Over die vragen werd volop gediscussieerd in een zowel hooggeleerd als verrassend gemêleerd gezelschap dat zich in Ede verzameld had.
Foodlog hoopt dat het onderzoek het startpunt is van een continue en open discussie. Ons doel is om het gesprek aan te zetten over academische vrijheid en een discussie te krijgen op basis van de bevindingen en conclusies uit ons onderzoek. We nodigen iedereen die geïnteresseerd is om daaraan bij te dragen. Het onderzoeksverslag is hier te vinden. De samenvatting in presentatievorm vind je hier.
Na de presentatie ontstond een boeiende discussie zonder taboes. Precies zoals het onderzoek dat beoogt.
In de samenvatting is het hierboven afgebeelde model te vinden dat Foodlog maakte om de discussie te voeren. Het zegt, kort samengevat, dat er geen collectief belang is om kritischer te zijn op de vragen waar de onderzoekers financiering voor kunnen vinden. Bedrijven hebben dat belang niet omdat ze hun onderwerpen zelf vanuit hun belangen kiezen. Publieke middelen zijn afhankelijk van geldende denkwijzen die doorwerken in het publiek-privaat gefinancierde onderzoek. Wetenschappelijke bladen hebben een business model dat haaks staat op kritische reflectie: ze distribueren tegen hoge abonnementskosten gratis verkregen dure content die denkmodes moet bevestigen of ontkrachten maar zich niet de vraag stelt welk onderzoek relevant is of de moeite waard mag heten.
Citaat uit het onderzoeksverslag:
Biedt de voedingswetenschap voldoende ruimte om onderzoek te doen dat onderzoekers zelf relevant vinden?
In opdracht van de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) hebben wij door middel van gesprekken onderzocht in hoeverre voedingsonderzoekers hun academische nieuwsgierigheid en creativiteit kwijt kunnen in hun onderzoek. Meer specifiek hebben we onderzocht of de ervaren academische vrijheid verschilt per type financieringsbron.
Belangrijkste bevindingen
Om deze vragen te beantwoorden hebben we een exploratief sociologisch onderzoek opgezet en uitgevoerd. We hebben 30 diepte-interviews gedaan met hoogleraren, universitaire hoofddocenten, postdocs, assistenten in opleiding (PhD’ers) en wetenschappelijke onderzoekers uit het bedrijfsleven.
Uit de gesprekken die we voerden komt het beeld naar voren dat de ruimte voor eigen invulling van het onderzoek bij alle typen financieringsbronnen beperkt wordt door de werking van het academische onderzoekssysteem en de financiering daarvan, en door belangen en vaste denkkaders. Met het academische onderzoekssysteem bedoelen we de manier waarop onderzoek wordt aanbesteed via calls en private opdrachten die worden gehonoreerd met financiering.
Publiek-privaat onderzoek - de dominante vorm van academisch onderzoek in Nederland - biedt volgens de geïnterviewden ruimte voor eigen invulling en onderlinge reflectie op uit te voeren onderzoek - de vraag en de methode - ook tijdens het onderzoek. Gaandeweg kunnen vraag en methode worden bijgesteld als dat aantrekkelijkere uitkomsten biedt binnen de denkkaders en kansen op funding voor vervolgonderzoek vergroot.
Volgens de geïnterviewden is er bij publiek gefinancierd onderzoek meer ruimte voor het bijsturen van de onderzoeksvraag ten opzichte van privaat, en dus meer academische vrijheid binnen het maatschappelijk belang zoals onderzoekers dat ervaren, of meer ruimte voor onderzoek naar vragen die de onderzoeker persoonlijk bezighoudt.
Privaat onderzoek wordt volgens de geïnterviewden het meest strikt van tevoren vastgelegd en conform de gemaakte afspraken uitgevoerd en gerapporteerd. Niettemin is er binnen de kaders van de sponsor ruimte voor eigen nieuwsgierigheid en creativiteit. Die kan zelfs groot zijn, afhankelijk van de vaardigheden van de onderzoeker om eigen interesses te combineren met onderzoeksopdrachten.
Biases
Op basis van onze gesprekken valt te constateren dat de ontwikkeling van wetenschappelijke kennis wordt beperkt door gesloten denkvormen door frames die onderzoekers zelf hanteren, publicatiedruk, consensus, publicatiebias, data milking, belangenbias en discoursbias.
Uit onze gesprekken blijkt dat vooral seniore onderzoekers vinden dat er te weinig ruimte is voor kritische reflectie op de onderzoeksvragen die gesteld worden. Er is nauwelijks of geen ruimte waar in rust en openheid kritisch nagedacht kan worden over de vragen die niet gesteld worden, niet alleen vanwege de druk in het huidige onderzoekssysteem, maar ook door het ontbreken van prikkels om onderzoek te vernieuwen.
