Een belangrijke analyse ontbreekt: op wie moet je stemmen als je weet wat je wilt eten?
De grote beelden zijn bekend. De trend is naar natuurlijk, weg met tech, local for local, minder maar beter, geen beesten, maar planten. De werkelijkheid zou wel eens een wereld met meer tech kunnen zijn. Om de doodsimpele reden dat het voeden van 9 miljard monden in 2050 meer en meer technologie gaat vragen.
Wat willen we eten, hoe willen we dat ons voedsel gemaakt wordt en via ons bord of een meeneemservetje in onze mond beland?
Welke consequenties denken we dat dat heeft voor onze gezondheid en voor dat te pas en te onpas gebruikte woordje ‘duurzaamheid’?
In aanloop naar de Nederlandse verkiezingen op 9 juni a.s. doen we hier om de paar dagen een gesprek met een politicus over zijn partijprogramma, cq. een toelichting daarop vanuit de vragen die we daarover hebben.
Uw verslaggevers zijn Samuel Levie (Youth Food Movement), Felix Wilbrink (De Telegraaf), Jan Peter van Doorn (marketingman en commentator foodlog.nl), Peter Jens (belangenbehartiger en commentator foodlog.nl) en Dick Veerman (foodlog.nl).
Op 31 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Zucht... Ruilhandel is zo gek nog niet. Iemand kaas en melk ruilen voor stenen en cement?
Groet
Boy
Huib, kun je zelfs lezen en luisteren te gelijk: http://www.abc.net.au/specials/saul/fulltext.htm
Huib, ik zal eerst eens vertellen hoe John Ralston Saul bij mij in de boekenkast kwam. In de hoogtij dagen van de globalisering begon ik mij te irriteren aan het haast religieuze karakter van deze economische doctrine. De belangstelling voor de specifieke positie van de agrarische economie was nihil, landbouw beschouwen als de Twentse textielindustrie. Eind jaren 90 werd ik door Amerikaanse vrienden gewezen op de eigenzinnige analist en schrijver John Ralston Saul, die met zijn analyse van de landbouw erg dicht in de buurt kwam van wat ik als een meer realistische visie beschouwde. Na het lezen van "Voltaire's Bastards: The Dictatorship of Reason in the West (1992)", las ik "The Doubter's Companion: A Dictionary of Aggressive Common Sense (1994)", "The Unconscious Civilization (1995)" en "The Collapse of Globalism and the Reinvention of the World (2005)".
Vooral na het lezen van het laatste boek werd mij duidelijk dat de wereld van hem niets wilde weten, het was en bleef globalisering, globalisering, bis, bis, bis.
Bij mijn boekhandel was van Saul niets te vinden, daarentegen steeg de stapel boeken van Thomas L. Friedman met zijn "The world is flat" met de dag. Ook publiceerde de nitwit in de Volkskrant, waardoor maar weer eens bleek hoe diep ieder in dit land door de religie van de globalisering was gegrepen. Of de Vk al helemaal afscheid hebben genomen van het commerciële project Friedman is me nog niet helemaal duidelijk, inmiddels is hij groen geworden. Globalisering is over, het is nu groen wat de klok slaat.
Het stuk waar ik naar refereerde over het niet meer normaal belasten van de internationale corporaties staat in "Voltaire's Bastards op blz 390:
"Following the 1973 crisis, Western governments had desperately sought a way to deal with the economic catastrophe created by their dependence on OPEC oil. They finally decided to leave the corporate part of the price increase in the hands of the "Western-based multinational companies responsible for transporting energy.
These corporations could then reinverst their new riches at home or in stable countries outside OPEC, with the aim of dicovering and developing a guaranteed energy supply for the West.
Het hun toegeworpen geld (hadden ze niet voor het eigen bedrijf nodig, want men had al jaren gigantische winsten gemaakt) werd geïnvesteerd in de aankoop van bedrijven. Mobil kocht Montgomery Ward, Sun Oil Ston-N-Go grocery en Shell ging in de plastics.
Atlantic Richfield kreeg het zelfs voor elkaar om de prijzen van kolen van de aangekochte kolenmijnen te koppelen aan de prijs van de olie.
Mag je een keer raden wie nu de bulk van de belastingen betaald?
"geld" wordt gecreerd door de belofte het terug te betalen en het te beprijzen via positieve rente. Op die manier zorgen we ervoor dat het niet bederft. Bernard Lietaer schrijft dat 98% van de totale geldhoeveelheid in omloop speculatie betreft en slechts twee procent te maken heeft met goederen en diensten.
Voor degenen die geinteresseerd zijn in "nieuwe" ideeen over geld google eens op Bernard Lietaer en Silvio Gesell.
Hendrik, ik heb gegoogled op Dhr Saul, maar wat is het meest belangwekkende wat hij geschreven heeft?
Steven, ik ben het met je oneens wat betreft de bederfelijkheid van het geld van Peter Jens.
Om het in perspectief te plaatsen: er is ouderwets geld en nieuwerwets geld.
Ouderwets geld is stukjes papier of metaal met opdruk waarvan we onderling afgesproken hebben dat die waarde hebben. Dit geld is niet bederfelijk. Hooguit kunnen muntjes in een afvoerputje langs het trottoir rollen en bankbiljetten worden wel eens gebruikt om sigaren mee aan te steken.
Daarnaast is er nieuwerwets geld: dit is slechts virtueel aanwezig. James Bruges haalt in het eerder genoemde boek aan hoe een kennis van hem een lening aanvroeg van 100.00 pond. Dat kon de bank wel ter beschikking stellen. Uiteindelijk ging het plan waarvoor het geld nodig was geweest niet door en dus ook de lening niet. Het bedrag was enige tijd aanwezig geweest - in de computer van de bank - maar was vervolgens weer in het niets opgelost.
Banken hebben slechts 8% van het geld dat ze uitlenen daadwerkelijk op hun rekening staan (die 8% is het wettelijk minimum). Ze lenen dus 12 keer zo veel uit als er aanwezig is. Als mensen zelf bankbiljetten gaan fabriceren in hun kelder eindigen ze in de cel. Voor banken en regeringen is het legaal.
DSB-bank kwam vorig jaar in problemen toen spaarders hun geld kwamen ophalen en die 8% niet haalbaar meer was.
Het is denkbaar dat banken nog op een andere wijze in problemen komen: als klanten aankloppen met de vraag "Ik heb een lening bij jullie en nu wil ik dat bedrag opnemen". Wellicht zal het antwoord zijn: "Dat is niet de bedoeling want het gaat niet om ouderwets maar om nieuwerwets geld"
J. Bruges stelt voorts dat het belangrijkste exportproduct van de USA lange tijd uit dollars bestond. Veel arme landen namen die af in ruil voor hun producten en grondstoffen.
Hoe veel van dit soort verschijnselen zullen er zijn waarvan over tientallen/honderden jaren wordt gezegd: "Wat absurd, hoe is het mogelijk dat er toendertijd geen aandacht voor was?"