloeding van de British Heart Foundation in The Guardian.

Aan dezelfde krant laat een regeringswoordvoerder weten dat het zoutreductieprogramma stevige en duidelijke doelen stelt voor alle sectoren van de voedingsindustrie om het zoutgehalte in hun producten te verminderen. De woordvoerder gaat verder niet in op de beschuldigingen. "We ondernemen ook krachtige actie om gezondere keuzes voor gezinnen te bevorderen."

Voor Action on Salt (AoS), de British Heart Foundation, de British Medical Association en 30 andere gezondheidsorganisaties en professionals is dat onvoldoende, schrijft Nutrition Insight. Zij ondertekenden een open brief aan de leiders van de Britse regeringspartijen waarin ze aandringen op het opnieuw leven inblazen van het zoutreductieprogramma in het licht van de onderzoeksresultaten. Uiteraard zou dat programma dan nu wel verplicht en alomvattend moeten zijn.

In 2016 twijfelde op Foodlog Dennis Zeilstra aan zoutreductie als probleemstelling. Als er niettemin doden vallen ligt dat misschien niet aan het zout, maar zou dat ook kunnen liggen aan het soort producten waarmee we zout naar binnen krijgen, cq. aan de levensstijl van mensen die gevoelig lijken voor zout.
Dit artikel afdrukken