In het bij de wetenschappelijke uitgever Wiley uitgegeven boek 'Organic Meat Production and Processing' hebben Ellen van Loo (Universiteit Gent) en mede-auteurs van de University of Arkansas een aantal wetenschappelijke artikelen verzameld over productie, verwerking en marketing van biovlees.

De biologische vleesmarkt maakt inmiddels 2 procent uit van de totale vleesmarkt in Europa, en 13 procent van de Europese markt in biologische voeding. Vooral de twijfels die consumenten hebben bij de intensieve veehouderij en de effecten op gezondheid, dierenwelzijn en milieu hebben bijgedragen aan de groei.

Volgens De Loo gaan consumenten uit van het idee dat "Biovlees gezonder, veiliger en is beter [is] voor het milieu. Bovendien zijn de dieren gekweekt op een diervriendelijk manier en hebben ze minder kans om ziek te worden."

De studies in het boek laten zien dat deze argumenten niet altijd kloppen. Zo is het microbiologische risico van biologische veehouderij mogelijk groter. Van Loo zegt daarover: "Dat biovlees vaker dan gangbaar vlees drager kan zijn van bacteriën en de dieren minstens zo vaak getroffen worden door virussen, is het gevolg van de beperkingen op het gebruik van antibiotica, de uitgebreide tijd die de dieren buiten spenderen (meer ziekten die overgaan van wilde dieren op landbouwdieren) en de vaak kleinere verwerkingsfaciliteiten".

Ook qua milieu-impact blijkt een discrepantie te bestaan tussen wat de consument denkt en de werkelijkheid. De biologische regelgeving zegt niets over waar het biologische veevoer geproduceerd moet worden, de CO2-uitstoot of foodmiles. Alleen het productieproces moet aan bepaalde duurzaamheidseisen voldoen. De consument verwacht dat dit bij biovlees 'beter' is dan bij gangbaar vlees, maar uit de casestudies in het boek kan die conclusie niet getrokken worden.

Diervriendelijkheid vindt de consument minder belangrijk dan gezond, veilig en milieuvriendelijk. De consument gelooft echter wel dat de dieren die biologisch vlees leveren een fijner leven hebben gehad. Van Loo c.s. laten zien dat de wetenschap dit niet onomstotelijk vast kan stellen. Er zijn grote verschillen tussen bioboerderijen onderling, en juist ook overeenkomsten in ziekte- en sterftecijfers bij gangbare en biologische veehouderijen.

De consument is momenteel bereid om meer te betalen voor biovlees, ondanks de dus niet onomstreden claims. Dat het niet nog vaker gekocht wordt, is volgens Van Loo te wijten aan de hoge prijs en de beperkte beschikbaarheid van biologisch vlees in het retailcircuit. "De interesse is er, nu nog proberen de winkelprijs een beetje te drukken. En meteen ook de claims van biologisch vlees meer in detail onderzoeken".

Fotocredits: Rockman of Zymurgy
Dit artikel afdrukken