Regelmatig kwam aan de orde dat de vraag gesteld moet worden of er te veel onderzoekers zijn of dat er te weinig geld voor onderzoek is. Wetenschap is georganiseerd als een complex onderzoekssysteem met (mogelijk te ruim) beschikbare onderzoekscapaciteit (die gevuld moet worden) rond beperkte potten met geld die voor publiek en publiek-privaat onderzoek door calls worden gereguleerd.
Druk op jong talent en sterke onderlinge competitie
Uit de gesprekken komt naar voren dat de druk op jonge onderzoekers in dit complexe onderzoekssysteem groot is, met name voor startende onderzoekers. Met vaak beperkte begeleiding moeten zij zich staande houden in een wereld die draait om concurrentie en het binnenhalen van funding.
Tot slot viel op dat de onderzoekers regelmatig onderlinge competitie noemden als een hinderende factor bij academische samenwerking en het poolen van onderzoek (meta-analyses en systematische reviews). De concurrentie om het onderzoeksgeld is groot, het scoren van publicaties kan gemakkelijk dwingen tot meestribbelende samenwerking tussen onderzoekers.
Aanbevelingen
We menen dat de gesprekken voldoende basis zijn om te concluderen dat er geen plek bestaat voor kritische reflectie op onderzoeksvragen. Het gaat hierbij om het in mededinging (voor financiering) brengen van onderzoeksvragen die wel leven maar buiten beeld blijven. Fundamenteel vernieuwende en niet direct herkenbare vragen vallen van tafel als er geen transparantie is rond de motivatie voor calls en de allocatie van financiering. Dit kan worden voorkomen door inhoudelijke reflectie op alternatieve vragen, multidisciplinaire samenwerking en zelfreflectie op besluiten te vereisen. Zo kan de motivatie voor calls en hun financiering transparanter worden gemaakt.
We stellen voor om als eerste een plek te faciliteren op Foodlog waar niet-gestelde vragen bespreekbaar worden gemaakt. Tevens stellen we voor om een kwantitatief onderzoek op te stellen waarmee kan worden vastgesteld of onderzoekers uit andere life sciences, zoals de biologie en ecologie en de toegepaste vormen (waaronder modelbouw) daarvan, hetzelfde ervaren als voedingsonderzoekers.
Vermoed mag worden dat de situatie in andere disciplines niet veel verschilt. Het onderzoek kan bijdragen aan het creëren van prikkels om wetenschap weer aan te laten sluiten bij wat het publiek van goede onderzoekers verwacht: de vragen stellen die de beste nieuwsgierige onderzoekers kunnen bedenken.
Kort gezegd bevestigde het gesprek in Ede gisteren de gedachte dat er aanleiding is om een publiek debat te starten over wetenschapsfinanciering omdat die gevangen is in gemeenplaatsen, belangen en verkokerde gedachten. In Nederland is dit fenomeen vermoedelijk sterker dan elders in de EU.
Kik op de link om het onderzoeksverslag Rapport Academische Vrijheid in de Voedingswetenschappen (december 2023) te downloaden. Klik op de volgende link om het slide deck (PDF) van de samenvattende presentatie van gisteren te bekijken.
Op 31 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
De NRC schrijft vandaag over ons onderzoek in opdracht van de Nederlandse Zuivelorganisatie. Het artikel kan je hier vinden.
pps
Kan het niet laten hiernaar te verwijzen.... op te vatten in breder perspectief...
Ik wees op een waarschijnlijk verband, binnen deze lijn, Dick. Een kritische attitude aankweken bij de opleiding. Ook t.a.v. methoden en technieken.... assumpties (theses).
Die grenzen zijn moeilijk te trekken, sommige zaken liggen hetzelfde, en er zijn andere kritische filosofen hieruit voortgekomen... die niemand op de opleidingen kent. 1966 is de filosofische einddatum met Popper blijkbaar. Eureka!
Maar laten we deze eindeloze filosofische discussie stoppen. Dit is niet de plek daarvoor.
ps
In hoeverre voedingswetenschap overeenkomt met de tien(honderd)duizenden onderzoeken die op Pubmed te vinden zijn over honderden aspecten die hiermee te maken hebben? (een 'klein' aspect als voorbeeld: mRNA effecten). Dat doet de vraag oprijzen in hoeverre voedingswetenschap échte wetenschap is. AI benodigd voor het overzicht. Voedings en gezondheids (e.a.) wetenschappers voor de (zelflerende?) algoritmes. De ultieme speltheoretische benadering.
Ik stel voor dat we hier alle Schules buiten de deur zetten en het concreet houden.
Frankfurter Schule gaat bovendien niet over natuurwetenschappelijk onderzoek, maar over sociale wetenschap.
Frank, dat is uit het curriculum geschrapt. Anders wordt de doorlooptijd van de doctoranduskopieerfabrieken te lang